Direct naar artikelinhoud
InterviewLust & liefde

‘Hoe vaak heb ik niet gedacht: ik had mijn kinderen die avond in de auto moeten zetten en moeten wegrijden’

‘Hoe vaak heb ik niet gedacht: ik had mijn kinderen die avond in de auto moeten zetten en moeten wegrijden’
Beeld Lotte Dijkstra

Ze wilde een leven dat avontuurlijker was dan dat van haar ‘suffe’ ouders, maar intussen leeft Maartje (69) al decennialang met pijn. En heel veel spijt.

‘Ik wilde anders zijn dan anderen, niet voldoen aan de verwachtingen van mijn ouders met hun brave huwelijk, dus koos ik op mijn negenentwintigste voor een relatie met een Zuid-Amerikaan. Hij stond voor mijn bureau bij de gemeente, vertelde een heroïsch vluchtverhaal en straalde kracht uit. Met hem wilde ik een kind, ik was toe aan een vaste relatie en wilde een gezin. Anderen zeiden: goh, waarom met hem? Hij had niks met mijn familie, niks met dit land, verzette zich tegen alles en iedereen. Maar ik zei: natuurlijk wel. Ik kan dit. De behoefte me te onderscheiden met mijn partnerkeuze, mezelf daarmee bij wijze van spreken nieuw leven in te blazen, was zo sterk dat ik ieders rode vlaggen negeerde. Deze man reikte me de vergezichten aan waarnaar ik verlangd had. Het was geen blinde liefde maar een statement.

“Al snel raakte ik zwanger. Hij had werk, noch auto, noch rijbewijs waardoor hij de hele dag thuiszat en ik gedwongen werd fulltime te werken. Hij was jaloers op mijn leven buitenshuis met collega’s. Hij begon me te kleineren, maar toen hij per se wilde trouwen zei ik toch ‘ja’. Want ik dacht: misschien is het huwelijk de zekerheid die hij nodig heeft om hier te kunnen overleven. Op 11 september, voor altijd mijn persoonlijke 9/11, ben ik naar een bloemist gegaan en heb daar mijn eigen trouwboeket gekocht. Intussen raakte hij steeds gefrustreerder en reageerde dat af op mij, hij noemde me lelijk, bedreigde me, maar ik bleef maar proberen hem te begrijpen, halsstarrig en toegeeflijk tegelijk. Een klaarblijkelijk giftige combinatie.

“Op een avond ging ik met een collega naar een concert. Het deed me goed, iemand die gewoon aardig tegen me was, bij wie ik niet steeds op mijn hoede hoefde te zijn. Maar toen ik thuiskwam, werd mijn man woest van jaloezie en duwde me de trap af. Ik werd nog net tegengehouden door het traphekje. We hadden toen al twee kinderen. Het derde werd kort daarop verwekt, hij eiste een bewijs van mijn overgave, door zwanger te worden zou ik laten zien dat ik echt niks om die collega gaf. Onbegrijpelijk dat ik dit liet gebeuren. Aan de andere kant, ik houd van mijn kinderen, zij waren mijn enige vreugde in huis. En ik bleef hoop koesteren, ik had met hem te doen wanneer hij na iedere woede-uitbarsting begon te huilen.

‘Hoe vaak heb ik de afgelopen twintig jaar niet gedacht: ik had ze die ene avond alle drie in de auto moeten zetten en moeten wegrijden’

“Er veranderde iets toen ik een nieuwe job vond, en daarmee een nieuw leven dat niets met mijn man te maken had, met collega’s bij wie ik mijn verhaal kwijt kon. Even leek het beter te gaan met me, tot ik in de auto op een zonnige dag ineens een zware black-out kreeg. Het enige wat ik me daarvan herinner is dat ik zomaar ineens in een telefooncel stond en een van mijn nieuwe collega’s belde, met de vraag of ik even langs mocht komen. Dat besluit, het eerste dat ik in heel lange tijd buiten mijn man om nam, maakte een nieuw besef van vrijheid los. Kennelijk had ik een keuze. Mijn collega ving me heel vriendelijk op en luisterde alleen maar. In dat luisteren zat niks dreigends en ineens snapte ik dat ik weg moest bij mijn man.

“Maar die avond maakte ik een fout waar ik nog iedere dag spijt van heb. Eenmaal thuis vertelde ik mijn man dat ik wilde scheiden en nog dezelfde avond zou vertrekken. Ik pakte wat hoognodige spullen en liep naar de voordeur. Mijn dochtertje riep: ga niet weg, ga niet weg. Maar ik ging toch. En toen ik de volgende dag de kinderen, toen tussen vier en twaalf jaar oud, wilde ophalen, mocht ik het huis niet in. Er stond een zak met spullen op de stoep, maar de kinderen bleven bij hem. In de jaren erop heb ik ze nauwelijks kunnen zien, twee van mijn kinderen nu al 20 jaar niet. In gedachten vul ik de ontbrekende jaren in als met een slideshow, al die leeftijden die ik heb gemist; ik moet ze nu zelf bedenken.

“Nog steeds kost het me moeite erover te praten, in woorden verteld wordt het gemis nog heviger en nog onherroepelijker. Het overspoelt me. Mijn kinderen zijn volwassen en hebben zelf kinderen, maar hebben geen behoefte aan mij, we hebben nooit een band kunnen opbouwen. Mijn ex kwam de omgangsregeling niet na en ik had er natuurlijk de politie bij kunnen halen, maar dat wilde ik de kinderen niet aandoen. Vier keer ben ik bij een rechter geweest, alle keren tevergeefs. Een advocaat noemde mij een carrièrebitch, vanwege die fulltimejob. De brieven aan mijn kinderen bleven onbeantwoord. De cadeautjes die ik bracht als ze jarig waren, moest ik afgeven bij de voordeur. Hoe vaak heb ik de afgelopen twintig jaar niet gedacht: ik had ze die ene avond alle drie in de auto moeten zetten en moeten wegrijden. Ik heb hen nooit willen verlaten, alleen hun vader. Als ik wist dat ik ze nauwelijks meer zou zien, zou ik dan toch gebleven zijn? Dat heb ik me al vaak afgevraagd. Maar het ging gewoon niet meer. Ik stond op het punt in te storten, was bang en schichtig. Ik hield de vernederingen niet langer vol.

“De collega bood me een heel andere wereld. Van hem leerde ik wat gevaarloze liefde is. Ik werd verliefd. Deze keer organiseerde ik een groot bruiloftsfeest en liet ik een geweldige trouwjurk maken. Zijn trouw en liefde verzachten maar helen niet. Het zijn twee aparte entiteiten: het nu al jarenlange geluk met hem en het verdriet over het verstoorde contact met mijn kinderen. Toen ik hem leerde kennen, zei hij: je hebt ogen op steeltjes, en het duurde lang voor ik iets rustiger werd. Hij is een man die het gewone leven bijzonder maakt. Soms houdt hij me tijdens een boswandeling staande en omhelst me. Toen ik hem aan hen voorstelde, waren mijn ouders dolblij. Ze zagen in hem mijn redder. Ik had me afgezet tegen hun ‘gewone’ bestaan en koos voor een avontuurlijk leven met een Zuid-Amerikaan. Maar ik bleek een vrouw bij wie conflictloze liefde met een heel gewone man veel beter past. Een pijnlijke les.”