Direct naar artikelinhoud
InterviewBoeken

‘Het draait allemaal om de kakkerlakken in het hoofd van Poetin’: oud-correspondent Pieter Waterdrinker over zijn vertrek uit Rusland

Pieter Waterdrinker: ‘De economische sancties? Vroeger hadden ze in de supermarkt keuze uit veertig buitenlandse bieren, nu uit zesendertig, zeggen ze in Moskou.’Beeld Lin Woldendorp

In het onthutsende Van huis en haard vertelt Nederlander Pieter Waterdrinker (61) over zijn hartverscheurende vertrek uit Rusland – waar hij 25 jaar woonde, werkte en liefhad. ‘Rusland en zijn cultuur zijn besmeurd.’

“Wist je dat mijn eerste emigratiepoging naar België was?”, lacht Pieter Waterdrinker. “Rond mijn 18de wilde ik per se in Gent studeren en leven. Ik had al een kot, en ik zag me zomaar elke dag een pintje drinken in de Vooruit. Dat is uiteindelijk niet doorgegaan. Toch kom ik ooit bij jullie wonen, beloofd!”

Het draaide helemaal anders uit voor Waterdrinker, opgegroeid in een familiehotel te Zandvoort. Na zijn studie in Amsterdam én een ommetje via de Canarische Eilanden belandde hij als illegaal maar goed verdienende bijbelcolporteur in de USSR, om er vanaf 1996 als correspondent te werken voor onder meer De ­Telegraaf, VPRO en Vrij Nederland, vanuit Sint-Petersburg en Moskou. “Terugkijkend verbaast het me dat ik het schrijven van vijftien boeken, waaronder tien romans, met dat correspondentschap wist te combineren. En dat in zo’n voortdurend overkokende snelpan als de voormalige Sovjet-Unie, waarbij je zeven dagen op zeven moet aanstaan. Mijn leven was een dolle carrousel”, vertelt spraakwaterval Waterdrinker me per Zoom vanuit Frankrijk.

BIO

• geboren op 17 oktober 1961 in Haarlem (NL) • studeerde Russisch, Frans en Nederlands recht • vestigde zich in 1996 in Rusland • werkte als journalist voor o.a. de VPRO en Vrij Nederland • is intussen een gevierd romancier, met publicaties als Poubelle, Tsjaikovskistraat 40 en De rat van Amsterdam • heeft een relatie met de Russische filologe Julia Klotchkova

Tot hij er in 2020 de brui aan gaf en naar rust snakte, om zich in Sint-Petersburg geheel aan de fictie te wijden. Met De rat van Amsterdam, Tsjaikovskistraat 40 en Poubelle – waarin hij met een been in de loopgraven op het slagveld van de Oekraïnse Donbas stond – verwierf hij in ­Nederland bestsellerstatus. Waterdrinker levert dan ook zwierige autobiografische romans af, met een haast ouderwetse, exuberante verteladem, tjokvol geschiedenis en onwaarschijnlijke belevenissen. Tot de oorlog in Oekraïne uitbrak en Waterdrinker de biezen moest pakken uit zijn geliefde Rusland.

In Van huis en haard, het dagboek van een uiterst turbulent jaar, brengt Waterdrinker verslag uit van de wanhoop en chaos wanneer hij met zijn vrouw Julia Sint-Petersburg de rug toekeert. Maar ook over zijn strijdbaarheid die ervoor zorgt dat zijn leven weer op de rails komt, onder meer in het familiehuis in het Franse Cordes-sur-Ciel. Bovenal puilt dit dagboek uit van de boude observaties over Rusland, dat hij van haver tot gort kent, met ook bijzonder accurate portretten en anekdoten. “De oorlog in Oekraïne heeft miljoenen levens verwoest. Zo bekeken is iedere particuliere beslommering wellicht pervers”, zegt Waterdrinker. “Maar anderzijds: dit dagboek is wel een getuigenis, met mijn én andermans paradoxen. Dat maakt het hopelijk geloofwaardig.”

