Direct naar artikelinhoud
InterviewBoris en Lou Bru

Boris en Lou Bru: ‘We wisten al langer dat het niet goed ging tussen hen. Ze konden het goed verbergen, maar als kind vóél je zoiets’

Boris en Lou Bru: ‘Het huwelijk van onze ouders was voorbij, maar ze bleven doen alsof er geen vuiltje aan de lucht was.’Beeld Joanna MacLennan

Boris en Lou Bru, de oudste twee kinderen van sterrenchef Wout Bru, zijn dragers van het Bru-gen. Dat heeft hun niet alleen dezelfde groengele oogopslag geschonken als hun vader, maar ook een brandende ambitie om naar de sterren te reiken. Als kind hebben ze hun vader vaak moeten missen, maar behalve wat onhandige communicatie over de scheiding en zijn nieuwe relatie nemen ze hem niets kwalijk. ‘Als klein meisje duwde ik hem soms weg als hij me een kus of een knuffel wilde geven, maar het is helemaal goed gekomen.’

We doen dit gesprek in het Frans omdat jullie zijn opgegroeid in de Provence, maar volgens jullie vader kennen jullie ook Nederlands. Alleen durven jullie het niet te spreken, zegt hij: ‘Ze praten Nederlands met een Frans accent, zoals de koning.’

Boris Bru: “Het is niet dat ik het niet durf, ik vind het gewoon een moeilijke taal.”

Lou Bru: “We begrijpen het wel, zeker als papa het spreekt. Het klopt dat hij vroeger Nederlands met ons probeerde te praten, maar we zagen hem niet vaak genoeg om het echt onder de knie te krijgen. We hebben wel veel geleerd van onze grootmoeder, de moeder van papa, als we bij haar op vakantie waren.”

Herinner je je nog woorden of zinnetjes die je leuk vond?

Lou: “Leuk zou ik ze niet noemen (lacht). Ik herinner me nog (met koningshuis-tongval): ‘Mag ik een lepel, alsjeblieft?’ Een vork, een mes: die ken ik ook nog. Misschien veelzeggend dat het allemaal met eten te maken heeft.”

Boris (in het Nederlands): “Ja, natuurlijk.”

Jullie hebben de dubbele nationaliteit.

Boris: “Klopt. Ik ben geboren in Cavaillon, Lou in Avignon, maar we zijn ook Belg.”

Voelen jullie je soms Belg?

Boris: “Zeker. Ik heb altijd de neiging voor de Rode Duivels te supporteren. Dat is wel lastig als ze tegen Frankrijk spelen. De halve finale van het WK in 2018 was een beproeving.”

Lou: “Ik voel me nooit echt Frans. Ik ben er geboren en spreek de taal, maar ik ben anders dan de Fransen. Ik heb een andere opvoeding gekregen, heb een andere manier van zijn.”

Geef eens een voorbeeld van hoe jij anders bent.

Lou: “In Frankrijk kijken ze raar op als je kleine kinderen meeneemt op restaurant. Dat vinden ze niet kunnen: kinderen maken te veel lawaai. Het zal er ook wel mee te maken hebben dat papa chef-kok is, maar mijn broer en ik gingen al heel jong mee op restaurant. Onze ouders stonden erop dat we ons leerden gedragen in zo’n volwassen setting en dat we nieuwe smaken leerden kennen.”

Jullie vader gedroeg zich vroeger weleens als een tiran in de keuken: ‘Ik kon heel agressief en streng zijn.’ Was hij ook zo streng met jullie?

Lou: “Aan tafel wel. Tafelmanieren waren een must: niet eten met je mond open, niet praten met je mond vol, altijd een servet gebruiken en je bestek juist op je bord leggen. Als ik bij vriendjes ging eten, viel me op dat ze helemaal niet netjes aten. Of niks lustten.

“Als ik iemand leer kennen, is hoe hij eet nog altijd het eerste waarop ik let. Noem het een fixatie.”

Hoe was het om op te groeien in een sterrenrestaurant?

