Direct naar artikelinhoud
InterviewAlexia Bertrand

Alexia Bertrand: ‘Ik wil tegen élke vorm van discriminatie strijden. Ik verzet me tegen woke én tegen de anti-woke-reactie van Bart De Wever’

Alexia Bertrand: ‘We moeten de begroting meer als een gezinsbudget beheren. Elke PS’er zou zich vaker moeten afvragen: zou ik dit ook met mijn eigen centen doen?’Beeld Saskia Vanderstichele

Als dochter van een van de rijkste twintig Belgen had Alexia Bertrand (43) in de schaduw veel geld kunnen verdienen in het bedrijf van haar vader. Toch koos de advocate voor de slangenkuil van de politiek. Eind vorig jaar volgde ze de ontslagen Eva De Bleeker op als staatssecretaris van Begroting in de Vivaldi-regering, waar ze de hand op de knip moet houden voor spilzieke ministers. ‘Als Vivaldi in 2024 niet doorgaat, wacht ons de chaos.’

Laat haar naam vallen bij Egbert Lachaert en de Open Vld-voorzitter begint spontaan te glunderen. Na de gedwongen exit van Eva De Bleeker was hij er als de kippen bij om het perfect drietalige Brusselse parlementslid bij de MR weg te plukken en als opvolgster te benoemen. Alexia Bertrand heeft een diploma van Harvard op zak, ze heeft negen jaar als advocate gewerkt en leerde de knepen van het politieke vak op het kabinet van Didier Reynders.

U hebt rechten gestudeerd aan Harvard, de beste universiteit ter wereld. Hoe was dat?

Alexia Bertrand: “Het was mijn kinderdroom. Ik heb de eerste vijf jaar van mijn leven in de VS doorgebracht – mijn vader werkte bij een bank in New York. Vervolgens hebben we twee jaar in Londen gewoond, en daarna zijn we naar België teruggekeerd. Maar het beeld van Amerika als paradijs om er te wonen en te werken bleef me bij. Ik wilde daar ooit studeren.

“Ron DeSantis zat er in mijn klas, de man die wellicht Donald Trump zal uitdagen om de Republikeinse presidentskandidaat te worden. Maar ik heb hem nooit persoonlijk leren kennen.”

Volgens Herman De Croo heerst er een intimiderende competitiedrang aan de Amerikaanse universiteiten.

“De druk om te excelleren is groot, ja. Ik had net met een Erasmusbeurs een jaar in Madrid gestudeerd – de beste tijd van mijn leven – en vertrok naar Amerika in de illusie dat dat ook een feestjaar zou worden. Wrong! Iedereen wilde daar uitblinken. Er was maar een beperkt aantal A’s te krijgen en voor die scores werd je afgewogen tegen de anderen in de klas. Dus heb ik keihard gestudeerd en veel tijd in de bibliotheek doorgebracht. De Amerikanen hanteren de socratische methode: je moet heel veel teksten kritisch analyseren en beargumenteren waarom je het er niet mee eens bent. Het was de perfecte voorbereiding op de politiek.

“In Harvard besefte ik hoe trots wij mogen zijn op ons Belgische onderwijssysteem. Dat is sterk gericht op dingen uit het hoofd leren, en daar loonde dat: aan elke Amerikaanse universiteit waren de Belgische studenten bij de besten. Bij ons is het bovendien veel goedkoper om te studeren dan in de VS, waar jongeren zich zwaar in de schulden moeten steken.”

U hebt in Harvard ook onderhandelingscursussen gevolgd. Welke gouden tactiek hebt u er geleerd?

“We bekijken een onderhandeling vaak als een taart die verdeeld moet worden, maar je moet eerst proberen die taart groter te maken, zodat je meer kunt verdelen. Je moet je ook verplaatsen in je gesprekspartners om te begrijpen wat zij willen. De laatste begrotingsonderhandelingen waren daar een goed voorbeeld van. De premier en ik wilden de begroting op het goede spoor krijgen met een inspanning van 1,8 miljard euro, maar de andere ministers wilden extra geld. Dus maakten we de taart groter en deden we een inspanning van 2,6 miljard euro: er ging extra geld naar asiel en migratie en de strijd tegen drugs, maar we bespaarden ook in de sociale zekerheid en voerden een minimumbelasting voor multinationals in.”

