Een daarvan is etappe 13 op 19 mei. Die leidt het peloton na 207 kilometer van Borgofranco d’Ivrea naar Crans-Montana in Zwitserland. Naast die slotklim liggen er onderweg nog twee steile puisten op het pad van de renners. De eerste is de Colle del Gran San Bernardo, een 34 kilometer lange klim die met zijn 2.469 meter het hoogste punt in deze Ronde van Italië krijgt toegedicht. Maar wat blijkt nu? Momenteel is de omgeving errond volledig ondergesneeuwd. Maar liefst vier meter sneeuw valt er te ruimen. Of er over twee weken gekoerst zal kunnen worden, moet nog beslist worden. Er is in ieder geval een plan B opgesteld.

“Als de renners er niet kunnen passeren, dan steken ze via een tunnel de Zwitserse grens over. Die zal ongeveer twee uur gesloten zijn voor het verkeer”, vertelt Steve Morabito, de organisator van de etappe. “De beslissing om de weg (richting de Colle del Gran San Bernardo, red) al dan niet open te stellen is aan de Dienst Mobiliteit, die vooral de veiligheid van zijn eigen medewerkers moet kunnen garanderen. Het probleem is dat het op de top al een maand lang elke dag aan het sneeuwen is. Het sneeuwruimen vraagt veel werk. Maar de etappe zou in geen geval in gevaar mogen komen. Bij plan B zou de rit alleen zeven kilometer korter zijn en 500 meter minder hoog. Ik herinner me dat de renners in 2006 ook al eens door de tunnel moesten rijden als alternatief.”