Direct naar artikelinhoud
InterviewWarren Ellis

Warren Ellis, boezemvriend van Nick Cave: ‘Ik was maar een junkie violist uit Melbourne’

Warren Ellis tijdens zijn boekvoorstelling in AMUZ.Beeld Thomas Sweertvaegher

Hij wilde fietsenmaker worden, schopte het bijna tot manager van McDonald’s, maar ging uiteindelijk toch de muzikale toer op. Warren Ellis is, na Nick Cave, inmiddels de belangrijkste Bad Seed, en mag zich nu ook schrijver noemen: hij pende een boek over de kauwgom van Nina Simone, die hij twintig jaar bijhield.

“Vooraleer hij de tweede stem in ‘Bright Horses’ moest vertolken, spuugde Warren Ellis, de unieke ceremoniemeester van The Bad Seeds, in een vuilnisbak, waarna zijn frontman grappend stelde dat die achteraf geveild zou worden. Een toeschouwer stopte een zichtbaar verbaasde Nick Cave prompt 20 euro toe en kreeg een vuilnisemmer met het speeksel van Ellis in de plaats.”

Dat schreven we afgelopen zomer in onze laaiend enthousiaste recensie van het concert van Nick Cave & The Bad Seeds op Best Kept Secret. Tien maanden later herinnert Ellis het zich nog. “Ik hoop dat daar ook een boek van komt”, grijnst hij aan een tafel in een Antwerps hotel.

We zitten er evenwel niet naar aanleiding van Warren Ellis’ spuug, maar vanwege Nina Simone’s kauwgom, de Nederlandse vertaling van Nina Simone’s Gum. Een boek waarvan het zaadje, onbewust, werd geplant in 1999 tijdens een concert van Nina Simone in Londen.

“Ik dacht er niet over na”, vertelt Ellis met een lijzig Australisch accent. “Ik zag hoe ze het podium opliep en dat ze op de gum kauwde. Ze had een sigaret gerookt. Ze zag er uitgeput uit. Ze zette zich aan de piano en plakte de kauwgom erop. Toen het concert voorbij was, was het enige wat ik dacht: zou die kauwgom er nog zijn? Het was zo cool hoe ze erop kauwde. Ik sprong op het podium, en daar lag hij. En ik nam hem mee. Het werd een persoonlijk dingetje waar ik zorg voor droeg.”

Ruim twintig jaar bleef de kauwgum in Ellis’ bezit, gewikkeld in de handdoek waarmee Simone haar bezwete voorhoofd had afgeveegd. Zijn vrouw en twee kinderen hebben zich er nooit veel vragen bij gesteld, zegt hij.

“De kauwgom lag gewoon in een schuif, niemand stelde dat in vraag. Mijn kinderen hebben het zelfs nooit gezien, tot ik het boek schreef. Ik heb er zélf jarenlang niet naar gekeken. Tien jaar lang wist ik gewoon dat de kauwgom in de kast lag. Ik wilde er niet naar kijken, omdat ik bang was dat hij verdwenen zou zijn of uitgedroogd.”

Creatieve proces

Het blijvende bestaan ervan werd onthuld in 20,000 Days on Earth (2014), de in scène gezette documentaire over de 20.000ste dag in het leven van Nick Cave, Ellis’ goede vriend en de frontman van The Bad Seeds, waarvan Ellis zich na zo’n kleine dertig jaar erelid mag noemen. Dik vijf jaar later werd het gekauwde reliek tentoongesteld tijdens een expo over Nick Cave in Kopenhagen en Montréal. En begon Ellis aan zijn boek, waarvan hij de Nederlandse vertaling een dag voor ons gesprek voorstelde tijdens een uitverkocht event in AMUZ, georganiseerd door onafhankelijke boekhandel Stad Leest en De Morgen.