Lou: “Als kind besef je niet dat zo’n chic restaurant eerder uitzonderlijk is. We waren het gewoon om bijzondere gerechten te eten. Gingen we op restaurant, dan zei mijn broer: ‘Ik heb zin in kreeft.’

“Eygalières (waar Bru eerst Le Bistrot d’Eygalières en later Chez Bru en Maison Bru opende, red.) is een klein dorp, waar veel werd geroddeld. Mijn ouders waren prille twintigers toen ze hun eerste Michelinster kregen: ze hebben veel met achterklap te maken gekregen.”

Waren de andere kinderen jaloers?

Lou: “Ja. Het gebeurde weleens dat we niet werden uitgenodigd voor een verjaardagsfeestje. Als kind besef je niet waarom. Toen heeft onze nanny Fifi vriendschap gesloten met de andere ouders van de school. Dat hielp, zo zagen ze dat we ook maar gewone mensen waren. Mama en papa hadden geen tijd om aan de schoolpoort te staan praten, of om mee te gaan op uitstapjes.”

Toen jullie ouders in 2013 terugkeerden naar België om hier een nieuw restaurant te openen, bleven jullie met nanny Fifi achter in de Provence.

Lou: “Ze hebben ons wel gevraagd of we mee wilden, maar daar hadden we geen zin in. Enfin, we hadden wel zin om bij hén te zijn, maar niet om weg te gaan uit de Provence. We hielden van het Zuiden, van de zon.”

Jullie konden het mediterrane klimaat niet missen?

Lou: “Meer was het niet. Als we in België op vakantie waren, regende het soms dagenlang. Daar had ik moeilijk aan kunnen wennen.”

Een moedige keuze om alleen te blijven, zeker voor zulke jonge kinderen.

Boris: “Ik was 15, Lou een jaar of 12. Het raakte ons wel, maar die periode heeft ons niet ontwricht. We waren het al gewoon om samen te wonen met Fifi.”

Niet onrespectvol bedoeld, maar: die naam verwacht je eerder voor een hond dan voor een nanny.

Boris: “Eigenlijk heet ze Ildikó, ze is van Hongaarse afkomst. Ze kwam bij ons toen ik 2 jaar was. Ik kon Ildikó niet uitspreken, dus noemde ik haar Fifi: zo heeft ze die naam gekregen. Zij was er altijd voor ons als onze ouders aan het werk waren, zij was degene die ons naar al onze hobby’s bracht. Ze voelt als familie en dat zal ze altijd blijven, ook al zijn we nu volwassen.”

Lou: “Ze is bij ons begonnen als au pair toen ze nog heel jong was. Ze had een moeilijke jeugd achter de rug: ze is haar ouders verloren toen ze 10 jaar was. Mama en papa hebben haar alles geleerd. Toen ze bij ons kwam, kon ze niet eens koken en sprak ze geen woord Frans of Engels. Ik was als kind enorm gehecht aan haar. Als ze vakantie had, was ik verdrietig.”

Boris: “Maar ze was géén tweede moeder of vader. Ze heeft ons altijd voorgehouden: ‘Jullie ouders zijn jullie ouders.’”

Lou: “Ze heeft nooit hun plaats willen innemen. Dat kon ook niet: we waren enorm hecht met ons viertjes. De mensen zagen ons altijd als een modelgezin. We hadden zoveel liefde voor elkaar en we amuseerden ons altijd als we samen waren.”

Veel tijd om samen te zijn met het gezin kan er toch niet geweest zijn.

Boris: “Nee, maar onze familievakanties waren heilig. Dan waren we tien dagen lang bij elkaar en was er tijd om de familiebanden weer aan te halen, om te praten over school, het restaurant…”

Lou: “Dat waren ongelofelijke momenten. Voor papa was dat zijn quality time.”

In elk interview laat hij vallen hoe schuldig hij zich voelt omdat hij er zo weinig was. Maar in één adem voegt hij eraan toe dat kwaliteit belangrijker is dan kwantiteit.

