Direct naar artikelinhoud
InterviewEva Verraes

Een ‘basisbaan’ voor langdurig werkzoekenden? ‘Sommige mensen aarden nu eenmaal niet op de reguliere arbeidsmarkt’

Eva Verraes. / Werkzoekenden die na twee jaar nog niet aan de slag zijn, moeten een ‘basisbaan’ aannemen, aldus Conner Rousseau (Vooruit).Beeld rv / Belga

Een ‘basisbaan’? Een verdubbeling van de plaatsen in de sociale economie, van 50.000 naar 100.000 jobs, is volgens Eva Verraes (HERW!N) een betere investering in de werkzaamheidsgraad. ‘Start vanuit de persoon, niet vanuit een functieomschrijving.’

Werkzoekenden die na twee jaar nog niet aan de slag zijn, moeten een ‘basisbaan’ aannemen, aldus Conner Rousseau (Vooruit). Deed zijn voorstel ook stof opwaaien binnen de sociale economie?

Verraes: “We delen de visie dat je moet vertrekken vanuit een recht op werk, maar daar moeten eerst en vooral de juiste jobs voor zijn. Iemand verplichten tot het aannemen van een job, helpt niet om mensen op een succesvolle en duurzame manier aan het werk te krijgen. Dat bleek eerder al uit het studiewerk naar de verplichte gemeenschapsdienst.”

“Van de meeste mensen die binnen de sociale economie belanden, horen we: ‘Wij willen werken.’ Alleen ervaart een groeiende groep mensen een afstand tot de reguliere arbeidsmarkt, die soms onoverbrugbaar lijkt door de hoge voorwaarden die gesteld worden op een vacature. Wij gaan from scratch met hen aan de slag, op zoek naar vaardigheden of sociale attitudes, naar een stukje succes. Veel mensen hebben dat nog nooit ervaren.”

U zegt dus: die basisbaan bieden wij eigenlijk al aan, maar de regering investeert er niet in.

“Te weinig. Tegenstanders zullen stellen dat het gaat om een gesubsidieerde job, die dus geld kost. Maar wel minder dan de kost van iemand die langdurig werkloos blijft. Helaas draagt het federale niveau de kosten van werkloosheid, en het Vlaamse die van economische maatregelen. Vooral die kloof moeten we overbruggen, om het terugverdieneffect zichtbaar te maken. Alle niveaus hebben hier baat bij.”

Hoe ziet die sociale economie in Vlaanderen er eigenlijk uit?

“De sector geeft nu aan ongeveer 50.000 mensen een job. Mensen met een mentale en fysieke beperking komen aan bod, maar ook langdurig werkzoekenden integreren we via werk opnieuw in de samenleving. Het gaat dan niet zomaar over blaadjes ruimen als bezigheidstherapie, zoals weleens gedacht wordt, maar over volwaardig werk met volwaardige rechten en plichten.”

“Kringwinkels, fietspunten aan stations, toerisme-activiteiten of houtbewerking, er is een heel scala aan activiteiten. Het kan gaan om maatwerkbedrijven of samenwerkingen met lokale besturen. Het basisidee is vooral dat je start vanuit de persoon, en niet vanuit een functieomschrijving. Soms zie je dan mirakels gebeuren bij mensen die eigenlijk door de arbeidsmarkt waren afgeschreven.”

U vraagt een verdubbeling van het aantal jobs. Valt die wel te realiseren?

“Binnen de bestaande bedrijven is er potentieel om binnen de maand jobs te creëren, maar we moeten zeker ruimer gaan kijken. Vanaf 1 juli kunnen ook reguliere werkgevers werk maken van maatwerk, hopelijk inspireert de huidige krapte op de arbeidsmarkt hen om hun bedrijfsvoering daarop aan te passen. Als je kijkt naar het aantal burn-outs, zie je hoe uitdagend het heersende tempo is voor veel mensen.”

“Daarnaast is er nog de omslag die Vlaanderen wil maken richting een circulaire economie. Daarvoor zijn niet enkel technische, maar ook kortgeschoolde profielen nodig. Daarin zien we een belangrijke rol weggelegd voor de sociale economie.”

Stromen er vanuit die sociale economie voldoende mensen opnieuw door naar de reguliere arbeidsmarkt? Op de werkvloer merk je weleens een angst om dat nest weer te verlaten.

“De verhalen van succesvolle doorstroom zijn zeker de minderheid, maar dat is ook niet ons belangrijkste streven. Zelfs als je mensen helpt om te groeien, kan de afstand te groot zijn naar een regulier bedrijf. Intussen hebben we wel iemand volwaardig kunnen tewerkstellen.”

“We hoeven toch geen jacht te maken op mensen die een job hebben gevonden waar ze zich goed voelen, waar ze aanvaarding en begrip vinden? Het is onze plicht om als samenleving te aanvaarden dat sommige mensen nu eenmaal niet zullen aarden op de reguliere arbeidsmarkt.”