Wist u als kind al dat u in de politiek wilde?

“Ik wilde advocate worden, maar blijkbaar heb ik in het vierde leerjaar ooit gezegd dat ik aan politiek wilde doen. Ik heb ook in het Europees Jongerenparlement gezeten. Mijn ouders lazen veel kranten en we keken samen naar debatprogramma’s, maar aan tafel ging het zelden over politiek.”

Uw vader leidt nog altijd de Belgische beursgenoteerde holding Ackermans & van Haaren. Wat deed uw moeder?

“Zij heeft een rechtendiploma, maar omdat mijn ouders twaalf jaar in het buitenland hebben gewoond, heeft ze nooit gewerkt. Daar had ze wel spijt van. Ze pushte me altijd: ‘Zorg ervoor dat je een carrière uitbouwt vóór je trouwt!’ Maar thuis zat ze niet met haar vingers te draaien. Ze organiseerde buurtfeesten en zamelde voedsel in voor wie het nodig had.

“De families van mijn ouders kwamen uit Antwerpen en waren tweetalig. Ik ben in het Frans opgevoed, maar met mijn broer sprak ik Engels. En als we mijn oma in Kontich gingen bezoeken, praatten we met iedereen Nederlands. We keken ook naar de Vlaamse tv en ik volgde sportkampen in Vlaanderen, maar ik studeerde in Brussel wel in het Frans.”

Bent u streng opgevoed?

“Ja, maar we kregen ook veel vertrouwen en dat heb ik nooit beschaamd. Het mantra was: je krijgt pas iets als je het verdient. Zodra we 16 waren, moesten we elke zomer gaan werken. Mijn eerste studentenjob was bij Quick. Daar viel het me op hoe weinig respect sommige klanten toonden. Ze gooiden hun rommel voor mijn ogen op de grond en ze lieten een puinhoop achter op de tafels. Dat deed me pijn, vooral voor de mensen die daar het hele jaar door werkten.”

Kreeg u als student snel een mooie auto?

“De eerste twee jaar mocht ik niet op kot, mijn ouders wilden me in het oog houden. Pas toen ik goede resultaten had behaald, kreeg ik een kleine auto en daar moest ik heel verantwoordelijk mee omgaan. Ik besefte zeer goed hoe geprivilegieerd ik was. Sommige vriendinnen hadden het niet breed. Als ik met hen op vakantie ging, kozen we altijd een bestemming die voor iedereen betaalbaar was. Ik heb ook vaak met de rugzak rondgetrokken.”

Beschouwt u uw rijke afkomst als een vloek of een zegen?

“Zeker geen vloek, dat zou heel ondankbaar zijn. Ik prijs me gelukkig dat ik in onze familie ben geboren, maar echte luxe zit niet in materiële welstand. Mijn ouders hebben ons geleerd dat je de waardevolste dingen – een goede opvoeding, gezondheid, liefde, geluk – niet kunt kopen. Ze kickten niet op de nieuwste gsm of de mooiste auto. Mama vergeleek zelfs de prijzen van suiker in de winkel. Misschien zijn dat haar Nederlandse roots (lacht).”

U aasde zelf niet op dure handtassen en jurkjes van Gucci?

“Nee. Ik kreeg weleens een mooie handtas cadeau en ik hou van mooie kleren, maar die dure merken waren nooit mijn ding. Echte luxe zit in andere dingen: ik heb me nooit moeten afvragen of ik mijn studie kon betalen, of de doktersrekening. In Amerika zijn dat enorme obstakels. Ook in ons land kunnen sommige jongeren niet studeren, tenzij ze het hele jaar door werken.”

Politicoloog Carl Devos zegt over u: ‘Haar nadeel, waar ze niks aan kan doen, is haar afkomst. Ze is de miljonairsdochter van Open Vld. De liberalen geven op die manier makkelijke munitie aan Vooruit en de PVDA.’

