Direct naar artikelinhoud
Muziekrecensie'First Two Pages of Frankenstein'

The National brengt met album ‘First Two Pages of Frankenstein’ het mooiste monstertje tot leven ★★★★☆

The National, met centraal frontman Matt Berninger.Beeld rv

Soms zegt een gastenlijst al veel over het feestje. Met een beetje hulp van Taylor Swift, Phoebe Bridgers en Sufjan Stevens levert The National dan ook een sublieme plaat af die troost biedt aan al wie zijn gedachten te vaak bewolkt ziet.

De lente mag dan wel aangebroken zijn, het gemoed kleurt traditioneel herfstig bij The National. In hun geval is dat gelukkig zelden slecht nieuws. Als u nog een kompaan zocht in verdriet, verlangen en vrees, dan zal u die ongetwijfeld weer vinden in het ontroerend mooie First Two Pages of Frankenstein. Zouden we durven te beweren dat het hun beste worp is in de laatste tien jaar? Angst blijft onze belangrijkste raadgever, maar we kunnen net voldoende moed opbrengen om dat zonder schroom of rode blos te stellen.

Dat frontman Matt Berninger niet meteen de vrolijkste frans is, weten fans ondertussen even goed als intimi. De voorbije jaren vocht hij dagelijks een robbertje uit met de gevreesde Zwarte Hond, en tijdens de pandemie ging het licht helemaal uit. Depressie en pandemie rijmen niet eens zo mooi op papier, laat staan in het echte leven. Kwam daarbij: een gruwelijk geval van writer’s block. Verdwaald was hij, in een hoofd dat eeuwig maalt en willens nillens zwart kleurt.

Your mind is not your friend” zingt hij dan ook op morose toon terwijl een fragiel pianowalsje klinkt, en hij zachtjes in de rug gesteund wordt door Phoebe Bridgers. Zij mag overigens twee keer als gast opdraven, en klinkt minstens even fenomenaal als elegant in ‘This Isn’t Helping’. Al jaren is Bridgers vriendin aan huis bij The National en haar stem paart prachtig met de fluwelen bariton van Berninger. Als dáár geen nieuwe supergroep à la boygenius in schuilt? Hun twee stemmen lijken voor elkaar gemaakt.

Pijnlijke bekentenissen

Het zou mogelijk nog een waardige uitwijkroute voor Matt Berninger kunnen zijn. De vriendschappen binnen The National – sowieso een broeihaard van broedertwisten – begonnen na een tour te veel te tanen, en ook dat ongemak voel je vreemd genoeg priemen doorheen deze plaat. De onzekerheid en existentiële angst spatten van heel wat songs, zij het zonder de manische energie die je altijd bij de concerten voelt. Vaak lijkt het alsof de groepsleden schuchtere toenaderingspogingen ondernemen om het houtje-touwtjehuwelijk bij elkaar te houden.

Dat leidt ook al eens tot bekentenissen, die minder cryptisch klinken dan gewoonlijk. “I was suffering more than I let on”, schuttert Berninger in het pijnlijk eerlijke ‘Tropic Morning News’. Maar ook: “There’s nothing stopping me now, from saying all the painful parts out loud”. Geen idee of we bij de opnames wilden zijn, maar we hadden ook geen idee dat passieve agressie tot zoveel hartverstillende schoonheid kon leiden.

De stemming blijft meestal en sourdine op de plaat. De songs schuifelen eerder dan ze marcheren. The National is een groep die de blik vandaag inwaarts keert, en zich daarbij soms wat lijkt te schamen voor de wankele wandel van de zaken. Aftakeling is misschien ook niet toevallig een groot thema op de plaat, al spreekt er net zo goed voorzichtige hoop uit, zoals in de wonderlijke afsluiter ‘Send for Me’. Tederheid wint het dan even van stille wanhoop.

Woestenij

First Two Pages of Frankenstein werd genoemd naar de woestenij die Mary Shelley beschreef in haar roman over het gelijknamige monster, en die Berninger over zijn writer’s block heen hielp. Het muzikale landschap op deze plaat oogt ook vaak desolaat in deze songs, zelfs wanneer Taylor Swift haar million dollar touch toevoegt aan ‘The Alcott’ – onze kop eraf als deze bloedmooie berceuse niet in duizenden arena’s op telefoonlichtjes en aanstekers wordt vergast. De song baadt in dezelfde atmosfeer van haar eigen Folklore (2020), maar klinkt toch duidelijk meer verduisterd dan haar eigen werk.

De magistrale ouverture ‘Once Upon a Poolside’ met Sufjan Stevens zorgt dan weer voor een verbluffende filmische prelude, waarin weelderige strijkers de hoofdrol dreigen weg te kapen, hoewel het allereerst een pianoballad is. Ooit omvergekegeld door somberheid? Dit zou wel eens uw première kunnen zijn.

Nog donkerder wordt het in het bevreemdend aanstekelijke ‘Eucalyptus’, waarin Berninger met zwarte humor lijkt te beschrijven hoe de verdeling wordt gemaakt wanneer de liefde eindigt. “What about the glass dandelions? What about the TV screen? What about the undeveloped camera? Maybe we should bury these.” De potsierlijke scheiding van tafel en bed werd zelden vreugdelozer en met grotere zelfspot tegelijk gebracht.

The National brengt met Frankenstein het mooiste monstertje tot leven: de trieste teneur van het ondermaanse oogt gruwelijk bij een eerste aanzicht, maar op God weet welke manier maakt Berninger die droefenis wondermooi, waardoor je alle doffe ellende leert omarmen. Of toch op zijn minst zacht probeert te omhelzen.

Als de negende langspeler van The National al iets lijkt te willen zeggen over het leven, is het dat liefde niet altijd bepaald wordt door de aanwezigheid van iemand, maar ook vaak door het gebrek daaraan. We zeiden het al eerder, en we zeggen het opnieuw: The National is uw favoriete bondgenoot in het noodlot. Prachtplaat.

Woestenij
Beeld rv

First Two Pages of Frankenstein verschijnt op 28/4 bij 4AD.

The National speelt op 29/9 in de Ziggo Dome, Amsterdam.