Direct naar artikelinhoud
InterviewJacotte Brokken

Weervrouw Jacotte Brokken: ‘Op de VRT heb ik nooit opmerkingen gekregen. Mijn figuur is er de normaalste zaak ter wereld, wat ik superfijn vind’

‘Duikt er een trol op? Dan blokkeer ik die.’Beeld Damon De Backer

Zeg niet zomaar spring-in-’t-veld tegen Jacotte Brokken (30), de nieuwe weervrouw van de VRT. Dat is ze, zeker, maar ook pleitbezorger voor vrouwelijke wetenschappers, liefhebber van sumoworstelaars, hoogbegaafd chemicus en TikTokster. ‘Ik ben groot in alle dimensies.’

De nieuwe weervrouw wandelt niet. Ze aarzelt ook niet. Ze valt ergens binnen en begint meteen te babbelen. “Mijn ouders toonden me onlangs vakantiefilmpjes waarin ik het weer voorspel. Ik sta daar lustig te zeveren: ‘Daar is de maan, de maan is bijna volledig rond. Het wordt erg warm morgen.’

“Op vakantie speelde het weer een belangrijke rol bij ons. In ons hotel in Italië stond bij het ontbijt altijd het weerbericht op. Een kolonel presenteerde er de weersverwachting. ‘Kijken naar de kolonel’, dat was onze kleine vakantietraditie. Daarna beslisten we wat we die dag zouden doen. Of we naar het strand of naar een museum zouden gaan. Nu ben ik ‘de weerkolonel’ van België.” (lacht luid)

Toch beweert u dat u nooit zelf gesolliciteerd zou hebben voor de job van weervrouw. Waarom niet?

“Als er een vacature was geweest voor de vervanger van Frank Deboosere, had geen haar op mijn hoofd eraan gedacht dat ik goed genoeg zou zijn om hem op te volgen. Ik heb dat heel vaak met vacatures. Bij elke vereiste denk ik: dat kan ik, dat kan ik ook, maar ik twijfel of ik er wel 100 procent geschikt voor ben. En dan ben ik geneigd om niet te solliciteren. Ik lijd ook geregeld aan het oplichterssyndroom. Dat ik denk: ze gaan beseffen dat ik maar doe alsof. Maar dan zeg ik tegen mezelf: ‘Ach, iedereen doet maar wat.’ Gelukkig ben ik voor deze job gevraagd.”

U hebt geen meteorologie gestudeerd. Uw voorgangers wel?

“Sabine Hagedoren noch Frank Deboosere heeft een meteorologisch diploma. Ze hebben wel een wetenschappelijke vooropleiding en een grote interesse in weerkunde, net zoals ik. Die kennis vind ik erg belangrijk. En het op een goede manier kunnen uitleggen, is dat uiteraard ook.”

Hoe komt het dat deze lente zo fris en zo nat is? Ligt dat aan de klimaat­verandering?

“Het is inderdaad een bovengemiddeld nat en fris voorjaar. Bovengemiddeld, maar niet extreem. Niets abnormaals dus. Dit is dus geen gevolg van de klimaatverandering, maar gewoon eigen aan ons Belgisch weer. We hebben wel met z’n allen de neiging om vooral het goede weer van vorige jaren te onthouden. Bovendien werden we de afgelopen jaren verwend met een uitzonderlijk droog en zacht voorjaar.”

Frank Deboosere raadde u een olifantenvel aan tegen kwetsende commentaren. Is dat er al?

“Neen. Dat ben ik nog aan het kweken. Voorlopig pas ik de tactiek van de vermijding toe: ik ga op sociale media niet op zoek naar comments. Op Instagram en op Tiktok krijg ik juist veel complimenten. Ik heb daar een persoonlijke bubbel gecreëerd waar de vrolijkheid regeert. Duikt er toch een trol op, dan blokkeer ik die.”

Waar gaan de negatieve commentaren over?