“Het had anders kunnen eindigen”, weet Ellis. “In de vuilbak, weggegooid, verdwenen. Maar nu is het iets anders geworden. Een idee dat ik heb losgelaten op de wereld en dat mensen nu verder dragen. Het boek is een metafoor voor het creatieve proces. Voor hoe dingen bestaan: ideeën, muziek, boeken, kunst. Dat bestaat alleen maar als mensen het dragen.”

‘Het boek is een metafoor voor het creatieve proces. Voor hoe dingen bestaan – ideeën, muziek, boeken, kunst’
Warren EllisMuzikant en auteur

Voor de kauwgom werd tentoongesteld, liet Ellis er een afdruk van maken door een edelsmid. Nadien herwerkte Ann Demeulemeester het tot een halsketting, waarvan een exemplaar komt piepen tussen de open knopen van Ellis’ fleurige hemd. Nina Simone’s kauwgom staat vol foto’s die het hele proces in beeld brengen.

“De uitgeverij Faber had me gevraagd of ik geïnteresseerd was om een boek te schrijven, maar ik wilde geen memoires. Twaalf maanden later had ik een idee voor een fotoboek over de kauwgom”, herinnert Ellis zich. “Maar ik had me nog niet bedacht wat dat inhield. Achter mijn computer gaan zitten en geconfronteerd worden met die realiteit was nog iets helemaal anders. Zo'n 20.000 woorden, hadden ze gezegd. Ongeveer tien pagina’s, schatte ik. I don’t know what I was thinking. Het bleek veel meer te zijn (lacht).”

Fanboy

Door de korte hoofdstukken van Nina Simone’s kauwgom heen neemt Ellis je mee naar het concert waarop de relikwie in zijn bezit kwam, maar ook naar de straten van Dublin en Glasgow, waar hij voor voorbijgangers viool speelde. En naar zijn jeugd in het Australische Ballarat, waar hij op de vuilnisbelt de accordeon vond die van hem uiteindelijk een muzikant zou maken. Alvorens hij op zijn 57ste als schrijver debuteerde.

“Wel, ik heb een boek geschreven,” geeft hij toe, “of daar lijkt het toch op, maar ik zou mezelf nog geen schrijver noemen. Weet je, ik heb zelfs altijd geaarzeld om mezelf ‘muzikant’ te noemen, ook al kan ik na dertig jaar waarschijnlijk wel zeggen dat ik dat ben. Ik schrijf ‘muzikant’ op als ik een land binnenkom en een formulier moet invullen. Ik weet dat ik muziek maak, dus misschien moet ik het nu maar eens aanvaarden.

“‘Muzikant’ beschrijft wel wat ik doe, maar het is heel definitief, heel solide. En zo zie ik mezelf niet. Ik zie mezelf meer als een leerling, als iemand die nog steeds probeert bij te leren. Als je zegt dat je een muzikant bent, lijkt het alsof je dat al hebt bereikt. Maar op de dag dat je iets bereikt hebt, is het waarschijnlijk tijd om iets anders te gaan doen.”

‘Als je zegt dat je een muzikant bent, lijkt het alsof je dat al hebt bereikt. Maar op de dag dat je iets bereikt hebt, is het tijd om iets anders te gaan doen’
Warren EllisMuzikant en auteur

Warren Ellis had evengoed iets anders kunnen zijn. “Ik besloot dat ik fietsenmaker wilde worden wanneer ik groot was”, schrijft hij aan het begin van Nina Simone’s kauwgom. En: “In 1983 moest ik kiezen tussen de universiteit en een managersfunctie bij McDonald’s. Mijn fluitleraar nam me apart en zei: ‘Ga nu niks idioots doen, Warren. Jij hebt iets met muziek.’”

Het zou, na omzwervingen door Australië en Europa, nog tot in de jaren negentig duren vooraleer muziek een carrière werd. Eerst bij het instrumentale trio Dirty Three, met wie hij sinds 1993 acht albums opnam. En nadien bij Nick Cave & The Bad Seeds, bij wie Ellis halverwege de jaren negentig werd ingelijfd.

