Pence moet getuigen tegen voormalig president Donald Trump : “Hij noemde me een watje de ochtend van de opstand”

De voormalige president heeft in het verleden zonder succes herhaaldelijk geprobeerd getuigenissen te voorkomen, maar ook deze laatste poging mislukte. Hij vroeg aan het Hof van Beroep in Washington om een noodinterventie. De rechtbank weigerde de dagvaarding van Pence op te schorten en wees het verzoek van Trump ronduit af.

De gesprekken van Trump en Pence in de dagen rond de bestorming van het Capitool waren volgens onderzoekers van de aanval van groot belang. De voormalige vice-president schreef al in zijn boek dat Trump hem een “watje” noemde tijdens een telefoongesprek de ochtend van de opstand.

Pence heeft al gezegd dat hij niet in beroep zou gaan tegen de beslissing van een lagere rechtbank en de dagvaarding zou naleven. Hij kan dan ook genieten van enige bescherming gedurende zijn tijd als vice-president en voorzitter van de Senaat.

Trump kan opnieuw in beroep gaan en naar het Hooggerechtshof trekken. Dit deed hij echter niet voor zijn eerdere mislukte pogingen om getuigenissen te voorkomen.