“Over mijn geslacht of mijn figuur. Mensen schrijven dat hun tv te klein is voor mijn postuur of dat ik de Ardennen afdek. Blijkbaar vinden velen dat alleen modellen op tv thuishoren. Ik haal dan mijn schouders op en denk: ‘Moeten we daar anno 2023 echt nog mee bezig zijn? Zijn we daar al niet lang voorbij?’

JACOTTE BROKKEN
• geboren in 1993
• studeerde in 2015 af als master scheikunde aan de Universiteit Antwerpen
• volgde daarna een lerarenopleiding en een post- graduaat Digital Content Creation
• doceert journalistiek aan de Artevelde Hogeschool
• ging in 2019 bij de VRT aan de slag als digital creative
• volgde in april dit jaar weerman Frank Deboosere op

“Ik weet ook: die commentaren zijn eerder een teken van hun onzekerheid dan van die van mij. Hier op de VRT heb ik nooit opmerkingen gekregen. Mijn figuur is er de normaalste zaak ter wereld, wat ik superfijn vind.”

Was u altijd zo complexloos?

“Neen. Als tiener wilde ik 1,60 meter zijn met kledingmaat 34 en schoenmaat 38. Want ik heb ook nog eens grote voeten. (lacht) Ik ben gewoon groot in alle dimensies. (lacht luider) In de loop van de jaren heb ik − ook dankzij de ­bodypositivitybeweging − acceptatie gevonden. Mijn Instagram- en TikTokfeeds zitten vol met vrouwen die hetzelfde postuur hebben als ik en die daar trots op zijn. Dat geeft me zelfvertrouwen.”

U bent op Instagram of Tiktok nooit in een tunnel beland met foto’s van ultramagere meisjes?

“Ik had het geluk dat mijn algoritme goed zat en dat ik vrouwen met het juiste postuur en de juiste intenties zag. Jongeren zien inderdaad vaak hele magere mensen die dieettips geven, hun ontbijt overslaan en vijf liter water drinken. Ik ben ook blij dat ik pas op meerderjarige leeftijd met Instagram en Tiktok ben begonnen. Nu, als 12-jarige in die wereld terechtkomen, moet onnoemelijk heftig zijn.”

Eric Goens noemt Tiktok deze week in Humo ‘het meest bloeddorstige forum van ­allemaal’.

“Als je het fout gebruikt, is het een gevaarlijk medium. Als je mediawijsheid hebt, als je de truken doorziet, is het er juist mooi en creatief.

Weervrouw Jacotte Brokken: 'Mensen schrijven dat hun tv te klein is voor mijn postuur of dat ik de Ardennen afdek. Blijkbaar vinden velen dat alleen modellen op tv thuishoren.'Beeld Damon De Backer

“Jongeren moeten we zo veel mogelijk begeleiden op sociale media. Daar ligt een taak voor de ouders en de leerkrachten. Juist daarom wil ik zelf ook zo veel mogelijk content op Tiktok zetten. Ik kan door mijn job en mijn opleiding een geloofwaardig figuur zijn die ermee voor zorgt dat het platform niet door complotdenkers en antivaxers wordt overgenomen. Tiktok mag door zulke akelige figuren niet doodbloeden. Ook Karrewiet, #nwsnwsnws of HLN plaatsen vaak factchecks op Tiktok.”

Is TikTok een blijver?

“Facebook en Instagram zijn nu voor oude mensen. No offense, maar het zit er bomvol boomers en reclame. Bij Instagram sluiten steeds meer veertigers en vijftigers zich aan. Tiktok zal ooit ook die weg opgaan. Als er een ouder ­publiek opduikt, zoeken tieners een andere ­virtuele hangplek.”

Er heerst een TikTokverbod voor ministers, ambtenaren en parlementsleden. Denkt u nooit: Xi Jinping kijkt mee?