Boris: “Hij heeft gelijk. Ik ben mijn ouders dankbaar voor hoe ze ons hebben opgevoed. Ik heb er geen enkel negatief gevoel aan overgehouden. Als je je ouders de hele tijd bij je hebt, word je ook geconfronteerd met hun stress en hun frustraties. Wij konden ons concentreren op school en onze eigen levens. En als we onze ouders zagen, waren ze altijd op hun best. We kregen alleen maar hun goede kanten.

“Uiteindelijk is het ook goed om de dingen in je eentje uit te zoeken. Zo leer je sneller op eigen benen te staan. Het kan best frustrerend zijn als je ouders altijd maar zeggen wat je moet doen en hoe je het moet doen. Ik heb het altijd fijn gevonden om mezelf uitdagingen op te leggen, om de beste te zijn.”

Schuilt er een competitiebeest in jou?

Boris: “Ja. Ik heb lang gevoetbald, en dan ging ik er helemaal voor. Geërfd van mijn vader: hij heeft die competitiedrang ook.”

Lou, neem jij je vader zijn afwezigheid kwalijk?

Lou: “Als klein meisje duwde ik hem soms weg als hij me een kus of een knuffel wilde geven. Niet dat ik niet wist wie hij was, maar ik zag hem zó weinig dat ik dacht: waarom wil hij me nu een kus geven? Mama probeerde wel: ‘Geef papa toch een kusje, hij is verdrietig.’ Nu, in de loop der jaren is het helemaal goed gekomen met onze band. Ik neem hem niks kwalijk. Door ouder te worden begreep ik dat het nu eenmaal part of the job was. Het restaurant was papa’s passie.

“De kinderen op school konden soms hard zijn: ‘Petite Belge, keer terug naar je land!’ Ik ging dan uithuilen bij mijn ouders: ‘Waarom zeggen ze dat?’ – ‘Zeg hun maar dat je ouders zo hard werken om jou een betere toekomst te geven.’”

Bij de meeste gezinnen waar de vader er zo weinig is, vult een partner de gaten op. Dat was bij jullie niet het geval: jullie moeder Suzy werkte ook in het restaurant.

Lou: “Ze werkte net zo hard als papa, maar op andere uren. ’s Ochtends ging papa de inkopen doen voor het restaurant en daarna was het al tijd voor de mise-en-place. Omdat mama de zaal deed, kon ze iets later beginnen.”

Boris: “Het was indrukwekkend om die twee aan het werk te zien, ze vormden een geweldig team. Ze wilden het per se sámen doen. Dat is waarom ze het zo lang hebben uitgehouden op zo’n hoog niveau, maar het heeft hun relatie ook onder druk gezet. Zo’n restaurant samen runnen is een eindeloos werk.”

Lou: ‘Papa was erg streng op onze tafelmanieren. Als ik iemand leer kennen, is hoe hij eet nog steeds het eerste waarop ik let. Noem ik het een fixatie.’Beeld Joanna MacLennan

Hun huwelijk hield niet stand. Heb jij daar lessen uit getrokken over de liefde?

Boris: “Bedoel je dat je als koppel beter niet kunt samenwerken? Het is ook een kwestie van karakter. Werkt het beter als een van de twee de leider is, en de andere zich neerlegt bij een rol op de achtergrond? Ik weet het niet.”

Hoe hebben jullie de scheiding beleefd?

Boris: “We wisten al langer dat het niet goed ging tussen hen. Ze konden het goed verbergen, maar als kind vóél je zoiets, natuurlijk. Af en toe deelden ze prikken uit aan elkaar. Wij begrepen niet goed waarover het ging. Of we wílden het niet begrijpen: als kind wil je vooral dat je ouders samenblijven.”

Lou: “Het is allemaal nogal bizar gelopen.”

Hoezo?

Lou: “Na hun verhuis naar België kregen we opeens te horen dat mama in een ander appartement zou gaan wonen. Dat had zogezegd te maken met de sponsordeal voor papa’s kleding: in hun dressing was geen plaats meer voor mama’s kleren. Dat geloofde ik natuurlijk niet. Wie verhuist nu naar een ander appartement vanwege een te kleine dressing?!

