Uitbater bedreigde café Monk spreekt over "wurgcontracten" met brouwerijen, maar wat houdt zo'n contract precies in?
Wie een café wil openen en zelf niet over een pand beschikt, kan een zaak huren, bijvoorbeeld van een brouwerij, maar daar hangen vaak verregaande huurcontracten aan vast: zogenaamde "wurgcontracten". In dat contract staat niet alleen hoeveel de maandelijkse huurprijs bedraagt, maar bijvoorbeeld ook wat je wel en niet mag serveren in je zaak. Wat zijn de voor- en nadelen van zo'n contract?
“Wanneer je een huurcontract aangaat met een brouwerij, is het de logica zelve dat er dan verwacht wordt dat je hun producten koopt", zegt Erik De Rop van vzw Oude Markt in "Laat". De Rop baat twee horecazaken uit op de Oude Markt in Leuven, hij huurt de panden van brouwerijen: een van Anheuser-Busch InBev en een van Alken-Maes.
Filip Jans, uitbater van café Monk, een gevestigde waarde in Brussel die dreigt te verdwijnen, had het eerder vandaag over "wurgcontracten." Er zijn inderdaad brouwerijen die heel ver gaan in wat je wel en niet mag serveren, licht De Rop toe. "Soms moeten zelfs de melkjes voor bij de koffie via hen aangekocht worden."
BEKIJK - Horeca-uitbater Erik De Rop over "wurgcontracten" in "Laat":
Dergelijke afspraken hebben natuurlijk een invloed op de winstmarge. Een uitbater die een pand huurt en dus ook alles moet aankopen via de verhuurder kan moeilijker over inkoopprijzen onderhandelen.
Door de hoge inkoopprijzen kan het gebeuren dat een café-uitbater die een contract met een brouwerij heeft, een pintje duurder aanbiedt dan de concurrent ernaast, maar toch minder verdient aan datzelfde pintje. “Zeker op een plein waar veel horecazaken naast elkaar liggen, kom je daardoor in een slechte concurrentiële positie.”
BEKIJK - "De macht van de brouwerijen is te groot", zegt Filip Jans, uitbater van café Monk:
Zijn er ook voordelen?
De samenwerking tussen de eigenaar en de uitbater van café Monk verliep blijkbaar al enige tijd stroef, maar De Rop benadrukt wel dat een goede samenwerking met de verhuurder ook mogelijkheden creëert voor horeca-uitbaters. “In een van mijn zaken heeft de brouwerij bijvoorbeeld een uitbreiding van het pand gefinancierd, een kost die ik zelf nooit had kunnen dragen.”
“Uiteraard heb ik soms ook discussies met de brouwerijen en vallen er soms harde woorden, maar ik merk een evolutie daarin. Vanuit de overheid is er tegenwoordig ook een verzoeningscommissie die kan optreden bij problemen.”
Ook bij het afsluiten van de contracten merkt De Rop positieve evoluties. “Wanneer je nu een nieuw contract wil afsluiten, krijg je bijvoorbeeld twee weken de tijd om dat juridisch te laten nakijken door een beroepsorganisatie zoals Horeca Vlaanderen. Maar je moet die mogelijkheden natuurlijk ook allemaal goed benutten, want je moet altijd weten waaraan je begint.”