“Zulke commentaren verbazen me. Wie dat zegt, kent mij en mijn familie niet. Als je in Amerika veel geld hebt, moet je dat tonen met mooie wagens en blingbling. Succes en rijkdom wekken daar bewondering. In België is het bijna omgekeerd: je moet jezelf extra bewijzen en verantwoorden. Mijn vader zei altijd: ‘I want you to be hungry.’ Hij wilde ons met passie voor iets zien vechten in plaats van in de zetel te hangen. Door aan politiek te doen wil ik iets teruggeven aan de maatschappij. Ik heb zoveel geluk gehad dat ik wil strijden voor mensen die dat niet hebben. Daarom coach ik meisjes met migratieroots die als eerste van hun familie naar de universiteit gaan. Ik leer ze de juiste sociale codes, want als je niet in een hoogopgeleid milieu opgroeit, krijg je die niet automatisch mee. Met die codes gaan deuren makkelijker open. En als ik hun aan een goede stageplaats kan helpen, zijn ze vertrokken.

“Onlangs noemde Vooruit-voorzitter Conner Rousseau me ‘een edelvrouw die de grote vermogens beschermt’. Maar ik bén geen edelvrouw. Mijn vader is baron wegens zijn verdiensten als bedrijfsleider, maar die titel stopt bij hem. En hij heeft altijd gezegd dat we anderen moeten beoordelen op hun daden, nooit op hun afkomst of huidskleur. (Fijntjes) Staan de socialisten daar ook niet voor? Blijkbaar komen zij alleen op voor mensen die op hen lijken. Dát is het probleem van onze maatschappij. Ik wil tegen élke vorm van discriminatie strijden. Ik verzet me tegen woke én tegen de anti-woke-reactie van Bart De Wever. Ik hoef geen andere huidskleur te hebben om tegen racisme te vechten. Ik hoef niet Joods te zijn om tegen antisemitisme te zijn. En ik hoef geen holebi te zijn om homofoob gedrag te veroordelen.”

U hebt negen jaar als handelsadvocate gewerkt bij internationale firma’s in Brussel. Daarna was u tien jaar bestuurder bij Ackermans & van Haaren, waar uw vader u niet graag zag vertrekken. Waarom koos u voor de politiek?

“In mijn laatste jaar als advocate vroeg ik me elke dag af: wat ga ik doen met mijn leven? Ik was op zoek naar meer zingeving. Ik behandelde prestigieuze zaken zoals het Fortisdossier, maar ik haalde meer plezier uit pro-Deo-zaken. Zo kon ik een mooie schadevergoeding verkrijgen voor een Marokkaanse vrouw die door haar huisbaas onterecht op straat was gezet. Even heb ik overwogen om strafpleiter te worden, omdat de gevangeniswereld me zo fascineert, maar uiteindelijk ben ik voor de politiek gezwicht. Dat was in die ellendige periode van 541 dagen zonder regering. Tijdens etentjes met vrienden zaten we voortdurend af te geven op de politiek. Na zo’n avond zei ik tegen mijn man: ‘We kunnen de politiek toch niet constant bekritiseren zonder zelf iets te doen?’ Op 6 december 2011 stapte ik op een conferentie op Didier Reynders af: ‘Meneer de minister, ik zou dolgraag voor u willen werken.’ Hij was niet meteen enthousiast. ‘Stuur me een e-mail, u vindt mijn adres wel.’ (lacht) Ik vreesde dat het niks zou worden, maar drie weken later kreeg ik een uitnodiging. Hij was net vicepremier en minister van Buitenlandse Zaken voor de MR geworden in de regering-Di Rupo. Ik begon als adviseur voor justitie en werd daarna kabinetschef.”

In de regering die uw vader ooit marxistisch heeft genoemd.

“Bent u het altijd eens met de politieke opinies van uw ouders? Ik heb alleszins geleerd om zelfstandig te denken.”

Waarom wilde u bij Didier Reynders werken?

(enthousiast) “Hij is een volbloed liberaal en een creatieve en innovatieve politicus. Als minister van Financiën heeft hij de taxshelter voor de kunstensector bedacht, waardoor de Belgische film kon floreren. Ook het cliquet-systeem voor de brandstofprijzen komt uit zijn koker. Het is toch fantastisch dat de taksen op benzine en diesel dalen als de prijzen stijgen, zodat de mensen dat minder voelen? Dat is zó goed gevonden!”