Van huis en haard opent met het verlies van uw literaire geheugen. Toen u als correspondent in 2020 Moskou verliet, gooide u per ongeluk uw externe harde schijf in een container. Hop, daar gingen alle dagboekaan­tekeningen.

“Pure onhandigheid van een klungelige boomer, dat sullige verlies van dagboekfragmenten die ik op oude tweedehandslaptops had ingetikt. Ik doe er schijnbaar luchthartig over maar het was wel een schok, natuurlijk. Toch heb ik dierbaarder zaken in mijn leven verloren.”

Waarna u eind 2021 weer de moed samenraapte om een nieuw dagboek aan te vatten. Centraal daarin: uw holder-de-boldervertrek vanuit uw appartement in Sint-Petersburg met uw Russische vrouw Julia Klotchkova, meteen toen de oorlog in Oekraïne uitbrak?

“Ik was helemaal niet van plan weer een dagboek te gaan bijhouden. Voor de start van de invasie had ik Biecht aan mijn vrouw afgewerkt, een kleinere tussenroman. Maar toen de oorlogsstemming om zich heen greep, begon ik toch aantekeningen te maken. Tot die oorlog losbarstte. Ik dacht: ik stop ermee, ik ben té gedeprimeerd. Om niet helemaal gek te worden én om iets omhanden te hebben, ben ik toch doorgegaan. In overleg met mijn uitgever besloot ik het één jaar vol te houden. Het werd uiteindelijk een pijnlijke worsteling met mijn liefde voor Rusland.”

‘Een jaar op drift’, noemt u het, dat u ‘als schrijver bovendien op plekken bracht die je van tevoren niet had kunnen bevroeden’. Wat gaf de doorslag om Rusland achter jullie te laten en een onderkomen te zoeken in het Franse familiehuis in Cordes-sur-Ciel?

“Kijk, toen ik mijn vrouw in de voormalige Sovjet-Unie leerde kennen, sprak ze vloeiend Duits. Toch was ze nooit in Duitsland – haar grote droom – geweest. ‘Ik zal nooit in Duitsland raken omdat ik in de Sovjet-Unie woon, de grootste gevangenis op aarde’, zei ze altijd. En toen viel de Sovjet-Unie uiteen en konden we overal heen. Maar de angst van Julia dat het land weer definitief op slot zou gaan, flakkerde hevig op toen Rusland Oekraïne attaqueerde.

“Reden genoeg om weg te gaan, met onze poezen erbij. Ook omdat we niet langer in een land wilden wonen dat zulke gruwelijkheden uitspookt. Het appartement is nog wel onze eigendom. Maar ons appartement – dat ook met brandschade kreeg af te rekenen – staat nu wel in een dictatuur. Russen hebben gelukkig de uitdrukking ‘De hoop sterft het laatst’. We blijven geloven dat het ooit beter gaat.

“In Rusland lijkt het surrealisme aan de macht. En met dit dagboek mag iedereen er getuige van zijn. Ik ben weg uit Rusland maar de krankzinnigheid achtervolgde me elders. Want ik ben ook teruggekeerd naar Odessa, naar Lviv, naar Kiev en Boetsja. Waar de Russische gruwel toesloeg. En ook een keer naar Moskou. Wellicht ben ik een van de weinige westerse schrijvers die onlangs in Oekraïne én in Rusland zijn geweest. Tegelijk werd ik uitgenodigd op chique literaire festivals in Groot-Brittannië en Canada of verzeilde ik bij een herdenking van Gerrit Komrij op zijn voormalige Portugese landgoed. Vrij absurd, eigenlijk.”

‘Bijna alles wat ik in de loop der jaren over Rusland geschreven heb, ben ik kwijt. Het was schrijven, verzenden, vergeten. Het was journalistiek’, lezen we. Klinkt dat niet misprijzend over een vak dat u bijna dertig jaar lang met hart en ziel hebt bedreven?