“Eerst bleven ze doen alsof er geen vuiltje aan de lucht was, tot ik me een keer boos heb gemaakt: ‘Stop met tegen ons te liegen!’ Toen is mama beginnen te huilen en heeft ze me alles verteld: dat papa haar al een tijdlang bedroog, dat ze erg ongelukkig was, dat ze alles had gedaan om hun huwelijk te redden, om hem weer voor zich te winnen. Maar toen dat niet lukte, heeft ze er een punt achter gezet. Toen pas begreep ik dat de relatie tussen onze ouders voorbij was, maar zelfs daarna heeft papa nog lang moeite gehad om er met ons over te praten.”

Elke ouder weet dat een scheiding er hard inhakt bij de kinderen. Het minste wat je kunt doen, is er eerlijk met hen over praten.

Lou: “Ik denk dat het een kwestie van onbeholpenheid was. Hij wilde zo graag een mooi plaatje ophangen voor ons. Hij had ons altijd voorgehouden dat wij het beste gezin ter wereld waren. Scheidingen overkwamen alleen andere koppels. Uiteindelijk zag hij ook wel in dat hij ons de waarheid moest vertellen.”

Jij had het er moeilijk mee, hè.

Lou: “Ja. Mijn hele ideaalbeeld lag opeens aan diggelen. Ik heb nog lang gedacht dat ze wel weer bij elkaar zouden komen, maar dat is dus niet gebeurd (lachje).”

Had jij het minder zwaar, Boris?

Boris: “Ik had het natuurlijk liever anders gezien, maar voor mij was het niet het einde van de wereld. Ik denk niet dat ik me er meer dan twee weken verdrietig over heb gevoeld.”

Boris: ‘Onze ouders waren een geweldig team. Ze wilden het restaurant per se samen runnen, maar dat heeft hun relatie onder druk gezet.’ (Foto: Wout Bru met ex-vrouw Suzy Jacques.)Beeld photo_news

GEEN PRATER

Na de scheiding ging jullie vader door een moeilijke periode. Zijn liefdesleven werd breed uitgesmeerd in de pers en hij leek zich wat verloren te voelen. Sprak hij daarover met jullie? Vroeg hij jullie advies?

Boris: “Advies? (lacht) Nee, helemaal niet. Papa is een erg fiere man. Over zijn liefdesleven zal hij het niet snel hebben met ons. Toen ik wat ouder werd, hadden we het wel af en toe over zijn ex-vriendinnen, maar erg diep gingen die gesprekken niet.

“Papa zal nooit aan ons tonen dat hij het moeilijk heeft. Hij wil ons beschermen. Ik vind dat goed, misschien wil ik papa graag blijven zien als de sterke man.”

Lou: “Als ik hem vroeg of hij een vriendin had, antwoordde hij altijd lachend: ‘Ach Lou, niks serieus, dat weet je toch.’ Dan was ik gerust. Ik wilde niet dat hij een serieuze relatie zou beginnen met iemand anders.”

En toch deed hij dat. Zijn nieuwe vriendin Natassia staat qua leeftijd dichter bij jullie dan bij hem.

Boris: “Het is waar: er zit meer dan twintig jaar tussen hen in. Je zou dat raar kunnen vinden, maar iedereen die hen samen ziet, merkt onmiddellijk dat ze verliefd zijn. Er bestaan geen wetmatigheden over wat werkt in de liefde en wat niet.

“We hebben wat tijd nodig gehad om te wennen aan die nieuwe relatie, maar Natassia is altijd vriendelijk geweest tegen mij.”

Voelde jij je in de steek gelaten toen hij een nieuw gezin stichtte, Lou?

Lou: “Nadat ze uit elkaar waren, bleef papa zeggen: ‘We gaan nooit officieel scheiden, dat is nergens voor nodig.’ En toen gebeurde het toch.”

Je hebt tijd nodig gehad om aan die nieuwe realiteit te wennen.