Didier Reynders is ook de man achter de notionele interestaftrek, waardoor grote bedrijven zéér weinig belastingen hoefden te betalen.

(boos) “Door dat systeem heeft de farmasector hier massaal geïnvesteerd in jobs, innovatie en research. Waar zijn de coronavaccins geproduceerd? In België! Oké, die belastingaftrek is intussen hervormd, maar dat systeem had grote verdiensten. Wij mogen toch ook kampioen zijn in iets anders dan belastingen heffen?”

Welke politieke lessen heeft hij u nog bijgebracht?

Pick your battles! Hij koos zijn strijdpunten heel zorgvuldig, maar dan won hij ook telkens. Dat is efficiënter dan op alles te springen en voortdurend in de pers te schreeuwen.”

‘De houding van de N-VA tijdens de regeringsonderhandelingen is een van de hoofdredenen waarom we zulke grote tekorten hebben.’Beeld BELGA

RENTESNEEUWBAL

U verweet de Brusselse minister Sven Gatz (Open Vld) een ‘zieke begroting waarmee Brussel op de muur zal afstevenen’. Dat klinkt bekend.

“De schuldenlast van Brussel is geëxplodeerd, ook door de pandemie, maar zonder Sven Gatz was het nog erger geweest. Besturen met socialisten en groenen in een stad met zoveel armoede en werkloosheid is zeer moeilijk. Dat merk ik nu zelf in de federale regering. De successen die ik boek, ziet niemand. Je kunt moeilijk uitpakken met alle verlanglijstjes van ministers die je hebt afgeblokt. Maar ik ben blij dat we onze coalitiepartners konden overtuigen tot een stevige begrotingsinspanning. Ik lees altijd dat we de slechtste begroting van Europa hebben, maar uit de cijfers voor 2022 blijkt dat we niet de slechtste van de klas waren. Zeven landen hadden een groter begrotingstekort en vijf landen zagen hun schuld harder stijgen.”

Maar dit en volgend jaar zullen we toch de slechtste leerling van Europa zijn?

“Volgens de ramingen, ja. Maar u moet ons afrekenen op de resultaten. Eind vorig jaar riep de oppositie dat we in 2023 een tekort van 6,1 procent op de begroting zouden hebben, maar dat wordt 4,2 procent in 2024.”

Mooi dat u het begrotingstekort al kent. In een van uw eerste interviews wist u niet dat het om 33,5 miljard euro ging.

(lacht) “Ik heb dat daarna in grote letters op een bord geschreven. Het tekort is trouwens al gedaald tot 25,6 miljard euro, met dank aan onze maatregelen, de gedaalde energieprijzen en het feit dat een economische recessie uitblijft.”

Maar als we willen voorkomen dat de EU ons land veroordeelt, moeten we tegen 2026 nog 12 miljard euro vinden. Was die inspanning van 1,8 miljard dan genoeg?

“Eerst las ik overal dat we die 1,8 miljard nooit zouden vinden, nu hoor ik dat het niet genoeg is. Ik wéét dat we meer moeten doen, maar het zal stap voor stap moeten gebeuren. De deelstaten zijn ook bereid om hun budget te saneren, zodat we tegen 2026 onder de Europese norm van 3 procent raken. De volgende regering zal daar een flinke kluif aan hebben, maar het is cruciaal. We betalen volgend jaar 10 miljard euro rentelasten op de staatsschuld. Door de stijgende rente zou dat tegen 2028 al 16 miljard euro worden. Dat sneeuwbaleffect moeten we vermijden, anders hebben we bij een volgende crisis geen buffer meer.”

De N-VA vergelijkt onze budgettaire situatie met die van Griekenland. Is dat overdreven?

“Volgens de ratingbureaus wel, want zij hebben onze rating behouden. Maar ze hebben ons ook gewaarschuwd: vermijd chaos na de verkiezingen van 2024 en zorg dat er snel een nieuwe regering is. Want geen regering betekent oplopende vergrijzingskosten, geen begrotingsinspanningen, en de PVDA en Vlaams Belang die alternatieve meerderheden zoeken voor extra uitgaven. Dat is gevaarlijk. Toen de N-VA in 2018 de regering-Michel opblies, bedroeg het begrotingstekort 0,9 procent. Na bijna twee jaar zonder regering was het 2 procent.”

