Behalve kledingarbeiders werken er veel meer mensen aan 1 kledingstuk dan je verwacht

169 mensen, zoveel mensen zouden er wel eens kunnen meewerken aan 1 kledingstuk. Marieke Eyskoot, experte in duurzame mode, maakte de optelsom. Geen wetenschappelijk onderzoek, wel een inschatting op jarenlange ervaring. "Ook ik was verbaasd dat het er zo veel blijken te zijn, veel onder hen werken in moeilijke omstandigheden", vertelt ze bij Radio2. 

Hoe begin je het aantal mensen te tellen dat er aan een kledingstuk meewerkt? Marieke Eyskoot, experte duurzame mode, pakte het simpel aan. “Ik was nieuwsgierig naar dat aantal en noteerde alle functies in de hele kledingketen die ik kon terugvinden.” Om het eenvoudig te houden, gaat ze er bij de telling vanuit dat elke functie en elke job in het productieproces door een andere persoon wordt uitgevoerd.

Het echte aantal kan lager liggen als dezelfde persoon meerdere functies uitoefent

Marieke Eyskoot

“Het echte aantal kan daardoor wellicht lager liggen, want 1 persoon kan meer jobs combineren. Degene die het zaadje plant, zou het katoen ook kunnen plukken. Los daarvan kunnen we nog aan een honderdtal mensen zitten die aan 1 kledingstuk werken”, klinkt het bij Marieke. “Veel meer dan enkel de kledingarbeiders die fysiek het kledingstuk in elkaar hebben gezet.”

Wie hoort er bij die 169?

Marieke Eyskoot heeft alle betrokkenen in categorieën geplaatst, van het katoen inzaaien tot de verkoop in de winkel aan de consument (zie schema). Zo krijgen we een uniek inzicht in alle stappen van het productieproces. Omdat ze de modeindustrie goed kent tot in de details, waardoor ze personen erbij rekent waaraan we niet meteen denken. Niet alleen de katoenplukkers of kledingarbeiders, maar ook het administratiepersoneel, de inspecteurs van het kledingstuk, de bemanning van de vrachtschepen of het winkelpersoneel. 

Afhankelijk van het soort kledingstuk kunnen er meer of minder mensen betrokken zijn. “Zo zal een kledingstuk met een ingewikkeld patroon en extra's zoals een borstzak meer werk zijn. Ook versieringen zoals pailletten of kraaltjes hebben een invloed op het aantal.”

Waarom werken er zoveel mensen aan 1 kledingstuk?

De reden waarom zoveel mensen aan 1 kledingstuk werken is, volgens Marieke Eyskoot, heel simpel: "Het gaat om geld. Fast Fashion staat erom bekend om zo veel mogelijk te maken, zo snel mogelijk en voor zo weinig mogelijk geld. Daar waar het het minste kost. Zo gaat een kledingstuk niet alleen van hand naar hand, maar ook van land naar land”, weet Eyskoot. "Is verven goedkoper in het ene land, en in elkaar zetten in het andere, zelfs al scheelt het maar enkele centen, dan kiezen die bedrijven daarvoor."

De overheden in de productielanden houden de minimumlonen van de kledingarbeiders zo laag mogelijk. Dat doen ze om aantrekkelijker te zijn voor merken. 

Zo gaat een kledingstuk niet alleen van hand naar hand, maar ook van land naar land, als dat goedkoper blijkt

Marieke Eyskoot

Door een zo groot aantal mensen te laten werken aan 1 kledingstuk is het heel makkelijk om de verantwoordelijkheid van zich af te schuiven wanneer er iets fout loopt. “Deze mensen subsidiëren onze goedkope levensstijl. Dat iets goedkoop is, betekent niet dat het weinig kost, maar dat iemand anders dan jij de prijs betaalt. Daarom moet het fast-fashion model ter discussie staan om het uitbuiten van mensen en het milieu te stoppen”, vindt Eyskoot. 

169 mensen, 169 verhalen

Marieke Eyskoot was vroeger actief voor de Schone Kleren-campagne in Nederland. In die functie trok ze naar een kledingfabriek in Dhaka, de hoofdstad van Bangladesh. Marieke vertelt dat om halfvijf ’s ochtends een massa mensen naar de fabriek vertrok om pas om 10 uur ’s avonds terug naar huis terug te keren. Te voet, want er is geen geld voor openbaar vervoer. 

Ze herinnert zich van een later bezoek ook een ontmoeting met Rumana, een alleenstaande moeder die jeans maakt.

Een naaister fluisterde me toe dat ze droomde van oorbellen, mocht ze genoeg verdienen. Dat zou hier zo vanzelfsprekend zijn.

Marieke Eyskoot

Wanneer ze haar vraagt wat ze zou doen met een leefbaar loon, denkt Rumana meteen aan de toekomst van haar dochter. “Ze zou willen dat ze haar een ander ontbijt dan rijst zou kunnen geven en dat ze naar school zou kunnen gaan om arts te worden.” 

Of ze ook iets voor zichzelf wil, als ze een loon zou krijgen waarvan ze ook echt kunnen leven. “Ze fluisterde het antwoord alsof ze bang was om het luidop te zeggen: ‘Oorbellen’.”

Toen besefte Marieke dat we niet echt van elkaar verschillen, dat we alleen in andere omstandigheden geboren zijn. “Wat voor ons vanzelfsprekend is, is voor iemand anders een vorm van vrijheid.” De westerse wereld is zo afhankelijk van al deze mensen: “Ze kleden ons bijna letterlijk aan. Het maakt niet uit door hoeveel handen ons kledingstuk gaat, zolang deze handen maar goed behandeld en niet uitgebuit worden."

Marieke Eyskoot - experte duurzame mode

Werken in erbarmelijke omstandigheden

Bij de instorting van de kledingfabriek in Bangladesh 10 jaar geleden overleefden 1.100 arbeiders de ramp niet. Meer dan 2.500 mensen geraakten gewond. Die gebeurtenis confronteerde de wereld met hoe en waar onze kleren gemaakt worden: in erbarmelijke omstandigheden. 

En dat geldt dus niet alleen voor de getroffen kledingarbeiders. Heel veel mensen in die lange keten van de katoenplantage tot bij jouw thuis werken in moeilijke omstandigheden. Zelfs het winkelpersoneel hier of de koeriers die de pakjes thuis afleveren, werken vaak tegen lage lonen en met grote werkdruk.  Europa stemt rond deze tijd een wet die bedrijven verplicht aan ketenzorg te doen met als doel om iedereen in de kledingketen correct te behandelen. 

Marieke Eyskoot schreef onder meer het boek ‘Dit is een goede gids... voor een duurzame lifestyle’ waarin ze onder meer tips geeft over duurzame kledij.

Meest gelezen