Leider Soedanese paramilitairen: "We willen onderhandelen, maar eerst moet het geweld stoppen"
In Soedan gaat het geweld onverminderd voort, ook nadat een staakt-het-vuren met drie dagen is verlengd. Beide strijdende generaals staan naar eigen zeggen nochtans open voor gesprekken. "Maar eerst moet het geweld stoppen", zegt de leider van de paramilitaire militie RSF.
Het gewapende conflict tussen het Soedanese leger en de paramilitairen van de Rapid Support Forces (RSF) gaat zijn derde week in. Ondanks de verlenging, donderdagnacht, van een al moeilijk tot stand gekomen staakt-het-vuren wordt de hoofdstad Khartoem ook vandaag weer opgeschrikt door explosies en geweerschoten.
Luchtaanvallen en beschietingen door tanks en artillerie volgen er elkaar op. Ook in andere steden wordt er opnieuw gevochten. Zoals al vaker is gebleken in dit conflict, wordt aan een staakt-het-vuren weinig waarde gehecht.
Nochtans zijn beide generaals, Abdel Fattah al-Burhan van het regeringsleder en Mohamad Hamdan Dagalo (alias Hemedti), beiden naar eigen zeggen bereid om te onderhandelen. Al-Burhan liet al verstaan dat hij voorlopig openstaat voor gesprekken in Zuid-Soedan (een onafhankelijk land).
Ook Hemedti is bereid om te praten, maar koppelt daar een belangrijke voorwaarde aan: eerst moet het geweld stoppen, zo zei hij in een telefoongesprek met de BBC. Volgens Hemedti worden zijn strijders "meedogenloos" gebombardeerd, sinds de verlenging van het staakt-het-vuren is ingegaan.
Hemedti geeft Al-Burhan de schuld voor het niet ophoudende geweld. "Wij willen Soedan niet vernietigen."
Meer dan 500 doden
Intussen heeft het conflict in twee weken tijd volgens de Verenigde Naties al aan meer dan 500 mensen het leven gekost. Ook in de westelijke regio Darfur laait het geweld weer op. De voorbije week zouden daar al bijna 100 doden gevallen zijn.
De Soedanezen zelf lijden steeds meer onder het conflict. Er is amper water en voedsel, geen elektriciteit en de gezondheidszorg staat zwaar onder druk. Honderdduizenden mensen zitten nog altijd vast in een actieve oorlogszone in de hoofdstad.