“Dat vind ik een hele moeilijke. Ik heb voor mezelf grenzen getrokken, ik denk goed na over wat ik post. Staatsgeheimen kan ik niet delen, want die ken ik niet.”

Droomt u eigenlijk van een 36-jarige carrière zoals Frank Deboosere die had?

“Ik denk niet dat het nog van deze tijd is dat je gedurende je volledige loopbaan dezelfde job doet. Ik ben acht jaar aan het werk en heb al vijf verschillende jobs gedaan.”

Kan dat überhaupt nog bij de VRT, zo’n lange carrière? In de periode dat u uw contract als weervrouw tekende, kregen vijftig mensen hun ontslag.

“Ja, dat was lastig. Heel awkward ook: ik was dolgelukkig terwijl andere mensen de laan ­werden uitgestuurd.”

U mag zelfs niet meer met journalisten praten, tenzij voor dit soort interviews. Wat vindt u daarvan?

“Geen commentaar. Dat soort politieke beslissingen, daar hou ik me compleet buiten.”

Gaat het tv-weerpraatje nog lang bestaan? Steeds minder jongeren kijken tv, er zijn weerapps bij de vleet.

“Mensen die niet lineair kijken, zullen niet speciaal voor ons inzappen of via VRT MAX uitgesteld kijken. We moeten hun via apps en sociale media informatie geven. Bij hen binnenkomen waar ze aanwezig zijn. Bij anderen zitten we wel nog in het avondritueel ingebakken en zijn we een vaste afspraak na Het journaal en voor Thuis.”

Beschouwt u het als uw missie om de klimaatopwarming aan te kaarten?

“‘Missie’ is een groot woord. De insteek van de VRT-klimaatredactie vind ik schitterend. Zij bombarderen de mensen niet met deprimerend klimaatnieuws. Ze geven hoopvolle berichten én verliezen de objectiviteit niet uit het oog. Hoe verder in de toekomst, hoe duidelijker de impact van het klimaat zal worden op het weer. Beide zullen in elkaar overvloeien. Helaas. Die impact zal ook steeds dichterbij komen: denk maar aan de overstromingen in Wallonië (in juli 2021, red.) of de huidige uitzonderlijk hoge ­temperaturen in Spanje.”

Wordt u daar soms zelf moedeloos van?

“Ik heb nog geen klimaatdepressie, maar het wordt wel steeds uitdagender om er hoopvol over te berichten. Ik geef klimaatjournalistiek aan de Arteveldehogeschool en heb daar vaak discussies over met mijn studenten. In hoeverre moet je rekening houden met wat het nieuws doet met je publiek? Mag je een activistisch toontje aanslaan?”

'De insteek van de VRT-klimaatredactie vind ik schitterend. Zij bombarderen de mensen niet met deprimerend klimaatnieuws. Ze geven hoopvolle berichten én verliezen de objectiviteit niet uit het oog.'Beeld Damon De Backer

Moet journalistiek geen neutraliteit nastreven?

“Uiteraard is een journalist geen activist. Maar... Mocht het nieuws nu uitsluitend over overstromingen in Pakistan of bosbranden in Brazilië gaan, zullen de mensen het probleem verkleinen en uitindelijk negeren. Je brengt beter nieuws dichter bij huis, je maakt de vertaalslag naar België of geeft er een ‘What’s in it for me?’-draai aan. En je schotelt best oplossingen voor. Anders worden we inderdaad allemaal collectief depressief.”

Mediawetenschapper James Painter zei onlangs in de Volkskrant dat we van een ‘bewijsscepsis’ naar een ‘oplossingenscepsis’ evolueren. Klimaatsceptici stellen de opwarming niet meer in vraag, maar poneren dat de technologie alles wel zal oplossen of dat grote vervuilers, zoals China, veel meer moeten doen.

