Vlaming Thomas helpt op de ziekenhuistrein voor slachtoffers aan het front in Oekraïne: “Mensen in nood helpen, dat is mijn roeping”

Wat ooit een nachttrein was, is nu een ziekenhuis op wielen. Wij reisden mee, in het spoor van Vlaming Thomas Opgenhaffen (51), tijdens de evacuatie van burgerslachtoffers vanuit de meest getroffen regio’s in Oost-Oekraïne.

Arnaud De Decker in Oost-Oekraïne

De lente is aangebroken op het centrale plein van Pokrovsk, een stad in de provincie Donetsk in het oosten van Oekraïne. Het is middag, maar aan het station van de mijnwerkersstad is geen ziel te bespeuren. Ook voor de oorlog stopte hier maar één passagierstrein per dag.

De stopplaats telt nochtans een indrukwekkend aantal sporen. Pokrovsk is een belangrijk knooppunt voor de intensieve steenkoolmijnbouw in de regio. Ongeveer een dozijn treinen zou tegelijkertijd het station kunnen doorkruisen, vol steenkool.

Maar het is de typisch blauwe nachttrein die nu binnenrijdt, om 15.04 uur, en de meeste aandacht trekt. In enkele minuten tijd staat er al een indrukwekkende menigte op perron 1. Ziekenwagens van het Oekraïense Rode Kruis en Artsen Zonder Grenzen staan aan het perron en een tiental verplegers – uitgerust met kogelwerende vesten – overlegt over de toestand van de patiënten. Het is alle hens aan dek, want de trein blijft hier slechts een uur, vooraleer hij doorrijdt richting westen. In die tijd moeten alle patiënten zorgvuldig naar binnen geholpen worden.

Een ambulance van Artsen Zonder Grenzen rijdt tot op het perron. Het front bevindt zich op amper vijftig kilometer ten oosten.© ADD

Sinds de start van de oorlog, in februari vorig jaar, bekleedt de stad Pokrovsk – naast haar rol in de mijnbouw – immers nog een andere functie. Het front bevindt zich op amper vijftig kilometer ten oosten, dagelijks worden burgerslachtoffers naar hier gebracht. Wie er te slecht aan toe is, wordt met de trein, volledig omgevormd tot rijdende kliniek, naar westelijke steden als Rivne en Lviv gebracht, zo’n duizend kilometer verderop.

Bezorgde familieleden

Thomas Opgenhaffen (51) loopt naar me toe. Hij draagt een groen verplegersjasje en verwelkomt me hartelijk. “Ga je even melden bij onze projectcoördinator Albina. Ik moet voortdoen, maar we spreken straks wel”, zegt hij gehaast. Thomas, arts van opleiding, is opgegroeid in Sint-Niklaas, waar hij ook woont. Door Artsen Zonder Grenzen werd hij gedetacheerd om hier in Oekraïne aan boord van deze speciale evacuatietrein te werken en de ploeg, bestaande uit een tiental Oekraïense verplegers en dokters, mee te ondersteunen. (Lees verder onder de foto)

© ADD

‘Albina’, dat is Albina Zharkova, 39 jaar, al een jaar coördinator van de hele missie. Ook zij is druk in de weer met het evalueren van de toestand van de patiënten. “We blijven een uur in Pokrovsk om zij die er het zwaarst aan toe zijn op te pikken. Daarna rijden we door richting westen. Eerst via Dnipro, waar we nog meer patiënten ophalen, dan in een ruk door naar Lviv.”

Een eerste ziekenwagen nadert de trein tot aan de deuren van een van de coupés. Vier mannen tillen de zwaargewonde en zieke patiënten op en brengen ze naar de wagons van de trein. Het is een hele onderneming: de meeste patiënten kunnen zich niet meer zelf voortbewegen. Ze missen een been of zijn te zwak om zich zelfstandig te verplaatsen. In totaal worden vandaag elf burgers vanuit Pokrovsk geëvacueerd.

Zoals aangekondigd verlaat de trein precies een uur later het station van Pokrovsk. Bezorgde familieleden kijken vanop het perron de trein na.

De wagons zijn omgebouwd tot ziekenhuiskamers.© ADD

Aan boord is de bemanning druk in de weer met het toebrengen van de eerste zorg aan de patiënten die naargelang hun aandoeningen verdeeld worden tussen de verschillende coupés. Projectcoördinator Albina neemt me op sleeptouw richting de laatste wagon. “Hier liggen de patiënten die er het zwaarst aan toe zijn. Het is de afdeling intensieve zorg”, zegt ze, wijzend naar de drie bezette bedden. “We kunnen in totaal veertig patiënten alle verzorging bieden.”

Samen trekken we door de verschillende coupés. “Hier is onze voorraad medicijnen, we hebben alles in stock om verschillende dagen autonoom te functioneren, mocht er onderweg iets mislopen”, vertelt ze. En dat het kan mislopen, heeft Albina al verschillende keren ondervonden. “Het gebeurt geregeld dat de trein noodgedwongen urenlang moet stoppen omdat het luchtalarm luidt, of omdat er onderweg een bombardement is geweest op een nabijgelegen dorp. Treinfaciliteiten zijn een geprivilegieerd doelwit van de Russen, en de rit vanuit Pokrovsk tot Lviv (de uiteindelijke bestemming, red.) kan oplopen tot twintig uur, soms langer.”