“Nee. Journalistiek is vaak de waan van de dag, al heb ik voor Vrij Nederland ook langere, diepgravende reportages gemaakt. Ik zeg altijd: ‘Een dag heeft vierentwintig uur: acht uur om te werken, acht uur om te slapen en acht uur om in de kroeg te staan.” (lacht) En dat heb ik bij perioden ook gedaan. Maar twee jaar geleden ben ik er bewust mee gestopt. Ik kon al die bordjes niet meer omhooghouden, als correspondent én als schrijver. Ik voel me in de eerste plaats romancier.”

‘Ik mis de stad, de natuur, de winters en mijn duizenden boeken. Door Poetin is dat allemaal weggevaagd.’Beeld Lin Woldendorp

Maar journalistiek en Rusland bleven wél uw uitgesproken verhalenreservoirs?

“Jazeker, en ik ben ook helemaal niet denigrerend over die prachtige stiel. Harry Mulisch deed dat wel. ‘Ik heb me nooit ingelaten met zoiets laags en banaals als journalistiek’, schimpte hij weleens. Terwijl de schrijvers die ik erg hoog acht ook journalist waren: Joseph Roth, Vasili Grossman, Isaak Babel. En Arnon Grunberg zet ook iets op het spel, als hij embedded gaat. Of denk aan de manier waarop de Poolse journalist Ryszard Kapuscinski fictie met non-fictie vermengde? Journalistiek blijft mijn steunpilaar.”

Natuurlijk speelt Vladimir Poetin in al zijn gedaanten een eersteplansrol in de rollercoaster waarin Waterdrinker ons meevoert. In december 2021 noteert hij in Van huis en haard: ‘Ik ben zeer somber. Poetin lijkt va-banque te ­willen spelen.’

‘Je zou ook kunnen zeggen: hij is compleet mesjogge geworden. Hij leeft zo geïsoleerd van de wereld, in zijn archipel van paleizen, dat je je afvraagt of hij het contact met de werkelijkheid niet is verloren.’ En even later: ‘Het lot van Rusland en de wil van Poetin zijn één geworden. Zoals dat eerder het geval was bij Stalin en de tsaren. De wereld heeft op dit moment eerder goede psychologen nodig dan goede duiders van de internationale geopolitiek. (…).’ En: ‘Deze hele oorlog is vooral ook het proces van de stervensangst van één mens.’ Is Waterdrinker daar nog steeds stellig van overtuigd?

“Jazeker, alles hangt af van de psyche van een persoon. En dat is Poetin. Het bewijs is er: pas vlak voor de start van de oorlog in Oekraïne lichtte hij zijn minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov in. Die was zelfs geheel buitenspel gezet. Het gaat dus om de kakkerlakken in het hoofd van een persoon die zijn hele coterie onwetend liet. En dit is nu de barre werkelijkheid: de fictie is aan de macht gekomen.

“Er zijn weinig correspondenten uit het Westen, zoals ik, die de hele oude Sovjet-Unie nog hebben gekend, vervolgens het uiteenvallen ervan en de eerste hosannajaren met de opkomst van Poetin”, vertelt Waterdrinker. “Ik vergelijk het vaak met de Weimarrepubliek tussen de twee Wereldoorlogen. Die tijdelijke constellatie voelde je in de voormalige Sovjet-Unie in de jaren 1990. Maar het gaat te ver om wat vervolgens uit de Weimarrepubliek voortvloeide – het aan de macht komen van Hitler, de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust – te zien als iets dat zo en niet anders had moeten verlopen. Ik denk eerder dat het toeval ook een grote rol speelt in de geschiedenis. En er is de kracht van persoonlijkheden: Napoleon, Churchill, Hitler en Poetin. Om die gedachtegangen te begrijpen, hebben we psychiaters en psychologen nodig.”

Toch omschrijft u uw afscheid van het Rusland als een langdurig rouwproces. Er hangt een waas van weemoed over gedrapeerd.

