Direct naar artikelinhoud
AchtergrondHuwelijkscontract

‘Alsof we er nu bijna van uitgaan dat het straks misloopt’: nekt het huwelijkscontract de romantiek?

‘Alsof we er nu bijna van uitgaan dat het straks misloopt’: nekt het huwelijkscontract de romantiek?
Beeld BELGA

Het huwelijkscontract zit in de lift, maar erg romantisch voelt dat niet. Doet het iets af van je geloften, wanneer je er rekening mee houdt dat ze misschien niet voor eeuwig en altijd standhouden?

“Voor mij toch een beetje”, zegt Sophie*, na even twijfelen, op de vraag. Ze merkt het vooral gevoelsmatig, wanneer de planning van haar nakende huwelijk op tafel ligt. De ceremonie, het feest, daar laadt ze zich met gemak voor op. “Maar een gesprek over dat notariële ding, daar heb ik nooit zin in. Ook al hebben we de zwaarste knopen eigenlijk al doorgehakt.”

Met dat ‘notariële ding’ bedoelt ze een huwelijkscontract, waarbij er wellicht een scheiding van de goederen komt met uitzondering van het huis. Vooral haar verloofde drong aan op die financiële onafhankelijkheid van elkaar. “Die rationele blik volg ik ergens wel, want mensen gaan soms uit elkaar”, zegt Sophie. Het is bij haar vooral de doorgeprikte romantiek die wringt. “Het voelt alsof we er nu bijna van uitgaan dat het straks misloopt, en dat we elkaar dan in ’t zak zouden zetten. Daar weiger ik in te geloven.”

Bij de notaris langsgaan voor een huwelijkscontract is in België niet verplicht. Gehuwde koppels die er geen afsluiten, komen automatisch onder het wettelijk stelsel terecht. Ruwweg: de goederen en inkomsten die voor het huwelijk werden verzameld, blijven gescheiden, alles erna vormt een gezamenlijk vermogen.

Herziening

Uit cijfers van Notaris.be, waarover de Mediahuis-kranten berichten, blijkt dat steeds meer Belgen langsgaan voor een huwelijksovereenkomst. In 2022 klopten 40.000 koppels aan bij een notaris, tegenover ruim 35.000 in 2018. Het aantal afgesloten contracten bij de start van het huwelijk, ongeveer een derde van de dossiers, blijft vrij stabiel. Vooral verder in het huwelijk blijkt een herziening best populair.

Notaris Jelle Van Hove, woordvoerder van Notaris.be, merkt dat er steeds bewuster wordt nagedacht over het einde van een huwelijk. “Dat klinkt inderdaad niet erg romantisch, maar eigenlijk spreekt dat niet meteen je liefde voor elkaar tegen. Want sowieso stopt het verhaal ooit: ofwel ga je uiteen, ofwel sterft een levenspartner.” Op latere leeftijd kan dat laatste een zetje zijn voor een wijziging, wanneer een successieplanning zich opdringt.

“Het zijn niet de leukste gesprekken om te voeren”, zegt Van Hove, die een koppel wel eens een stroomstoot geeft door te vragen of die solidaire, wettelijke regeling nog wel opgaat als een van de partners plots met de postbode naar de noorderzon verdwijnt. “Maar het loont wel de moeite.”

Gemeenschappelijke rekening

Leggen we de cijfers naast het aantal huwelijken in België volgens Statbel, dan wordt er de laatste jaren bij ongeveer drie op de tien huwelijken een aangepaste overeenkomst getekend. Verschillende opties zijn daarbij mogelijk, gaande van een verregaande scheiding of samenvoeging van de vermogens tot een heel specifieke clausule.

“Wij hebben vooral voor een huwelijkscontract gekozen omdat we beiden zelfstandige zijn”, vertelt Manon*, die volgende week trouwt. Een clausule moet voorkomen dat een faillissement – mocht dat ooit voorkomen – uitgesmeerd raakt over beide partners binnen het huwelijk, verder geldt de wettelijke regeling.

“Als we uit elkaar zouden gaan, kan dit dus nog steeds miserie opleveren. Al geloof ik dat we er ook dan op een volwassen manier uitraken”, zegt Manon. Door een aantal kennissen, die zelf een scheiding achter de rug hebben, is ze nochtans uitvoerig gewaarschuwd dat ze daarmee een risico neemt. De huidige wettelijke regeling zou “niet meer van deze tijd” zijn, klinkt het dan.

Realisme

Is er dan een zeker pessimisme neergedaald over het huwelijk? Of is het eerder realisme, dat we bij aanvang toch al rekening houden met het einde? De cijfers zijn op dat vlak vrij duidelijk: vier op de tien Belgische huwelijken eindigen vandaag in een echtscheiding, en in Vlaanderen is de huwelijkskans – het aantal huwelijken per 1.000 niet-gehuwden van 18 tot 79 jaar – tussen 2000 en 2019 gedaald van 31 naar 20.

“Sinds de eeuwwisseling hebben we een enorme shift gezien, weinig mensen weten dat er vandaag meer mensen wettelijk gaan samenwonen dan er huwelijken voltrokken worden”, zegt familiesocioloog Dimitri Mortelmans (UAntwerpen). Trouwen is allang niet meer de maatschappelijke norm om het ouderlijke nest te mogen verlaten. We trouwen dan ook op steeds latere leeftijd.

Samenwonen, al dan niet wettelijk, dwingt koppels volgens Mortelmans om zich aan de keukentafel over tricky vragen te buigen. Een klassieker: storten we de lonen integraal op een gemeenschappelijke rekening, of houden we die financiële stromen toch liever gescheiden? De vraag stellen, houdt niet per se een waardeoordeel in over je relatie. Waarom zou het dat in een huwelijk dan wel doen?

“Bij gehuwden was zo’n gesprek lange tijd een soort motie van wantrouwen”, zegt Mortelmans, die ziet dat de tussenstap van samenwonen tot een bewuster gesprek heeft geleid. “Al zal het zeker ook spelen dat sommige mensen zich na een mislukt huwelijk een volgende keer wat beter willen beschermen.”

Overigens hoeft dat rationele gesprek over centen en goederen niet per se tot een ‘kil’ huwelijkscontract te leiden. Een clausule die je levenspartner beschermt tegen onheil op professioneel vlak, levert bijvoorbeeld best een liefdevolle akte op.

* Sophie en Manon zijn schuilnamen, hun identiteit is gekend bij de redactie.