Lou: “Veel tijd heb ik niet gekregen: ik ben pas laat te weten gekomen dat Natassia al zwanger was. Dat was pal in de lockdown. Je moet het je voorstellen: ik zat binnen opgesloten, kon niks anders dan voor school werken, en opeens kreeg ik zulk nieuws te horen. Het was een klap.

“Plots kreeg ik een bericht van Boris: of ik al wist van de zwangerschap. ‘Ik weet niet goed hoe ik het mama moet vertellen, ik wil haar niet verdrietig maken.’ Eerst dacht ik dat zíjn vriendin zwanger was, maar toen bleek het over Natassia te gaan.”

Ongelofelijk hoe moeilijk je vader het heeft met praten, terwijl hij in de pers vrij open is over zijn privéleven.

Lou: “Nee, papa is écht geen prater. Hij is uiteindelijk wel naar de Provence gekomen om het er met ons over te hebben, maar zelfs toen moesten wíj het gesprek op gang trekken. Schoorvoetend kwam het eruit.

“Al mijn vrienden waren in shock. Ik haatte het als mensen me kwamen vragen: ‘Krijgt je papa een baby?’ Dat deed pijn, ik had absoluut geen zin om er met iedereen over te praten.”

Heb je de shock intussen verwerkt?

Lou: “Toen mijn boosheid was weggeëbd, heb ik ingezien dat ik niet de enige ben die dit meemaakt. Nu relativeer ik het door te denken: het kan altijd erger. En nu Aimée en Beau er zijn, wil ik ook wel een band met hen.”

Boris: “De komst van elk nieuw leven op deze planeet is magnifiek. Elk kind blijft een klein wonder. Maar ik begrijp Lou ook wel. Het is vast anders voor een dochter dan voor een zoon: een vader-dochterband is iets speciaals. Zij zal altijd papa’s kleine meisje blijven, ook al is ze nu een ongelooflijk sterke en intelligente vrouw.”

Het heeft je wereld op z’n kop gezet, Lou. Heeft het er ook voor gezorgd dat je je geloof in de liefde kwijt bent?

Lou: “Nee, helemaal niet. Maar ik wil het wel anders proberen te doen dan papa. Ik heb het moeilijk met nieuw samengestelde gezinnen. Dat wil ik absoluut vermijden.”

Wil je graag kinderen?

Lou: “Ja. Maar ik ga het bij twee houden, zeker niet meer (lacht).”

Lou: ‘Het was een klap toen ik hoorde dat Natassia zwanger was, maar ik wil wel een band met Aimée en Beau.’ (Foto: Wout Bru met vriendin Natassia en hun kinderen.)Beeld Kristof Ghyselinck

BENEN IN DE LUCHT

Boris, jij spiegelt je duidelijk aan je vader. Ook professioneel?

Boris: “Ik ben opgegroeid met het succes van mijn ouders. Ik wilde slagen in het leven, net zoals zij, maar ik was vroeger erg verlegen.”

Een carrière in de horeca zei je niks?

Boris: “Nee. Ik heb zeven seizoenen in het restaurant gewerkt. Het is een zalig beroep, maar ik was bang dat ik dezelfde weg zou opgaan als mijn ouders. Daar had ik geen zin in. Ik wil er later wél zijn voor mijn kinderen. Ik heb ontzettend veel respect voor de horeca, maar ik wil niet elke dag dezelfde strijd leveren om telkens opnieuw een perfect bord op tafel te zetten. Ik heb nood aan variatie en sociale contacten, en ik wil de wereld zien. Voor mijn verjaardag heb ik deze gekregen (haalt een kleine wereldbol tevoorschijn): daarop kan ik zien welke plekken ik nog wil leren kennen.

“Na de middelbare school heb ik me ingeschreven in een business school, maar ik was gezakt voor alle vakken. Tijdens de examens ben ik zelfs flauwgevallen in een aula met tweehonderd studenten. Plots lag ik op de grond – báf! – met mijn benen in de lucht.”

Kwam dat door de stress?