“Sommige mensen steken inderdaad hun kop in het zand omdat ze denken dat het toch al een verloren strijd is. Anderen wijzen alleen op de verantwoordelijkheid van China of andere landen die nog steenkool gebruiken. Daar zit een psychologisch probleem. We hebben zeker nog klimaatwetenschappers nodig, maar ook klimaatpsychologen en -sociologen. Mensen die weten hoe je grote groepen gemotiveerd en geëngageerd krijgt.

“Ik ben geen beleidsmaker, maar ik zou die psychologen en sociologen meer voor overheidscommunicatie inzetten. We schuiven ook te vaak de schuld op de schouders van het individu. Ligt het probleem niet vooral bij de politiek en de multinationals? Ik vind het trouwens altijd heel dubbel wanneer mensen me klimaattips vragen.”

We vragen ze toch, die klimaattips.

(lacht) “Moderatie is het toverwoord. Mijn aanpak is niet: eet veganistisch! Maak je eigen kleren! Koop tweedehands! Neen. Zoals je variatie in je eetpatroon moet stoppen, moet je ook gematigdheid in je klimaatgedrag brengen. We moeten niet allemaal elke dag door weer en wind met de fiets en de trein naar het werk. Als het kan, laat dan de auto eens staan en spring op die fiets. Het heeft een groter effect als iedereen één dag per week veganistisch eet, dan wanneer een beperkte groep dierlijke producten helemaal links laat liggen.”

Japan is uw favoriete reisbestemming. Wordt u niet door vliegschaamte geplaagd?

“Ja, ik voel wel vliegschaamte. Toch compenseer ik mijn vluchten niet door geld in een fonds te stoppen waarmee je bomen plant. Dat lijkt me altijd een beetje louche: drie bomen planten in Afrika omdat je naar Bali vliegt.

Bonafide organisaties mogen altijd contact met me opnemen.

“Ik doe wel geen zotte vliegweekendjes naar Barcelona of Riga. Maar voor Canada of Japan kan het niet anders. Het enige alternatief is de boot, wat nog veel vervuilender is dan het vliegtuig. Ik pas die moderatie dus ook in mijn eigen leven toe.”

Hoe boos zijn uw studenten op de boomers?

“O, het zijn beleefde jongeren, hun boosheid valt wel mee. Ik verwachtte dat mijn aula vol met vroegere klimaatspijbelaars zou zitten, maar het zijn niet allemaal klimaatstrijders die vegan eten en tweedehandskleren dragen. Er zitten ook studenten tussen die zich echt in de klimaatwetenschap willen verdiepen. Het is mooi om te zien hoe die groepen samen de juiste toon in de klimaatjournalistiek proberen te vinden.”

Is er een generatiekloof over de klimaat­opwarming?

“Jongeren voelen zich vooral hulpeloos. Ze denken: ik ben minderjarig, ik heb nog niks gedaan, en toch kom ik in een wereld terecht die geruïneerd is. Ze zoeken ook echt een manier om hun stem te laten horen. Een leven zonder auto en zonder veel vlees vinden zij vaak heel normaal. Die gedragsveranderingen zullen ­blijven.”

U geeft les, maar maakt al veel langer video’s voor YouTube en Tiktok. Wilde u graag ­bekend worden?

“Ik wilde een bekende YouTuber worden, ja. Ik spiegelde me aan die Amerikaanse YouTube-­sterren met miljoenen abonnees. Mijn man sleurde ik, onder zachte dwang, mee in mijn droom. (lacht) Algauw ontdekte ik echter dat Vlaanderen heel klein is. En de groep Vlamingen die wekelijks YouTube aanklikt, is nog veel kleiner. Dat heeft me gemotiveerd om mijn postgraduaat te volgen en filmpjes voor andere merken te maken.”

Jaren geleden stond u al in de media met uw hoogbegaafdheid. Hoe komt het dat uw IQ al in de tweede kleuterklas werd getest?