“Ik weet precies op welk land ik verliefd ben geworden toen ik voor het eerst in Rusland arriveerde. Het gaat me om de Russische literatuur, van Toergenjev tot Tsjechov, de kunst, de muziek…. En voor mij maakt het ook niet uit of ik in Odessa of in Sint-Petersburg rondloop. Het zijn steden die allebei tot mijn humus behoren. Als ik in een park in Odessa rondwandel, zie ik exact dezelfde mensen als in Rusland.

“Ik mis de stad, de natuur, de winters en mijn duizenden boeken. Door Poetin is dat allemaal weggevaagd. Als ik nu over mijn liefde voor ­Gogol of de Hermitage vertel, is het alsof je over de architectuur van de opera van Dresden of het Zwarte Woud vertelt ten tijde van de ­Tweede Wereldoorlog bij de nazi’s.”

Dat wekt argwaan?

“Rusland en zijn cultuur zijn besmeurd. Het woord ‘Russisch’ is ipso facto besmet. Daar ben ik me erg van bewust.”

Toch probeert u in dit dagboek beide kanten van het verhaal te tonen, de nuance te zoeken.

“Die wansmakelijke oorlog van Poetin valt natuurlijk niet te nuanceren. Ik begrijp dat Oekraïners Russische boeken uit hun bibliotheken weghalen en dat de standbeelden van Poesjkin in de Zwarte Zee worden geworpen, bij wijze van spreken. Daar hebben ze het recht toe, want hun land wordt aangevallen. Maar dat wij diezelfde gedachtegang in het Westen hanteren, vind ik belachelijk en gevaarlijk. Dan gooi je het kind met het badwater weg. De Russische cultuur op een schroothoop gooien is absurd. Let wel, ik sta ook aan de zijde van Oekraïne, ik vind dat het land bewapend moet worden. En hoop op een overwinning, wat die ook moge zijn.”

U alludeert erop dat in het Westen een soort Oekraïne-moeheid optreedt.

“Het went al, terwijl we nog midden in die helse oorlog zitten. En bovendien wordt het conflict versimpeld: in Nederland lijken we altijd de juiste morele keuzes te maken, alsof we bij een voetbalwedstrijd aan de kant staan te juichen. Oorlog moet blijkbaar overzichtelijk blijven, net zoals een James Bondfilm. Waarbij ik graag kwaadaardig opmerk dat de laatste Bond slecht afloopt. Wat als de nucleaire chantage doorzet? We kunnen ons niet voorstellen dat het allerergste gebeurt. Maar we hebben te maken met een regime dat totaal anders denkt. De va-banquementaliteit – ze hebben niets te verliezen – heerst nog steeds.”

Hoe ziet een mogelijke vrede er dan uit, ­volgens u?

“Het gaat om het creëren van omstandigheden waarbij er onderhandeld moet worden. Zoals Tsjechov zei: ‘Alles loopt op vrede uit.’ Daarna geloof ik dat mensen snel zullen terugkeren naar Lviv, Odessa... Ja, ook de toeristendrommen, wees maar zeker. Maar Rusland zou wel eens voor lang afgesloten kunnen blijven van de buitenwereld, als een no-gozone. De wond zal bovendien vele generaties blijven ontsteken, als infectiehaard voor nieuwe conflicten.”

“Weet je”, vervolgt Waterdrinker nuchter. “Ondanks die oorlog gaat het leven gewoon door, dat zag ik van heel nabij in Odessa en Kiev. Je kunt niet anders. Ook om een neus te zetten naar Moskou.”

Zelf blijft u ook allerminst bij de pakken ­zitten.

“Omdat ik me voortdurend realiseer dat klagen weinig zin heeft. Als je ziet hoe mensen hun huizen zijn weggebombardeerd… Terwijl wij, in het Westen, in een volstrekte luxepositie zitten. Maar goed, terwijl je op een terras zit en een biertje drinkt, raak je toch gedeprimeerd. Ook nu hoor, terwijl ik met je praat. Ik ben fysiek hier, maar mentaal daar.”

U bevond zich vaak in het hart van de Russische politiek. Zoals op een correspondentenmeeting waar Sergej Lavrov, ‘de man die nu als een moderne Molotov de wereld angst aanjaagt’, amicaal met de journalisten omging en grapjes maakte.