Rode Kruis-medewerkers laden medisch materiaal in.© ADD

We passeren de keuken en de gemeenschappelijke ruimtes voorbehouden voor het personeel. Daar treffen we Thomas uit Sint-Niklaas weer. “Deze job is zeker niet voor iedereen weggelegd”, zegt hij. “Wat we hier meemaken, is vaak heel intens. Jonge twintigers zonder benen omdat ze op een mijn zijn gestapt of geraakt werden door een Russische raket, dat doet wat met je. Die mensen hebben nog een heel leven voor zich, en zijn nu getekend voor de rest van hun dagen.”

Maar Thomas is wel wat gewend. In het verleden werkte hij voor de Vlaamse en federale overheid in rampgebieden, sinds een aantal jaren is hij voor Artsen Zonder Grenzen in de meest extreme (oorlogs)gebieden beland.

LEES OOK. Hun vorige voorspellingen over de oorlog kwamen uit: drie experts over het onvermijdelijke lente-offensief

“Vlak voor Oekraïne was ik nog in Turkije om te helpen na de verwoestende aardbeving, en eerder werkte ik ook al in Jemen, Zuid-Soedan, Irak, Haïti, ... Mensen in nood helpen, dat is mijn roeping. Zolang ik dat kan blijven doen, ben ik gelukkig.” De missies voor Artsen Zonder Grenzen combineert hij met een job als intensivist en dokter in het AZ Klina Brasschaat in Antwerpen. “Dat is een goede combinatie die prima werkt voor me.”

De brancards zijn vastgemaakt aan de zijkanten van de wagons. Bestemming: Lviv.© ADD

Kogelwerende vest

Thomas neemt me mee naar zijn slaapcoupé. De ruimte is krap, maar knus. “Toegegeven, ik slaap hier best wel goed. Het heeft wel iets om in zo’n nachttrein te overnachten.” Op zijn bed ligt een zwarte vest, die bescherming biedt tegen kogels en granaatscherven. “Als we aan het werk zijn in oostelijke gebieden, dan is deze verplicht. Je weet nooit wanneer de Russen opnieuw zullen toeslaan.”

Het hele team wordt bijzonder goed opgevolgd door veiligheidsdiensten die het hele tracé van de trein voortdurend onder de loep nemen en aan de alarmbel trekken zodra iets verdachts lijkt. “Dat is geruststellend. We vertrouwen de teams die met ons samenwerken blindelings.”

Thomas toont zijn kogelwerend vest in zijn slaapcoupé. “Die zijn verplicht als je werkt in oostelijke gebieden.”© ADD

Sinds de aanvang van de missie in maart vorig jaar zijn de teams van Artsen Zonder Grenzen erin geslaagd tienduizenden patiënten uit de oorlogsgebieden te evacueren. Een van die patiënten is Sergeï (43). Hij ligt roerloos op een ziekenhuisbed, dat voortdurend heen en weer wiebelt naargelang de trein verder rijdt. Aan zijn zijde staat Svetlana, zijn vrouw. De twee werden vanuit Slovjansk, een stad nabij Bachmoet, naar Pokrovsk gebracht, speciaal om deze trein te halen.

“Mijn man is ernstig ziek”, zegt Svetlana. “Maar in Slovjansk hebben dokters de handen vol met burgerslachtoffers van bombardementen. Ze hebben voorlopig de middelen niet om de aandoeningen waar mijn man onder lijdt te diagnosticeren. Daarom worden wij nu naar Rivne in het westen van Oekraïne gebracht.”

Svetlana en haar zieke echtgenoot. “In onze stad hebben dokters het te druk met oorlogsslachtoffers.”© ADD

In Slovjansk vallen de raketten voortdurend, getuigt ze. “Het is er erg gevaarlijk. Vooral nu het Oekraïense offensief in aantocht is, is de situatie erg onvoorspelbaar. Het is met pijn in het hart dat we onze geboortestreek verlaten. We hadden nooit gedacht dat we in zulke omstandigheden alles zouden moeten achterlaten. Ons huis, onze moestuin.”

Ze zucht. “Maar zodra mijn man beter is, dan keren we terug. Tegen dan is heel Oekraïne weer van ons, daar ben ik zeker van.”

Medewerkers van Artsen Zonder Grenzen tijdens een overleg.© ADD

De zon zakt en het goudgele avondlicht doordringt de hele trein. De meeste patiënten zijn intussen gestabiliseerd, het personeel kan wat uitblazen. Thomas brengt zijn collega’s meer dan eens aan het lachen. “We zijn net een familie geworden. Zo veel weken aan boord van deze trein, het schept een band.”

Toch kijkt hij ernaar uit om eind deze maand terug te keren naar Antwerpen. “Ik mis mijn familie, vrienden en collega’s. Maar ze weten wel dat ik nooit heel lang in België kan zitten, met alle miserie in de wereld. Als alweer een ramp uitbreekt, zijn het vaak mijn dochters zelf die zeggen: Papa, moet jij daar nu niet zitten? Wat doe je nog in België?

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Keuze van de Redactie

MEER OVER