Ongelijkheid begint al in de wieg, stelt een nieuwe studie van de Christelijke Mutualiteit (CM). Een baby uit een kwetsbaar ­gezin heeft 30 procent meer kans om in het ziekenhuis te belanden na de ­geboorte. Het ­inkomen van de ­ouders bepaalt dus mee of het kind meer kans heeft om binnen de dertig dagen opnieuw in het ziekenhuis te ­belanden.

Vaak leven gezinnen met een lager inkomen in slechtere omstandigheden, waardoor kinderen sneller ziek worden. Die kwets­bare gezinnen ­hebben meestal recht op een ­verhoogde tegemoetkoming en krijgen daardoor meer terugbetaald. Dat is geen uitzondering: ‘Er komen zowat 2 miljoen mensen in aanmerking voor die tegemoet­koming’, zegt ­CM-voorzitter Luc Van Gorp.

In de studie werd ook het ­effect van een kortere verblijfsduur in de materniteit onderzocht. ‘We mogen er niet van uitgaan dat zorgen voor een kind vanzelf gaat bij iedereen’, zegt Van Gorp. Hij vindt het ­belangrijk om moeders en ­baby’s goed op te ­volgen. ‘Via een zorgtraject kunnen ­mensen al enorm geholpen worden. Een betere begeleiding kan een ziekenhuis­opname vermijden.’ Maar daar zit het probleem. Er is geen standaard­opvolging voor ­ouders. Daarom nemen ­ziekenhuizen zelf steeds meer ­initiatief om ­ouders en hun kinderen op te volgen. (mys)

Lees ook

 Ongelijkheid begint al van in de wieg