Het argument om in 2024 met Vivaldi door te gaan ligt dus al klaar: wij of de chaos.

“Maar dat ís toch zo? De N-VA wil het land blokkeren en máánden met de PS palaveren over institutionele hervormingen die veel geld zullen kosten. Zij roepen graag over de begroting, maar hun houding tijdens de regeringsvormingen van de laatste vijftien jaar is een van de hoofdredenen waarom we zulke grote tekorten hebben.”

Intussen zegt de PS dat er nieuwe belastingen moeten komen.

“Dat is waanzin. België is al wereldkampioen in het innen van belastingen. Van elke 100 euro die een alleenstaande verdient, gaat 53 euro naar de staat. Dat is toch niet meer redelijk? De overheid moet het geld bij zichzelf zoeken en minder uitgeven.”

MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez wil het omgekeerde van de PS: in de fiscale hervorming die de regering tegen de zomer wil realiseren, moeten de belastingen verlaagd worden.

“Als liberaal ben ik daarvoor, maar de begroting mag er niet onder lijden.”

Elke partij wil werken meer laten lonen. ‘Maar het is moeilijk om werkenden meer te geven als één partij de grote vermogens beschermt’, zei Conner Rousseau in De zevende dag.

“Ik snap dat een slogan als ‘Haal het geld bij de rijken’ veel mensen aanspreekt, maar ook in het belasten van kapitaal staan we op het Europese podium, na Luxemburg en Frankrijk. De Fransen hebben hun fortuinbelasting moeten terugdraaien, omdat de vermogenden naar het buitenland waren gevlucht. Je kunt het schandalig vinden dat een sterspeler bij Club Brugge veel meer verdient dan de rest, maar hij laat de ploeg wel beter presteren. Op dezelfde manier doen de ondernemers onze economie draaien. Als je die sterspelers zwaar belast, vertrekken ze naar Manchester.”

Misschien kunnen ze eerst hun belastingen correct betalen? Ook uw vader kwam voor in de Paradise Papers en Offshore Leaks. De PVDA ontdekte dat Ackermans & van Haaren in 2009 slechts 0,002 procent belastingen betaalde in België. Het vermogen zat verspreid in zestien fiscale paradijzen.

(boos) “Ik zal niet ingaan op die schandalige beschuldigingen, ik zit hier niet namens het bedrijf. Als politica zeg ik u dat we tegen fiscale fraude en ontduiking moeten vechten. Maar de fake verhaaltjes van de PVDA klinken zoals de vele phishingmails die ik krijg: ze lijken interessant, maar uiteindelijk ben je je geld kwijt. Dat hebben we gezien in alle landen die het communisme hebben ingevoerd: je kreeg ellende en economische teloorgang.”

Veel Europese landen hebben wel het vermogenskadaster waar u zo tegen bent.

“Ik ken weinig systemen waar je niet snel de middenklasse treft.”

De PVDA en econoom Paul De Grauwe stellen een vermogensbelasting van 1 procent voor op fortuinen van 1 miljoen euro, waarbij de eerste woning wordt vrijgesteld. Behoren mensen die zoveel geld hebben tot de middenklasse?

“De vraag is of dat een efficiënte maatregel of een populistisch voorstel is. Ik vrees dat het de begroting meer zal kosten dan opbrengen, omdat de grote vermogens hun geld verplaatsen.”

Dat is toch niet fair tegenover gewone werknemers? Zij moeten de helft van hun loon afgeven, maar de rijken moeten we met rust laten, anders zijn ze weg.

“Maar wij láten hen niet met rust! Ook kapitaal wordt heel zwaar belast in België. Het is populistisch om mensen wijs te maken dat we het tekort op de begroting kunnen oplossen door de rijken te pakken. Als dat de magische oplossing was, zou de hele wereld het doen. Wij zitten zogezegd in een linkse regering, maar we vermijden tenminste nieuwe belastingen voor mensen die werken en ondernemen.”

Door de rijkste 10 procent te beschermen blokkeert u wel een lastenverlaging voor de werkenden. Als iemand winst maakt met zijn aandelen of zijn bedrijf voor veel geld verkoopt, is het toch normaal dat hij wordt belast?

