Direct naar artikelinhoud
InterviewTim Nawrot

Jaarlijks overlijden 1.200 kinderen in Europa door luchtvervuiling: ‘Toxische deeltjes komen sneller in hun longen terecht’

Wetenschapper Tim Nawrot: "Sterfte is het topje van de ijsberg. Daaronder zitten tal van andere ziekten en aandoeningen."Beeld RV

Jaarlijks sterven 1.200 kinderen vroegtijdig in Europa door luchtverontreiniging. Dat zegt het Europees milieuagentschap. ‘We vinden fijnstof terug in de longen van alle foetussen’, waarschuwt milieu-epidemioloog Tim Nawrot (UHasselt/KU Leuven).

Wat heeft het Europees Milieuagentschap (EMA) gevonden?

“Het EMA schat al langer dat jaarlijks 300.000 volwassenen vroegtijdig sterven door luchtverontreiniging. Diezelfde oefening heeft men nu eens gedaan voor jongeren onder de achttien jaar. Een nieuw rapport van het EMA schat nu dat jaarlijks 1.200 kinderen vroegtijdig sterven daaraan.”

Hoe kan het dat kinderen sterven door luchtverontreiniging?

“Sterfte is natuurlijk het topje van de ijsberg. Daaronder zitten tal van andere ziekten en aandoeningen, zoals een hogere kans op astma, of kinderen die al astma hebben en dat erger zien worden. Luchtverontreiniging kan ook een effect hebben op cognitie en leiden tot een lager geboortegewicht bij baby’s of tot vroeggeboortes.

“Als kinderen sterven door luchtverontreiniging bedoelen we níét dat supergezonde kinderen van de ene op de andere dag neervallen. Vaak gaat het over kinderen die al met een aandoening leven, bijvoorbeeld mucoviscidose. We zien wel dat zij vaker sterven op dagen dat er meer luchtverontreiniging is.”

Zijn kinderen gevoeliger dan volwassenen voor luchtverontreiniging?

“Ja. Ze hebben een hogere hartslag en ademen sneller in verhouding tot hun lichaamsgrootte. Daardoor komen toxische deeltjes sneller in de longen en zo in de rest van het lichaam terecht.

“Ook tijdens de zwangerschap kan luchtverontreiniging een rol spelen. Bijvoorbeeld de bloed-hersenbarrière, die toxische stoffen buiten de hersenen houdt bij volwassenen, is nog niet volledig ontwikkeld bij ongeboren kinderen. Als we met de microscoop kijken vinden we in de longen van alle foetussen deeltjes fijnstof terug, nog voor een kind zelfstandig geademd heeft.”

Wat betekent dit voor het beleid? Nog meer inzetten op zuivere lucht rond scholen en speelpleinen?

“Ja, maar om de luchtkwaliteit te verbeteren moet je overal actie ondernemen. Het hangt wat van de luchtpolluent af. Voor stikstofdioxide kun je lokaal maatregelen nemen omdat het gerelateerd is aan verkeer. Maar bijvoorbeeld fijnstof is echt een wolk die over een groot gebied hangt. Daar hebben lokale maatregelen minder vat op.

“Natuurlijk is het beter dat een school niet langs een drukke verkeersader ligt. Maar het beste scenario is om de basisluchtkwaliteit overal te verbeteren. Als het waait en regent is het meestal zo dat de lucht helemaal zuiver is. Zodra het een paar dagen windstil is, blijft alles hangen. Om die pieken te voorkomen moeten we de achtergrondwaarden zo laag mogelijk krijgen.”

In Oost- en Centraal-Europa en Italië blijkt de lucht het vuilst te zijn. Waarom net daar?

“Van Oost- en Centraal-Europa, bijvoorbeeld in het zuidoosten van Polen, rond Katowice, is dat goed geweten. Daar werken veel elektriciteitscentrales nog op kolen. Je moet zelfs geen meter hebben om de luchtverontreininging vast te stellen, je kunt ze gewoon ruiken. In Italië is de Po-vallei rond Milaan een grote hotspot voor luchtverontreiniging. Daar is natuurlijk veel industrie, maar zijn de omstandigheden door de vallei ook ideaal: het is er windstil en het weer is er stabiel.”

Hoe is de luchtkwaliteit in België?

“Op zich is de luchtkwaliteit veel beter dan tien jaar geleden. Het beleid is de goede weg opgegaan. Maar de nieuwe advieswaarden voor fijnstof van de WHO zijn bijna onmogelijk om hiet te halen. Gewoon omdat de bevolkingsdichtheid hier zo hoog ligt. Dat valt wel op: wetenschappers hebben lang gedacht dat er een veilig niveau zou bestaan waaronder deze stoffen kunnen circuleren. Dat veilige niveau blijkt echter zo laag te liggen dat de WHO zijn advieswaarden hard heeft moeten verlagen.”