Boris: “Ja, maar niet door de examens. Ik had stress over het leven. De lat lag hoog: ik wilde net zo sterk en succesvol worden als mijn ouders, maar ik was al 20 en wist nog altijd niet wat ik wilde doen. Dat vond ik zenuwslopend. Toen heb ik beslist: ik vertrek. Ik had wat geld bij elkaar gespaard en ben voor zes maanden naar Los Angeles vertrokken. Ik wilde er Engels leren en een basiscursus business volgen. Ik had er vooral ook ruimte om na te denken: wat wil ik?”

Ben je teruggekeerd als een ander mens?

Boris: “Helemaal. De verlegen jongen was weg. Terug thuis heb ik me ingeschreven in een andere business school en mijn diploma behaald. En ik heb het boek van Jack Canfield aangeschaft: The Success Principles: How to Get from Where You Are to Where You Want to Be. Ik heb er maar honderdvijftig pagina’s van moeten lezen. Dat was genoeg om te begrijpen dat ik vooral de éérste stap moest durven te zetten als ik ergens wilde raken.”

Je koos voor de stap naar cocktails.

Boris: “Toen ik nog in het restaurant van mijn ouders werkte, had ik een keertje een cocktail gecreëerd met absint, citroen, banaan, pompelmoes en kokos. Iedereen vond ’m superlekker. Toen ik Canfields boek aan het lezen was, dacht ik: dáár moet ik iets mee doen. Ik heb nu mijn eigen bedrijf: Mixxer by Boris Bru. Eerst stond er alleen ‘by Bru’, maar ik heb ‘Boris’ toegevoegd: ik wil mijn eigen identiteit.

“Cocktails maken is voor restaurants erg arbeidsintensief: je moet over getraind personeel beschikken en dat kost handenvol geld. Maar cocktails brengen ook veel op. Vandaar mijn idee: ik verkoop vooraf gemixte, hoogwaardige fruitsappen waarmee restaurants snel en makkelijk zelf een cocktail kunnen samenstellen. Ik verkoop bijvoorbeeld een mix om mojito’s te maken: een mengeling van limoen, suikersiroop en extract van verse munt. De klant moet er enkel nog rum en bruiswater aan toevoegen.”

Waarom mix je er de alcohol niet meteen bij? Dan is je product helemaal af.

Boris: “Omdat de toekomst alcoholvrij is. Vandaag is al meer dan 25 procent van de cocktails die horecazaken verkopen alcoholvrij, en het neemt alleen maar toe. Met mijn mixen kun je beide kanten uit: met of zonder alcohol. Je proeft het verschil niet met cocktails die ter plekke door een barman zijn gemixt. Ik wil ook nog een detox-cocktail ontwikkelen, vol vitamines.”

Je creëert je eigen recepten?

Boris: “Ja. Net als mijn vader heb ik een goed smaakpalet. Je kunt dat trainen. Vroeger had ik een te gesuikerd palet, maar door Martini, Campari en whisky te drinken heb ik mijn bittere smaken ontwikkeld.”

Boris: ‘Mijn cocktails heetten eerst Mixxer by Bru, maar ik heb ‘Boris’ aan de naam toegevoegd: ik wil mijn eigen identiteit.’Beeld Joanna MacLennan

Lou, jij studeert nog: interieurarchitectuur.

Lou: “Over een paar maanden studeer ik af, maar ik combineer mijn studies nu al met een job in een architectenbureau in Saint Paul de Vence, om alvast ervaring op te doen. Ik wissel af: twee weken school in Aix-en-Provence – dan woon ik bij mama, die opnieuw een klein restaurant heeft in Eygalières – en dan vier weken werken. In die maand woon ik bij mijn vriend in Monaco.

“Ik heb trouwens net als mijn broer zes maanden in de Verenigde Staten gestudeerd, in Miami. In het begin vond ik Miami een beetje een vuile, bizarre stad, maar na twee weken wilde ik er niet meer weg. Ik ben echt verliefd geworden: er hangt een heel leuke sfeer, een mix van latino en Amerikaans. Ik heb er nog vrienden en probeer er elk jaar heen te reizen.”