“Wij blokkeren niets en we hebben geen taboes, maar maatregelen moeten efficiënt en evenwichtig zijn. Enkele principes zijn heilig: de fiscale hervorming mag de begroting niet extra belasten, werknemers moeten netto meer overhouden en we willen de competitiviteit van onze bedrijven vrijwaren. Aangezien alle partijen vinden dat werken meer moet lonen, moeten degenen die niet werken ook niks extra krijgen.

“Al de rest is bespreekbaar. In het plan van minister van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v) staat een verdubbeling van de effectentaks: als de anderen redelijk zijn, kunnen we daarover spreken. Eerder zijn wij akkoord gegaan met de verhoging van de pensioenen en de uitkeringen. Dat is waar de liberalen voor staan: een evenwicht tussen solidariteit en mensen belonen die hun best doen. Maar helaas zijn nuances niet meer in de mode. Je moet straffe uitspraken doen om te scoren. Wel, ik zal u eens een straf cijfer geven: tussen 2015 en 2027 zullen de jaarlijkse pensioenkosten stijgen met 36 miljard euro! Elk jaar komt er 3 miljard euro bij. Dat los je niet op met nieuwe belastingen. Je moet de uitgaven onder controle krijgen en het pensioensysteem hervormen, zodat mensen langer werken en daar ook voor beloond worden. Vandaag kun je dertig jaar werkloos zijn en hetzelfde pensioen krijgen als iemand die dertig jaar als zelfstandige heeft gewerkt. Dat is fundamenteel onrechtvaardig.”

Veel succes als u dat wilt aanpakken na de pensioenschandalen in het parlement.

“Met die praktijken heeft mijn politieke generatie niks te maken. Wij kénden die systemen niet eens. Uw interview met Herman De Croo heeft me erg aangegrepen. Hij is de enige die al dat geld heeft teruggestort en toch blijft zijn naam overal verschijnen alsof hij een misdadiger is. Qua integriteit kunnen veel mensen iets van hem leren.

“Ik ben blij dat de voorzitters van de Vlaamse Vivaldipartijen de koppen bij elkaar gaan steken om het parlementaire statuut grondig aan te pakken. Maar het zou onverantwoord zijn als die schandalen ons zouden beletten om te doen wat nodig is in de pensioenen.”

Zoals de Franse president Macron, die al maandenlang stakingen trotseert?

“President Macron heeft de wettelijke pensioenleeftijd verhoogd van 62 naar 64 jaar. Wij hebben de pensioenleeftijd in 2014 al opgetrokken naar 67 jaar, al gaat die maatregel pas in vanaf 2030. Maar hij is aan het hervormen, terwijl de Franse pensioenkosten met 2,2 procent dalen tussen 2019 en 2070. Bij ons stíjgen ze met 3 procent. Dan weet u hoe dringend het is. Wij zullen de wettelijke pensioenleeftijd niet optrekken, maar de effectieve pensioenleeftijd moet naar omhoog. Al die uitzonderingsregels waarbij mensen kunnen stoppen vóór hun 60ste, zijn onhoudbaar.”

PS-voorzitter Paul Magnette zegt dat hij de beloofde 850 miljoen euro van Europa niet hoeft, als dat betekent dat hij een asociale pensioenhervorming moet slikken.

“Dat is onbegrijpelijk. Hij klinkt als een klimaatscepticus die blijft ontkennen dat de aarde opwarmt. De Europese begrotingsregels zijn niet ingevoerd om de lidstaten te pesten, maar om de eurozone overeind te houden. We moeten de begroting meer als een gezinsbudget beheren. Elke PS’er zou zich vaker moeten afvragen: zou ik dit ook met mijn eigen centen doen?”

U wijst naar de PS, maar Georges-Louis Bouchez maakt het de regering toch ook niet makkelijk? U noemde hem eerder al een klein kind.

“Hij is niet de enige partijvoorzitter die het de regering moeilijk maakt. Paul Magnette en Conner Rousseau hebben ook vervelende uitspraken gedaan. Melissa Depraetere van Vooruit zei zelfs dat we Bouchez aan een boom moeten vastbinden. Gelukkig zijn de relaties in de regering wel goed. Voor elke onderhandeling roept de pers dat ze zal vallen, maar telkens bereiken we een akkoord.”

