Fernand en Karine Huts openen pittig Cobra-depot: “Gelukkig mocht het geen museum worden”

Antwerpen -

Na jaren voorbereiding is het Cobra-depot van Fernand en Karine Huts klaar. Van de overheid mocht het zeker geen museum worden, dus werd het een pakhuis en een woonhuis boordevol kleurrijke schilderijen en beelden. “Uiteindelijk zijn we blij dat het geen klassiek museum werd, maar een belevenis die je nergens anders vindt”, glunderen de initiatiefnemers.

Frank Heirman,

Het was Karine Huts die het zaadje van de Cobra-collectie dertig jaar geleden plantte. Ze viel voor een Pierre Alechinsky op een veiling. Het werk kon ze toen niet kopen, maar ze bleef de kunstenaar en zijn geestesgenoten wel op de voet volgen. Een paar jaar later kreeg het echtpaar Huts de kans om een hele collectie rond Cobra over te nemen (De Cobra-groep was eind jaren veertig een beweging van kunstenaars uit Denemarken, België en Nederland). “Op een moment dat de prijzen voor Cobra erg laag stonden”, vult ondernemer Huts graag aan. Sindsdien dikte de collectie voortdurend aan tot vandaag, zodat ze uitgroeide tot één van de grootste Cobra-ensembles ter wereld.

De deelcollectie is inmiddels ondergebracht in de overkoepelende Phoebus Foundation, een kunststichting waaruit niets meer verkocht mag worden. Phoebus beheert Vlaamse meesters, hedendaagse kunstenaars, boeken en kaarten, oud textiel en dus ook Cobra. “Alle verworven stukken worden getoond in publicaties, tentoonstellingen, onze bedrijfsruimten of in een depot, zoals nu de Cobra-collectie”, verduidelijkt Fernand Huts.

© Joren De Weerdt

Belevenis

De realisatie van dat depot werkte Karin Huts uit in nauwe samenwerking met het architectenbureau De Vylder, Vinck & Tailleu, dat in Antwerpen bekendheid geniet voor de verbouwing van het Schermenhuis als onthaal voor Het Toneelhuis. Het werd een lang creatieproces, want het Cobra-depot moest ingepland worden in een woonhuis en entrepot in de Dubois- en De Waghemaekerestraat, vlak bij het hoofdkwartier van de Katoen Natie in de Van Aerdtststraat. De stedelijke voorschriften bepaalden dat er geen drukke museumfunctie mocht komen, omdat die de rust en het karakter van de buurt kon verstoren.

“Het werd dus een depot en geen museum”, verduidelijkt Karine Huts. “En daar zijn we finaal heel blij om. Er zijn in Nederland en Denemarken al klassieke Cobra-musea, maar wij bieden iets anders, een unieke belevenis, die past bij de Cobra-geest. Wat mij in Cobra aanspreekt, is het kinderlijke en uitbundige, de vrijheidsdrang. Cobra maakt je blij. Dat kan je allemaal bij ons voelen.”

Een groot pakhuis hangt vol met reusachtige schilderijen van vooral Alechinsky en Karel Appel. De beschilderde piano is van Corneille.© Joren De Weerdt

Twee verschillende ervaringen

Het Cobra-depot bestaat uit twee totaal verschillende ervaringen in twee gebouwen die van elkaar gescheiden zijn door een binnentuintje met een surrealistische straatlantaarn. Er is enerzijds een groot entrepot, waar op brute muren enorme doeken hangen, omringd met beelden, tapijten of zelfs een beschilderde piano. Zoals in een professioneel depot zijn er ook grote ijzeren rekken met schilderijen, die uitgeschoven kunnen worden. In vitrines en ladekasten ontdekt de bezoeker de zwierige vormgeving van vele Cobra-druksels.

De tweede ruimte is een fraai herenhuis, prachtig gestoffeerd met Cobra-schilderijen en aangepaste meubels uit de jaren vijftig. “Artists in residence kunnen hier even komen wonen en werken”, lacht Karine Huts. “Alles is voorhanden en beslist comfortabeler dan de woningen en ateliers van de arme Cobra-artiesten destijds.”

Een deel van de Cobra-collectie is te beleven in een woonhuis aangekleed met design uit de jaren vijftig.© Joren De Weerdt

250 schilderijen

De totale Cobra-collectie bestaat uit 250 kunstwerken. Veel stukken komen uit de kernperiode 1948-1951 van de stichtende artiesten uit Kopenhagen, Brussel en Amsterdam, waaraan de avant-gardebeweging haar naam dankt. Vooral Karel Appel, Corneille, Asger Jorn, Pierre Alechinsky en Christian Dotremont zijn goed vertegenwoordigd met schilderijen waarin je voelt hoe ze een nieuwe picturale taal ontwikkelden door zich te inspireren op kindertekeningen, primitieve kunst en psychische automatismen. Na vier intensieve jaren viel de uitdijende beweging uit elkaar, maar de invloed liep door en vele artiesten verwierven uiteindelijk roem.

De geschiedenis van Cobra is terug te vinden in het vuistdikke collectieboek Cobra, een picturale en poëtische revolutie, dat Hannibal uitbracht naar aanleiding van de opening van het kunstdepot. Dat is vanaf 2 mei te bezoeken, maar enkel met gids en op afspraak via de website. Ook individuele bezoekers en scholen kunnen zich inschrijven.

www.headquarters-katoennatie.com

© Joren De Weerdt

Omdat de collectie te uitgebreid is, hangt een deel aan uitschuifbare rekken.© Joren De Weerdt

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER