Ouders zullen moeten bewijzen dat B- of C-attest onterecht is, "om te tonen dat we aan de kant van de leerkracht staan"

Leerkrachten zullen niet langer moeten bewijzen dat de beslissing om een B- of een C-attest te geven terecht is. De bewijslast komt volledig bij de leerlingen en de ouders te liggen als ze het resultaat willen aanvechten. Dat is het gevolg van een decreetswijziging die Vlaams Onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) aankondigt. Daarmee kiest Vlaanderen de kant van de leerkracht, zegt Weyts.

De klassenraad moet niet langer bewijzen dat de beslissing terecht is, leerlingen of ouders moeten bewijzen dat de beslissing onterecht is. Komt er toch een juridisch geschil, dan zal de overheid de kosten dragen in plaats van de scholen. Daarvoor wordt een juridisch fonds opgericht, dat ook kan worden ingezet als bijvoorbeeld een leerkracht slachtoffer werd van geweld of pesterijen.

De decreetswijziging voert een vermoeden van deskundigheid in voor de leerkracht, zoals dat nu al bestaat voor onder meer agenten en treinconducteurs. "Het betekent dat de partij die het proces aanspant, het bewijs moet leveren", zegt minister Weyts.

"De strijd tegen het lerarentekort begint bij meer waardering voor de leerkracht, meer respect en dus ook meer respect voor het oordeel van de leerkrachten. Het is dan ook logisch dat we aan hun kant staan. En dat we hen verdedigen als hun oordeel, of zijzelf, worden aangevallen."

Jaarlijks trekken gemiddeld tien tot twintig leerlingen naar de Raad van State tegen een B- of C-attest. Daardoor voelen veel scholen zich genoodzaakt om elke beslissing uitvoerig te verantwoorden, stelt de minister.

"Veel leerkrachten hebben nu de reflex om bij alle toetsen en evaluaties goed bij te houden waarom ze een bepaald cijfer geven. Door deze maatregel zullen ze zich minder goed moeten indekken tegen eventuele juridische procedures en zal er meer tijd overblijven voor het lesgeven zelf."

Meest gelezen