Toen Sophie Wilmès (MR) vorige zomer een stap opzijzette, werd u in de pers genoemd als de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken, maar voorzitter Bouchez koos voor RTL-journaliste Hadja Lahbib. Dat was een bittere pil, niet?

“Ja. Hij had mij minstens vooraf kunnen inlichten. Maar ik ben blij dat ik nu Begroting mag doen.”

Na die gemiste kans stelde u zich kandidaat om minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te worden. U bent zeer ambitieus.

“Is daar iets mis mee? Ik wil impact hebben in elke functie die ik doe.”

De Brusselse MR-voorzitter David Leisterh voelde zich koud gepakt. Hij ambieerde zelf die functie en was verrast dat een van zijn beste vrienden hem zoiets lapte.

“Zijn reactie verbaasde me, want Georges-Louis had mij twee jaar eerder op een congres al aangekondigd als kandidaat en hij is zijn beste vriend. Maar David mag die ambitie hebben, het probleem is nu toch opgelost.”

‘Vorig jaar zat ik in een twijfelfase. Waarom ben ik hier? Wat wil ik bereiken? Hoe zal ik op mijn sterfbed terugblikken? Daarna heb ik een opleiding palliatieve zorg gevolgd.’Beeld Saskia Vanderstichele

NAAR DE GEVANGENIS

U hebt een dochter van 15 en een tweeling van 12 jaar. Dat lijkt me heftig.

“Toen de dokter ons vertelde dat we een tweeling kregen, greep mijn man naar zijn hoofd (lacht). In het begin was het hectisch, maar mijn kinderen zijn een grote bron van geluk.”

Kunt u als minister nog onbekommerd genieten?

“De druk en de verantwoordelijkheid zijn zeer groot, maar ik probeer daar soms afstand van te nemen. Een ex-minister zei me: ‘Loop op zondag niet van het ene event naar het andere, hou die dag vrij voor je geliefden, anders hou je het niet vol.’ Ik geniet ervan om met mijn gezin ergens een spaghetti te gaan eten of een rommelmarkt te organiseren op de school van mijn kinderen. Ik ga met de hond in het Zoniënwoud joggen en tijdens de coronacrisis heb ik een gravelbike gekocht. Sporten in de natuur is een vorm van meditatie.”

Actrice Marie Vinck zei onlangs in Humo: ‘Ik zit in een fase waarin ik te veel doorraas en te weinig tijd heb om na te denken, te lezen, mezelf te voeden. Ik ben bang dat ik over tien jaar zal terugkijken en denken: wat was ik aan het doén?’

“Vorig jaar zat ik ook in zo’n twijfelfase. Nooit eerder heb ik zoveel boeken over persoonlijke ontwikkeling gelezen. Ik stelde mezelf de essentiële vragen: waarom ben ik hier? Wat wil ik bereiken? Hoe zal ik op mijn sterfbed terugblikken? Ik heb een opleiding palliatieve zorg gevolgd om stervende mensen te kunnen begeleiden. De dag vóór ik staatssecretaris werd, kreeg ik mijn certificaat. Ik had zelfs al een vzw gevonden waar ik kon beginnen. Hopelijk kan ik dat later nog doen. Net als Marie Vinck zit ik nu in een hectische periode, maar ik zal achteraf geen spijt hebben, want ik weet waarom ik het doe. Deze job is een privilege en er zullen straks wel pauzes komen, waarin ik afstand kan nemen. Zo blijf ik tijdens de vakantie weken aan een stuk weg van sociale media. Die periodes dienen om te lezen, te sporten en van mijn gezin te genieten.

“Ik zou volgend jaar heel graag een zetel binnenhalen voor Open Vld. We zitten in een moeilijke positie, maar ik hoop echt dat ons werk wordt beloond. En als het niet lukt, ga ik iets anders doen. Mensen denken altijd dat ik dankzij mijn familie overal terechtkan, maar ik ben meer op zoek naar maatschappelijke projecten. Zo droom ik ervan om les te geven in gevangenissen. Maar dat is misschien voor een volgend interview, want ik moet nu echt weg.”

Bedankt voor het gesprek.

© Humo