Je bent al net zo ambitieus en gedreven als je ouders en je broer.

Lou: “Dat is zo. Ik ben altijd aan het werk. Als ik een opdracht voor school heb, zit ik om 4 uur ’s nachts nog te werken. Soms denk ik dat ik een probleem heb: rusten of vrijaf nemen, ik kan dat niet. Ik heb altijd wel iets te doen.

“Papa zal ook altijd blijven vechten om beter te worden. We zijn zo trots dat hij nu weer een ster heeft. We hadden ’m vorig jaar al verwacht.”

Boris: “Die tweede ster zal niet lang op zich laten wachten, dat voorspel ik je.”

Lees ook

Wout Bru sluit hobbelig parcours af met een Michelin-ster in Durbuy: ‘Nooit gedacht dat ik zó ontroerd zou zijn’

Monaco, Miami… Boris, jij zat een paar dagen geleden nog voor je job in Cannes. Houden jullie van het jetsetleven?

Boris: “Ik ben voortdurend op de baan om mijn mixen te verkopen: Cannes, Saint-Tropez, Lyon, Marseille… Omdat ik een kwaliteitsvol product lever, lukt het me voet aan wal te krijgen in prestigieuze etablissementen. Ik voel me daar op mijn gemak, maar voor mezelf streef ik geen grote luxe na. Ik wil later vooral kunnen zeggen: ‘Ik heb mijn eigen bedrijf uit de grond gestampt.’ Dat persoonlijke gevoel van slagen is veel belangrijker dan een chique auto of een grote villa.

“Ik weet nog dat mijn vader me eens een auto wilde kopen, maar ik heb die geweigerd. Ik heb me altijd zélf uit de slag willen trekken. Vandaag heb ik misschien niet veel geld op de bank, maar ik red het prima. Stap voor stap. Het geld dat ik verdien, wil ik investeren in mijn bedrijf en in mijn familie.”

Lou: “Luxe stoort me niet. Ik heb er dagelijks mee te maken op het werk. Eerlijk gezegd zie ik mezelf niet mijn hele leven in Monaco wonen. Toch zeker niet op jonge leeftijd, want hier wonen weinig jonge mensen. Misschien later.”

De voorbije weken kwamen de Fransen massaal de straat op om te protesteren tegen Macrons omstreden pensioenwet. Jullie doen niet mee?

Boris (lacht): “Echt niet. Ik moet bekennen: ik heb pas laat gehoord dat ze de pensioenleeftijd hebben opgetrokken van 62 naar 64 jaar. Ik heb het te druk met werken om het nieuws te volgen.”

Lou: “Als mijn Amerikaanse vrienden me vragen wat er in Frankrijk aan de hand is, schaam ik me een beetje. In die betogingen lopen zelfs jongeren mee die nog geen dag hebben gewerkt. Ik begrijp dat iemand die een lage levensverwachting heeft door een zware baan, eerder met pensioen wil. Maar ik weet niet of dat voor iedereen moet gelden. Twee jaar langer werken is toch niet het einde van de wereld? Moeten ze daarvoor Parijs afbreken?”

Kennen jullie Marc Coucke?

Boris: “Ik heb hem al een keer gezien in Durbuy, maar nog niet met hem gesproken. Papa zegt dat hij even gepassioneerd is als hij. Voor een beginner als ik zou het een eer zijn om met hem eens een boompje op te zetten over het bedrijfsleven. Als ik luidop mag dromen, zie ik mezelf over tien jaar aan het hoofd staan van een hele Mixxer-keten. Met vertakkingen over heel Europa, waarom niet?”

Kun je ons alvast vertellen wat deze zomer de hipste cocktail wordt?

Boris: “Op dit moment is de Pornstar Martini populair: passievruchtensap, likeur van passievrucht, vanille-wodka en limoen. Ik heb mijn eigen variatie gemaakt met pompelmoes, citroen en passievruchten.”

Doe ons maar zo’n Pornstar met veel ijs.

© Humo