Aantal kleuters in buitengewoon onderwijs blijft stijgen, Groen pleit voor meer inclusie

Terwijl het een jaar geleden nog om 2.650 kleuters ging, zijn er nu 2.739 kleuters in het buitengewoon onderwijs ingeschreven, aldus ‘De Morgen’. De definitieve cijfers zijn er pas tegen het einde van het jaar, maar die zullen normaal weinig verschillen van deze telling. Het is nu al duidelijk dat de stijging van de afgelopen vijf jaar zich voortzet.

Ook bij het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB), dat een verslag moet opstellen voordat een kind naar het buitengewoon onderwijs kan, merken ze een stijging in het aantal zorgvragen. ‘We zien vooral de ‘vagere’ diagnoses toenemen’, zegt Stefan Grielens van het CLB aan de krant. “Daarmee bedoelen we de stoornissen die zich niet bij iedereen op dezelfde manier manifesteren, zoals autisme, gedragsproblemen of een zwakke begaafdheid.”

Onderzoek naar een verklaring is er voorlopig niet. Maar Grielens ziet een dubbele tendens. “Enerzijds heeft het te maken met de versoepeling van de instapwaarden voor kleuters in het buitengewoon onderwijs. Anderzijds krijgen wij signalen dat er ook gewoon meer zwakke kleuters op school zitten. Jonge kinderen hebben tijdens corona ontwikkelingskansen gemist en komen minder voorbereid naar de klas.” Katholiek Onderwijs Vlaanderen wijst er bovendien op dat scholen zich door het lerarentekort overbevraagd voelen en daarom misschien sneller leerlingen doorverwijzen.

“Het is zorgwekkend dat al erg jonge kinderen zo vlot worden doorverwezen naar het buitengewoon onderwijs”, reageert Vlaams parlementslid Johan Danen (Groen). In theorie kunnen leerlingen uit het buitengewoon onderwijs nadien terugkeren naar het reguliere onderwijs, maar dat blijkt eerder de uitzondering. Terwijl 5.752 kleuters en lagereschoolkinderen bij de start van het schooljaar 2021-2022 de overstap maakten naar het buitengewoon onderwijs, maakten slechts 172 die beweging in de omgekeerde richting.

“Eens je in het buitengewoon onderwijs belandt, is de kans eerder klein dat je nog terugkeert naar een reguliere school. Net daarom is het ontzettend belangrijk dat er van bij het begin sterk ingezet wordt op inclusie”, benadrukt hij. Maar Danen vreest dat het nieuwe leersteundecreet die inclusie nog verder zal terugschroeven.

“Als er écht in wordt geïnvesteerd, biedt inclusief onderwijs tal van voordelen. Zowel voor sterkere leerlingen, die van jongs af aan op een natuurlijke manier leren omgaan met diversiteit, als voor leerlingen die nood hebben aan meer ondersteuning. Niet alleen worden die laatsten meegestuwd door de sterkere leerlingen, ook zorgt inclusief onderwijs ervoor dat ze naar school kunnen gaan dicht bij huis en een sociaal netwerk kunnen opbouwen”, besluit Daenen.