“Een kleuterjuf had opgemerkt dat ik verder stond dan de andere kindjes. Uit tests bleek dat ik een hoog IQ heb en beter de derde kleuterklas kon overslaan. Het eerste leerjaar was wel moeilijk omdat ik jonger was...”

En kleiner?

(lacht) “Neen, ik ben de hele lagere school lang de grootste van de klas geweest. Mijn ouders zijn nochtans geen reuzen.”

Werkt uw brein anders dan dat van mij?

“Hoogbegaafdheid heeft niks met intelligentie te maken. Dat zit wel in het begrip ‘IQ’, maar eigenlijk is dat misleidend. Ik denk gewoon wat sneller, ik leg wat meer linken. Ik ken boeken zeker niet meteen vanbuiten. Er zit zelfs een soort rem op mijn brein. Als het mij niet interesseert, lukt het niet. Vakken die mij niet boeiden in het middelbaar – zoals geschiedenis –, daar buisde ik op. Mijn ouders hebben gevloekt op mij. Als ik nu historische sites of musea ­bezoek, moet ik vaststellen: ik ken hier nul de ­botten van.

‘Gematigdheid is mijn devies! Mijn aanpak is niet: eet veganistisch, of: maak je eigen kleren. We moeten niet allemaal elke dag door weer en wind met de fiets en de trein naar het werk. Als het kan, laat dan de auto eens staan en spring op die fiets.'Beeld Damon De Backer

“Je hebt verschillende hoogbegaafde profielen. Mensen die alles kunnen studeren en mensen die nauwelijks interesses hebben. Ik zit daar een beetje tussen. Het is een geluk dat ik een diploma heb behaald, want het omgekeerde had ook gekund, als het me niet genoeg had geïnteresseerd. De klik met chemie was er al in het vijfde en zesde middelbaar. Het was mijn grote droom om professor te worden, maar ik vond mijn draai niet tijdens mijn assistentschap. Ik kon moeilijk tegen de eenzaamheid. Lesgeven deed ik wel heel graag.”

En nu bent u juf Jacotte op tv.

(lacht) “Weerjuf Jacotte!”

Lag u goed in de groep op school?

“In het lager en in het middelbaar was ik ‘die rare’. Ik had vrienden, maar werd gepest. Je kon me ook met veel dingen pesten. Die lengte, die hoogbegaafdheid, die voornaam. Kinderen zijn ‘evil’ voor elkaar. Meedogenloos. In het vijfde middelbaar ben ik van school veranderd ­omdat ik niet aanvaard werd zoals ik was. Van Beveren ging ik naar ‘de grote stad’ Sint-Niklaas. Op mijn nieuwe school was alles anders. In ­Beveren was de Latijnse ‘voor de snobs en de nerds’ waar niemand bij wilde hangen. In Sint-Niklaas waren dat juist ‘de toffen’ die op vrijdagavond op het plein pintjes dronken. Een nieuwe wereld ging open.”

Voelt het als wraak tegenover uw pesters dat u nu op tv komt?

“O neen. Ik denk over hen hetzelfde als over internettrollen. Gewoon negeren en uit mijn leven duwen.”

Gaat er te weinig aandacht naar uitblinkers zoals u? Uit onderzoek blijkt dat zij, als ze veel stimulansen krijgen op school, een enorme economische meerwaarde hebben.

(moet heel luid lachen) “Goh, ik weet niet hoe er nu met leerlingen zoals ik wordt omgegaan. Ik dacht: ik sla mijn jaar over, ik trek mijn plan, de kous is af. Het onderwijs kan wel hoogbegaafde jongeren pinpointen en hen uitdagingen buiten de schooluren aanreiken. Zoals CoderDojo (lab waar kinderen leren programmeren, red.) of de STEM-olympiade. Met aparte klassen voor hoogbegaafden heb ik het moeilijk omdat je dan precies alle freaky genieën in een hoekje wegsteekt. Dan geef je hun ook niet de kans om met niet-hoogbegaafden te leren omgaan.”