“In 2014 – daar schreef ik over in mijn roman Poubelle – stond ik in Kiev op het plein bij de Maidanrevolutie. Ooit was ik op persreis met ­Boris Jeltsin en zag ik Gorbatsjov op restaurant zitten. Ik heb met veel Russische machthebbers omgang gehad. En ook met Russische oligarchen die door liquidaties om het leven zijn gekomen. Of je had de tegenstander van Poetin, Boris Nemtsov: die is op de brug van het Kremlin neergeschoten. Die lui heb ik gesproken en gekend. Ik zag de banaliteit van die mensen, hoe ze een sigaret rokend naar het toilet gingen of een glas wijn naar de lippen brachten.

“En al is Moskou dan een grote stad van 12 miljoen inwoners, de Moskouse inner circle van de macht is klein. Als ik nu de televisie aanzet, zie ik die Poetin-entourage, zoals Lavrov bijvoorbeeld, die volgens boze tongen al om drie uur ’s namiddags in de alcohol vliegt.”

‘De oorlog wordt in Nederland versimpeld, alsof we bij een voetbalwedstrijd staan te juichen. Oorlog moet hier overzichtelijk blijven, als een James Bondfilm.’Beeld Lin Woldendorp

Maar wat als Poetin wegvalt, is het Kremlin­systeem dan niet zelfregulerend? Soms hoor je ook: er komt iemand aan de macht die nog radicaler is.

“Ja, maar misschien kalft de centrale macht af en streven de Russische republieken meer zelfstandigheid na? Ach, het enige scenario voor Rusland is dat er geen scenario’s zijn. Maar natuurlijk komt er, volgens de wetten van de sterfelijkheid, ook aan Poetin een einde. Rusland evolueert van een kleptocratie naar een gerontocratie. Maar denk niet dat het gruwelijke, ontaarde Rusland van Poetin het enige mogelijke Rusland is. Er is wel degelijk een ander Rusland mogelijk. Kijk naar de jaren 90 onder Jeltsin, weliswaar een corrupt maar wél vrijer Rusland.”

Een ander veelgehoord punt: waarom ontstaat er niet meer verzet in Rusland zelf?

“Ja, die vraag hoor ik ook voortdurend onder Amsterdammers, van lui die zelf niet eens hardop iets tegen hun chef durven te zeggen. Maar je kunt je de repressie in Rusland niet voorstellen als je ze niet heb meegemaakt. Dat maakt heldendaden van Navalny of Vladimir Kara-­Moerza (oppositieleider en journalist die vorige maand tot 25 jaar strafkamp werd veroordeeld, red.) zo markant.”

‘De opgewekte ondergangssfeer die ik in Moskou heb aangetroffen, de bacchanalen, de overvolle restaurants, getuigden van een amper voor te stellen, bijna misdadige onverschilligheid’, zo noteert Waterdrinker in zijn dagboek, wanneer hij in januari 2023 in de hoofdstad manmoedig zijn licht gaat opsteken. “Veel Russen houden zich gedeisd, sommigen vluchten, anderen, in hun patriottische debiliteit, steunen die oorlog”, legt hij uit. “Dat is te verklaren door de propaganda, die is immens. Jarenlang is hun via de Russische staats-tv gif ingespoten over de ‘nazi’s’ in Kiev, door beroepshitsers en beroepsopstokers die niet alleen uit zijn op bloed, verderf, dood, maar vooral ook: geld. Toch snakken ondernemers met een bedrijfje naar normalisatie.”

Bent u zelf ooit bang geweest, of had u het gevoel dat u in het vizier werd gehouden?

“Ik ben in hachelijke situaties terechtgekomen. In de Donbas – in 2014 – was ik letterlijk de eerste journalist die daar een Russische soldaat heeft gezien. Hij kwam met getrokken geweer op me af. En zoals je las werd ik in januari 2023 op weg naar Boetsja door een taxichauffeur ­bedreigd. Ik wilde de ravage, de gruwel van Poetin, met mijn eigen ogen zien. Maar ik werd geïntimideerd omdat ik een filmpje maakte.”