“Ik had een ongelooflijke bewondering voor The Birthday Party (Nick Caves postpunkband voor The Bad Seeds werden opgericht, EWC), en daarna voor The Bad Seeds. Dat waren dé bands die zichzelf voortdurend uitdaagden. In die periode luisterde ik veel naar jazz en naar klassieke muziek: Stravinsky, Bartók, Miles Davis, John en Alice Coltrane, Charles Mingus…”, vertelt Ellis.

“Rockmuziek deed een tijdlang, vond ik toen, weinig opwindends. Ik hield van The Saints, The Stooges, David Bowie, Black Sabbath, maar op dat moment leek het genre zichzelf op te eten, en als luisteraar wilde ik uitgedaagd worden. The Bad Seeds deden dat. Je wist nooit hoe de volgende plaat zou klinken, je wist alleen dat ze niet dezelfde als de vorige zouden maken. Dat vond ik heel inspirerend.”

Zo’n dertig jaar later is Warren Ellis dé Bad Seed par excellence. Sinds het vertrek van Mick Harvey is hij niet alleen de voornaamste creatieve partner van Nick Cave, maar ook een van zijn beste vrienden. Je merkt het in documentaires als 20.000 Days on Earth, One More Time with Feeling en This Much I Know To Be True, maar ook in de manier waarop de twee over elkaar spreken. Toch was Ellis ooit gewoon een bewonderaar van de man die nu zijn beste vriend is.

“Ik bewonder hem nog steeds, hoor. Toen ik voor het eerst met hem ging werken, zei ik bij mezelf: wees geen fanboy. Ik wist toen ook niet dat ik zo lang met The Bad Seeds zou werken. Dus ik koos ervoor om me gewoon op het werk te concentreren.

De eerste keer voelde het een beetje gek, toen was het heel intimiderend – dat kun je je wel voorstellen. Zij hadden de wereld al rondgetourd, ze werden aanbeden. Ik was een junkieviolist uit Melbourne die lawaai maakte met Dirty Three. Maar nadien dacht ik: het heeft weinig zin hier te zijn als ik verlamd word door de situatie.”

Verslavingsgevoelig

De twee kickten in de late jaren negentig in dezelfde periode af van hun drugsverslavingen, iets waar Cave een stuk openhartiger over praat dan Ellis, die het al vaak omschreef als “het minst interessante deel van mijn leven” – al zitten er ook in Nina Simone’s kauwgom terloopse verwijzingen naar alcohol en drugs. “

Ik besefte dat mijn manier van leven zeer nadelige gevolgen had voor de muziek die ik aan het maken was”, schrijft Ellis over de beslissing om clean te worden. “Zonder dat besluit had mijn creatieve productie er vanaf 1999 totaal anders uitgezien.”

Die productie heeft in de loop der jaren epische proporties aangenomen. Naast zijn output met Dirty Three en negen albums met The Bad Seeds (tien als je Carnage, dat onder de naam ‘Nick Cave & Warren Ellis’ uitkwam, meerekent), staan er vijf soundtracks op zijn cv die hij op zijn eentje componeerde, en ruim vijftien waarvoor hij met Cave in de studio kroop – denk aan The Assassination of Jesse James, The Road, Lawless en Blonde. En dan zijn we nog niet over talloze samenwerkingen met onder meer Marianne Faithfull en Cat Power begonnen. Of over alle tournees met The Bad Seeds.

Warren Ellis: 'Het boek is een metafoor voor het creatieve proces. Voor hoe dingen bestaan: ideeën, muziek, boeken, kunst.'Beeld © Stefaan Temmerman

“Ik raak snel geobsedeerd, ik ben compulsief, ik heb een verslavingsgevoelige persoonlijkheid. Als ik dat in mijn werk kan kanaliseren, is dat gezonder dan wanneer ik het in… andere dingen zou kanaliseren. Dat zou contraproductief zijn”, antwoordt Ellis op de vraag of hij een workaholic is – en of het werk een substituut kan zijn voor andere verslavingen.