Zoekt u automatisch andere hoogbegaafden op?

“Hoogbegaafdheid gaat vaak samen met autisme en ADHD. Ik merk dat er veel mensen in mijn omgeving op dat spectrum zitten en dat het meteen − bizar genoeg − goed klikt met hen. Onbewust herken ik precies de mensen met een brein dat op dezelfde manier werkt als het mijne.

“Uit onderzoek blijkt dat neurodiverse mensen andere neurodiverse mensen effectief opzoeken. Ik heb mijn vermoedens dat ik autisme of ADHD heb, maar ik worstel ermee of ik dat wel op papier wil.”

Waarom?

“Misschien is het wel voldoende dat ik weet hoe ik ermee moet leven? Ik heb vijftien alarmen op mijn gsm ingesteld zodat ik overal op tijd zou komen. Ik ben zo snel afgeleid dat een alarm me af en toe wakker moet schudden. Ik kan zo diep in een onderwerp duiken dat ik geen tijdsbesef meer heb. Ik volg ook enkele accounts op Instagram met ADHD-memes. Als ik die zie, denk ik altijd: ha, ik ben niet alleen. Al zijn die mopjes best confronterend.

“Wanneer alles minder goed lukt, wanneer ik denk dat ik toch meer begeleiding nodig heb, duikt de vraag wel op: moet ik me toch laten testen? Maar voorlopig zit ik in een goede flow. Met mijn zeventien timers. (pauzeert even)

“Veel vrouwen worden doorgaans pas op oudere leeftijd gediagnosticeerd. Omdat er nu pas aandacht naar hen gaat of omdat de symptomen pas op latere leeftijd opduiken, dat is nog niet duidelijk. Lang is ook gedacht dat het alleen om fysieke hyperactiviteit ging, terwijl het even goed mentale hyperactiviteit kan zijn. Ik heb wel al nagevraagd bij vriendinnen hoe het is om je te laten testen. En dat blijkt een lange en moeilijke weg. Nu heb ik daar in elk geval geen tijd voor.”

Waarom bent u er zo op gebrand dat meer vrouwen wetenschap gaan studeren?

“Een diverser publiek moet zich verdiepen in de wetenschap, omdat die mensen allemaal, vanuit hun eigen invalshoek, anders naar wetenschap zullen kijken. Zij zullen zo voor andere én betere wetenschap zorgen. Het gaat me om het besef dat dit niet per definitie een wittemannenwereld is. Iedereen heeft er een plaats, iedereen mag die opeisen.”

Bent u de vrouwelijke Lieven Scheire?

“Als tiener was Lieven Scheire mijn held omdat hij én over wetenschap vertelde én grappig was. Maar nu zijn er andere ‘Lieven Scheires’ − mannen en vrouwen − uit de grond ontsproten, zoals Hetty Helsmoortel. Het hele concept van ‘een vrouwelijke Lieven Scheire’ is dus overbodig.”

Nog een onontbeerlijke vraag. Wat hebt u met sumoworstelen?

(schaterlacht) “Bij onze eerste reis naar Japan passeerden mijn man en ik toevallig langs een sumowedstrijd. Sindsdien zijn we blijven kijken. In het weekend zitten we in pyjama met ons ontbijt voor tv om toch maar geen seconde te missen. We verzamelen nu ook prentjes van ­sumoworstelaars zoals anderen Pokémonkaartjes bij elkaar zoeken.

“De sport heeft maar twee regels: je moet je tegenstander tegen de grond duwen of uit de ring krijgen. Er zit zoveel drama in! In Leuven heb ik onlangs een spreekbeurt gegeven over sumo en ik kreeg heel de zaal enthousiast mee. Dat was echt het voorlopig hoogtepunt van mijn sumofandom! Ik zit ook in een Discord­server waar er live Engels commentaar op ­sumowedstrijden wordt gegeven. Wie weet maak ik ooit wel een sumobased weerpraatje!”