Groot alarm bij Groen en Open VLD, Vlaams Belang en Vooruit grootste winnaars in nieuwe peiling

Een jaar voor de verkiezingen staat het politieke centrum met CD&V en Open VLD op kraken, verscheurd tussen een rechts blok van Vlaams Belang en N-VA en een links blok van Vooruit en PVDA. Groen verschrompelt. Dat blijkt uit de politieke peiling van De Stemming, het opinieonderzoek van De Standaard en VRT.Nws.

Jan-Frederik Abbeloos

De peiling toont een totaal verschillend kieslandschap vandaag tegenover de verkiezingen van 2019. Was de N-VA toen nog soeverein de grootste partij en schommelden de meeste partijen tussen 10 en 15 procent, dan zien de krachtsverhoudingen er inmiddels helemaal anders uit.

Het centrum: groot alarm voor Open VLD, geen stikstofbonus voor CD&V

De twee traditionele centrumpartijen, CD&V en Open VLD, staan op zwaar verlies en duiken beide onder de tien procent. Elke peiling komt met een foutenmarge, maar ook de meest gunstige prognose biedt zicht op amper 11 procent van de stemmen. CD&V en Open VLD dreigen samen 10 procentpunten van de stemmen te verliezen ten opzichte van 2019. "Beide centrumpartijen zitten blijkbaar in hetzelfde schuitje", analyseren politicologen Stefaan Walgrave (UA) en Jonas Lefevere (VUB), die het onderzoek uitvoerden.

Vooral voor Open VLD is dat een dreun. Met 9,3 procent noteert de partij het slechtste resultaat ooit in dit onderzoek. Op alle vlakken gaan de alarmen af. De liberalen verliezen kiezers aan alle andere partijen, maar nog het meest aan Vooruit, N-VA en zelfs PVDA. Ook een teken aan de wand: van alle kiezers zijn die van Open VLD het minst zeker dat ze ook effectief op de partij zullen stemmen volgend jaar. Tot slot, maar niet onbelangrijk, ook premier Alexander De Croo boet aan populariteit in.

Bij CD&V heeft Sammy Mahdi het tij nog niet kunnen keren. Hij volgde vorig jaar Joachim Coens op, die opstapte als voorzitter nadat De Stemming de partij op een bodemkoers van 8,7 procent had gepeild. Met 9,2 procent doet CD&V een jaar later amper beter, zeker de foutenmarges indachtig. Het onderzoek toont dat CD&V zich verkeken heeft op de electorale winst die ze kon puren uit haar forse opstelling in het stikstofdossier. De meeste kiezers lagen niet wakker van dat dossier, toont De Stemming, en CD&V oogstte er veel negatieve publiciteit mee. Voorts blijven de bekende manco’s aanwezig: de partij heeft eigenlijk geen kopstukken die appelleren, geen thema’s die aan de partij kleven en een kiespubliek dat alleen nog op de partij stemt uit gewoonte.

Op links: grote winst voor Vooruit en PVDA, Groen duikelt naar beneden

Waar ligt het plafond van de populariteit van Vooruit en voorzitter Conner Rousseau? Dat is stilaan de vraag nu de partij voor het vierde jaar op rij beter peilt, ondertussen net geen 17 procent. Daarmee wordt de partij de leidende formatie op links, daar waar Vooruit en Groen bij de verkiezingen in 2019 elk op 10,1 procent zaten. Want terwijl Vooruit doorstoomt, krimpt Groen tot minder dan 8 procent, minder dan de helft dus van de socialistische notering. Groen verliest daarbij in de eerste plaats stemmen aan Vooruit. Er is dus echt een verschuiving op links bezig.

Terwijl de kiezer Groen associeert met klimaat, energie en mobiliteit – er kleven dus best wel wat thema’s op de partij – trekt Vooruit de sociaaleconomische thema’s sterker naar zich toe, zoals werkgelegenheid, gezondheidszorg, pensioenen en sociale zekerheid. En kiezers vinden vooral die rode thema’s belangrijk. Het maakt dat de partij breed kiezers aantrekt, van bij Open VLD, over de N-VA tot Groen en zelfs Vlaams Belang. Tot slot is er ook het Rousseau-effect. De voorzitter van Vooruit wordt peiling na peiling populairder – alleen N-VA-voorzitter Bart De Wever doet nog beter.