In een fantastische passage haalt een Russische vriend van u Chroesjtsjov aan, die de ­bevolking van de toenmalige Sovjet-Unie met een homp deeg vergeleek. ‘Je steekt je vuist erin, haalt er wat deeg uit, er ontstaat een gat. Maar na een tijdje is dat gat weer gedicht, is alles weer tot in de oude vorm terug gerezen. Een soort wonderbaarlijke vermenigvuldiging.’

“Er heerst in Rusland een soort eeuwige onbuigzaamheid, kijk ook maar naar het leger. Er komen altijd wel weer nieuwe soldaten bij. De vraag is of dat zo zal blijven. Rusland is geografisch het grootste land op aarde, maar heeft slechts 140 miljoen inwoners. Rusland is in wezen veel te groot voor zijn aantal inwoners. Dat maakt het land en zijn infrastructuur kwetsbaar.

“Vergeet niet dat er al vele tienduizenden ­soldaten dood zijn, mannen in de productieve leeftijd. Een miljoen jongens hebben het land verlaten, een immense braindrain. Dat geldt natuurlijk ook voor Oekraïne. En nu is er in Rusland een soort digitale mobilisatie aan de gang: ook als ze geen papier in handen krijgen, zijn jonge mannen al via internet gemobiliseerd en kunnen ze het land niet meer uit. Rusland is op weg naar een oorlogseconomie.”

Toch schrijft u ook dat de economische ­sancties amper effect hadden.

“In Moskou gniffelen ze het idee van een Rusland op de rand van een economische catastrofe zomaar weg. Vroeger stonden er veertig merken buitenlands bier in de schappen van de supermarkt, nu zesendertig, zegt men. De wereld is groter dan het Westen. China, India en Zuid-Amerika varen heimelijk wel bij de oorlog en bij de export naar Rusland. Ikea was een van de eerste bedrijven die zijn deuren sloot, en uiteindelijk is er nu een gelijkaardige meubelketen onder een andere naam.”

‘Het draait allemaal om de kakkerlakken in het hoofd van Poetin’: oud-correspondent Pieter Waterdrinker over zijn vertrek uit Rusland
Beeld rv

Hoe schat u de factor China in?

“Je merkt dat Rusland steeds meer in handen komt van China. De export van China naar Rusland is enorm toegenomen. En China krijgt goedkope olie en andere raw materials in de plaats. Kijk, China speelt dubbel spel. Objectief gezien is er een strijd aan de gang tussen China en de VS over de wereldheerschappij. En binnen dat plan valt ook de wil om Taiwan te annexeren. In die zin is China bondgenoot van Rusland. Maar China kijkt ook op Rusland neer. China poogt het Westen niet van zich te vervreemden maar vindt het tegelijk wel goed wat Poetin doet.”

Tot slot: het valt op dat uw romans de laatste jaren internationaler steeds meer armslag krijgen. Maar in Nederland duurde het een poos voor de erkenning en bestsellers kwamen?

“Sommige auteurs hebben slechts één boek en noemen zich schrijver, terwijl ik een panoramisch oeuvre van ettelijke duizenden pagina’s heb. Toch moet ik in de Lage Landen soms lang uitleggen wie ik ben. Zeker bij jullie! (priemt met zijn vinger) Heel curieus. Als ik dan recensies in de Frankfurter Allgemeine of The Guardian over mijn vertalingen lees, valt me op dat ze daar juist de internationale, Europese dimensie in mijn werk op prijs stellen. Maar nee, in Nederland moet je kaal schrijven, zuinig en klein, dan nemen ze je serieus. Mijn tone of voice is on-­Nederlands. Daarenboven ben ik gastvrij en ook bourgondisch van aard.” (lacht)

Pieter Waterdrinker, Van huis en haard, Nijgh & Van Ditmar, 400 p., 27,99 euro.