“Ik begraaf mezelf in mijn werk om de echte wereld te vermijden. Ik houd van werken. Dat doet me beter voelen over mezelf. Maar het gaat ten koste van dingen. Van een familieleven, bijvoorbeeld. Het is moeilijk om het juiste evenwicht te vinden. Touren is heel zwaar. Het vraagt veel tijd, je bent voortdurend van huis. Maar ik weet dat net dat me definieert, dus het is belangrijk dat ik het blijf doen.

“Weet je, ik had nooit echt een carrière voor ogen. Ik was al verbaasd toen we voor het eerst een plaat maakten, toen we voor het eerst gingen touren en naar Amerika gingen. Ik had nooit gedacht dat ik het dertig jaar later nog zou doen. Of dat ik een boek zou schrijven, dat ik soundtracks zou componeren. Er is nooit een dag geweest waarop ik dacht: ik word muzikant. Ik speelde gewoon muziek. Maar zodra ik in een band begon te spelen, vroeg ik me ook niet af: wat doe ik nu met mijn leven? Ik had geen plan. Ik ben even verbaasd als iedereen dat ik het nog steeds doe.”

In een interview met The New Yorker vertelde Cave recent over Ellis dat hij “een niet-aflatend geloof in zijn eigen capaciteiten heeft”. Er tekent zich een grijns af in de indrukwekkende baard en snor die inmiddels zo eigen zijn aan Ellis’ karakterkop als we hem het citaat voorleggen. “Ik zou hetzelfde zeggen over hem. Hij zou het er misschien niet mee eens zijn, maar hij heeft ook een niet-aflatend zelfvertrouwen.”

Hij gaat verder: “Weet je, om te kunnen functioneren in een samenwerking moet je geloven in de andere persoon. We hebben allemaal twijfels. Als jij de twijfels van die andere persoon kunt wegnemen met zelfvertrouwen, schiet je al een heel eind op. Als zij zeggen: ‘Ik ben hier niet zeker van’, en jij zegt: ‘Ja, het is rommel’, dan kom je nergens. Faith is a communal thing. Ik heb al gezien hoe ideeën die op het punt stonden om te worden weggeworpen, plots weer tot leven komen. Omdat iemand zei: ‘Hier zit iets in.’ En dat doet het geloof weer ontbranden.”

Idolenstatus

Als lid van The Bad Seeds, merken we tot slot op, heeft Ellis voor heel wat mensen dezelfde idolenstatus bereikt die Nina Simone, Lou Reed of John Coltrane in zijn ogen hebben. “Ik zou mezelf helemaal niet in hun categorie plaatsen”, blijft hij bescheiden.

“Ik was heel verbaasd over hoe veel mensen gisteravond op de boekvoorstelling waren. Ik wist niet of dit mensen zou interesseren. Van The Bad Seeds weet ik dat er een publiek is dat ons, om het zo te zeggen, aanbidt, en ik weet dat Nick en de band in hoge achting worden gehouden. Maar het blijft een vreemde gedachte dat iemand dat gevoel heeft bij wat ik doe.

“Gisteravond liet ik iemand mijn viool vasthouden, en dan zei ik: ‘Dit is de viool die ik sinds 1996 heb gebruikt. Alles wat ik sindsdien heb gedaan, heb ik op die viool gedaan.’ En het gezicht van die kerel veranderde: ‘Wow!’ Dát gevoel is waarover ik wilde schrijven. Als je zegt dat iets de kauwgom van Nina Simone is, is het iets heel anders dan (haalt zijn eigen kauwgom uit zijn mond) dit.”

Wie weet krijgt ook de vuilbak waarin Ellis overtollig speeksel doneert vooraleer hij backing vocals moet zingen, hetzelfde religieuze aura. Hij grijnst nogmaals, op zijn eigen, unieke manier. “Wie die vuilbak heeft gekocht, gaat zeker en vast een interessant boek schrijven.”

Warren Ellis, Nina Simone’s kauwgom, Lebowski, 208 p., 22,99 euro.

Nina Simone’s kauwgomBeeld RV