In tegenstelling tot bij Groen staat de groei van Vooruit de groei van de PVDA niet in de weg. Ook de marxisten doen een grote sprong voorwaarts van 5,3 procent in 2019 tot bijna 10 procent. Ze appelleren nu aan een even grote groep kiezers als Open VLD en CD&V en worden zelfs groter dan Groen. Dat is ongezien in Vlaanderen. De partij wordt in de ogen van haar kiezers gezien als de echte linkse partij tegenover Vooruit en Groen, waar het vooral kiezers haalt.

Tot slot, de drie partijen samen halen nu ruim 34 procent, flink meer dan de 25,4 procent in 2019. Stemde toen een kwart van de Vlamingen links, dan is nu een derde van de stemmen haalbaar.

Op rechts: N-VA op achtervolgen aangewezen

De grote vraag bij de verkiezingen van 2024 wordt ongetwijfeld of Vlaams Belang de grootste partij wordt, dan wel de N-VA. De nieuwe editie van De Stemming plaatst Vlaams Belang met 24,6 procent weer stevig op de eerste plaats. De N-VA doet het met 21 procent een pak slechter, ook ten opzichte van de verkiezingsuitslag van 2019, toen de partij nog 24,8 procent haalde. En dat ondanks de blijvende populariteit van De Wever.

Zelfs als we de foutenmarges meenemen, lijkt de kans groot dat Vlaams Belang op dit moment de grootste partij wordt. Die winst is in hoofdzaak het resultaat van N-VA-kiezers die naar Vlaams Belang lopen. En van alle partijen zijn de kiezers van Vlaams Belang het meest overtuigd van hun stem. "Het Vlaams Belang zit zeker het meest gebeiteld voor 2024. De kans dat de partij nog veel van de huidige kiezers zal verliezen, lijkt het kleinst", zeggen Walgrave en Lefevere. De partij weet als geen ander de onvrede over de migratieproblematiek, de facturen en de politiek zelf te capteren.

Samen halen de Vlaams-nationalistische partijen ruim 45 procent van de stemmen. Samen een meerderheid halen in het Vlaams Parlement blijft zeker mogelijk als beide partijen volgend jaar optimaal scoren.

Conclusie: tussen rechts en links is het zweten

Schematisch kunnen we zeggen dat op tien Vlaamse kiezers er bijna 5 rechts stemmen (Vlaams Belang, N-VA), zeker 3 links (Vooruit, PVDA, Groen) en nog maar 2 in het centrum zitten (Open VLD, CD&V). Die krachtsverhoudingen zouden de Vlaamse politiek een nieuw tijdperk binnenloodsen, met een duidelijke links-rechts tegenstelling. Elke zijde wordt vertegenwoordigd door een beleidspartij (N-VA versus Vooruit) en een zweeppartij (Vlaams Belang versus PVDA). Die herverkaveling wordt nu al enkele edities van De Stemming uitgesprokener, wat slecht nieuws is voor de toekomstperspectieven van Open VLD, CD&V en Groen.

Tot slot: 11,2 procent van de bevraagden zou blanco stemmen of heeft nog geen keuze gemaakt. Dat maakt dat er nog veel bewegingen mogelijk zijn. Hoe verder van de vorige verkiezing, hoe minder robuust peilingen ook worden. Steeds meer kiezers weten niet meer voor wie ze in 2019 stemden of herinneren het zich fout. Dat maakt het herwegen van de steekproef naar de totale populatie Vlaamse stemgerechtigden moeilijker.

Methodologie

In opdracht van De Standaard en VRT.Nws ondervroegen de Universiteit Antwerpen en de Vrije Universiteit Brussel in totaal 2.092 meerderjarige inwoners van het Vlaams Gewest, waarbij onderzoeksbureau Kantar instond voor het rekruteren van de respondenten. De online bevraging vond plaats tussen 13 en 23 maart. De resultaten werden herwogen voor wat leeftijd, geslacht, opleiding, provincie en stemgedrag in 2019 betreft, om de steekproef representatief te maken voor de Vlaamse stemgerechtigde bevolking. Omdat niet alle respondenten stemgedrag 2019 invulden, gebeurde de finale analyse op 1.921 antwoorden.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen