Direct naar artikelinhoud
InterviewAnthony Fauci

‘U behandelde mij als een mens, schreef hij, en niet als een ziekte’: immunoloog Anthony Fauci over die ene patiënt

Dr. Anthony Fauci, voormalig directeur van het National Institute of Allergy and Infectious Diseases, spreekt tijdens een persbriefing in het Witte Huis.Beeld AP

Artsen en verpleegkundigen vertellen over de patiënten die hun leven veranderden. Deze week: internist-immunoloog, en voormalig adviseur van de Amerikaanse president, Anthony Fauci (82).

“Hij kwam op een vrijdagochtend ons ziekenhuis binnen, rechtstreeks vanuit het geïsoleerde ambulancevliegtuig dat hem had opgehaald in Sierra Leone: een jonge arts-assistent die als vrijwilliger naar Afrika was afgereisd toen daar in de zomer van 2014 een ernstige ebola-­epidemie was uitgebroken. Hij was ingezet in het zwaar getroffen Port Loko-district, in het noorden van het land, waar een speciale ebolakliniek was ingericht. Daar was hij opeens duizelig geworden en in elkaar gezakt. Bloedonderzoek bracht een bange boodschap: door het contact met ebolapatiënten had hij zelf het dodelijke virus opgelopen, hij moest daar zo snel mogelijk weg.

Internist-immunoloog Anthony Fauci.Beeld EPA

“Bij aankomst was hij mobiel en aanspreekbaar, maar zijn situatie verslechterde voor onze ogen. Zijn organen vielen uit, hij moest worden beademd, de dood kwam steeds dichterbij. Ik besloot onmiddellijk om me bij het medisch team te voegen, wat ik wel vaker doe. Ons ziekenhuis heeft een speciale afdeling voor de behandeling van ebola en andere ernstige infectieziekten en de artsen en verpleegkundigen worden daar aan groot gevaar blootgesteld. Ik mag dan als hoofd van het Amerikaanse instituut voor infectieziekten vooral een managementjob hebben, ik vind niet dat ik van mijn personeel kan verlangen dat ze voor hoogst besmettelijke patiënten zorgen zonder dat ik hetzelfde doe. Mijn agenda werd gedeeltelijk opgeschoond en twee weken lang heb ik me elke middag in zo’n beschermend pak laten hijsen, helm op, bril op, een maanmannetje in een strikt afgeschermde kamer.

“Twee uur duurde de dagelijkse dienst, langer kan niet want je raakt uitgeput in zo’n pak. Dan loop je het risico dat je fouten gaat maken. Hij was een van de ziekste patiënten die ik ooit onder mijn hoede heb gehad. Het is ruim vier jaar geleden, een medicijn tegen ebola was er nog niet, we konden niets anders doen dan de symptomen van de ziekte bestrijden. En dat lukte, we hebben hem gered, na vier weken was hij genezen en kon hij naar huis, terug naar zijn ouders.

“Al die tijd had hij alleen maar mijn ogen gezien, van achter het glas van mijn helm. Toen hij herstelde, raakten we in dat kamertje aan de praat, maar ik bleef anoniem. Eenmaal thuis ontdekte hij wie ik was. En hij schreef me een ontroerend briefje dat ik altijd heb bewaard.

“Hij vertelde me dat hij elke middag uitkeek naar het moment dat ik zijn kamer binnenkwam, dat hij opknapte van mijn lach achter dat beschermende masker, en had genoten van onze gesprekken. Nu hij wist wie er achter dat masker zat, schaamde hij zich voor de informele toon die hij had aangeslagen. Had hij niet wat respectvoller moeten zijn? Hij bedankte ons, dankzij jullie leef ik nog, schreef hij.

“En toch voelde hij zich ook bezwaard, omdat hij zulke goede zorg had gekregen en zoveel Afrikaanse patiënten die kans niet krijgen. Hij hoopte dat hij ons op zijn minst iets had geleerd over de ziekte ebola, waarmee we in de toekomst andere patiënten konden helpen.

“Zijn ziekbed heeft ons inderdaad belangrijke lessen gebracht. We dachten bijvoorbeeld altijd dat organen van patiënten uitvallen doordat ze ernstige diarree krijgen en veel overgeven, waardoor ze vocht verliezen en hun bloeddruk daalt. Maar bij hem lukte het ons om de bloeddruk op peil te houden en toch raakten zijn nieren aangetast en daarna zijn longen, zijn hart, zijn zenuwstelsel. Het ebolavirus is van zichzelf afschuwelijk destructief.

“Het gaat lichamelijk nu goed met hem, maar door wat hij heeft meegemaakt heeft hij wel een vorm van posttraumatische stress opgelopen. Hij beseft hoe nabij de dood was, en dat hij wonderbaarlijk is hersteld van een van de meest fatale infectieziekten. Door hem zie ik opnieuw in hoe groot de veerkracht van een mens kan zijn.

“Hij beschreef een foto die was gemaakt toen hij nog aan de beademing lag en ik met mijn collega in mijn maanpak naast zijn bed stond, een beeld dat hem zeer dierbaar was geworden. En hij citeerde Hippocrates: het is veel belangrijker te weten welke persoon de ziekte heeft dan welke ziekte de persoon heeft. U behandelde mij als een mens, schreef hij, en niet als een ziekte. En dat is precies waar het in de geneeskunde om draait.”