Direct naar artikelinhoud
InterviewDe vragen van Proust

Christoff: ‘Ik zing op heel veel begrafenissen. Ik doe dat graag, omdat ik het gevoel heb dat ik mensen hun verdriet een beetje mee kan dragen’

Christoff De Bolle: "De band die we hebben met onze dierbaren verdwijnt niet na de dood. Zo krijg ik af en toe een teken van mijn grootmoeder."Beeld © Stefaan Temmerman

Schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Negentien directe vragen, evenveel openhartige antwoorden. Deze week: zanger Christoff De Bolle (46). Wie is hij in het diepst van zijn gedachten?

1. Hoe oud voelt u zich?

“Mentaal voel ik mij een dertiger. Fysiek begin ik wel te voelen dat ik in de veertig ben, zeker sinds corona. Ik begin dingen te vergeten, het is niet meer wat het was. Mijn zicht wordt ook wat minder, ik moet af en toe al eens een bril opzetten. Kleine dingen, maar toch confronterend. Ik heb ook heel weinig reserves om eens door te zakken. En als het dan toch eens 2 of 3 uur in de ochtend wordt, heb ik daar toch wel twee of drie dagen echt last van.

“Ik ben nu 46 en met dat cijfer heb ik het heel moeilijk. Vijftig durf ik zelfs nog niet uit te spreken. (lacht) Ik had het al moeilijk met 30, ook al volgden toen de mooiste jaren van mijn leven. Van 31 tot 39 vond ik geweldig, maar toen kwam die 4. Ik probeer daar zo weinig mogelijk bij stil te staan, maar als ik online mijn leeftijd moet ingeven en naar beneden moet scrollen, denk ik toch telkens: wow.”

2. Wat vindt u een kenmerkende eigenschap van uzelf?

“Kenmerkend is dat ik mijzelf altijd op de tweede plaats zal zetten. Hoe dan ook. Ik probeer dat niet meer te doen, of toch minder, maar dat lukt niet echt. Als ik iemand kan helpen, zal ik dat doen. Altijd eerst een ander en dan ik. En soms moet ik dat bekopen. Soms wordt daarvan geprofiteerd. Of krijg je niet de dankbaarheid terug waar je op hoopte. Of lijkt alles voor die ander vanzelfsprekend en dan ben ik zo kwaad op mezelf: ik ben er weer ingetrapt.

“Soms zie ik het niet meteen, maar als mensen mij bespelen, is het gedaan. Als ze echt te ver gaan, kan ik van vandaag op morgen zeggen: hier stopt het. Dat heb ik intussen wel geleerd.”

Christoff De Bolle: "Een Vlaamse zanger die Luc Steeno imiteerde, die kon niet anders dan homo zijn. Als kind was dat heel, heel zwaar."Beeld © Stefaan Temmerman

3. Wat drijft u?

“Ik ben superdankbaar dat ik mag doen wat ik graag doe. En ik weet ook dat ik daarmee, opnieuw datzelfde, mensen blij kan maken. Ik vind het leuk om op een podium te staan, ik vind het ook leuk om iets voor mensen te betekenen. Zo ga ik vaak op bezoek bij mensen op palliatieve zorg en daar haal ik veel voldoening uit.”

4. Hoe was uw kindertijd?

“Leuk, denk ik. Als ik nu naar Lisa-Marie kijk (zijn petekind, AJ), zie ik hoe zalig dat moet zijn geweest. Geen besef hebben van tijd, je niets hoeven aan te trekken, gewoon doen wat je graag doet: kleuren, spelen, tv-kijken met mijn zus. Lindsay en ik, wij waren twee handen op één buik. En nu nog trouwens. Gingen we bij iemand spelen of kwamen er vriendjes bij ons thuis, we waren altijd samen.

“Voor de rest volgde ik voordracht, dictie, toneel, op de lokale academie, maar geen muziekschool. Muziek is pas later gekomen. Totaal onverwacht eigenlijk. Ik ben nooit opgestaan met het idee: ik wil zanger worden. Tot mijn mama mij inschreef voor de Soundmixshow op VTM. Toen is de bal aan het rollen gegaan.

“Dat was een heel dubbele tijd, want zodra ik op tv kwam, begonnen de pesterijen op school. Het college in Denderleeuw. Ik was daar de vreemde eend in de bijt, hè, want showbizz werd meteen aan homo­seksualiteit gelinkt. Bovendien: een Vlaamse zanger die Luc Steeno imiteerde, die kon niet anders dan homo zijn. Als kind was dat heel, heel zwaar. Elke beweging die ik deed, was gecontroleerd, uit schrik dat ze zouden denken dat ik op jongens viel.

“Eigenlijk was dat de hel. Aan de ene kant word je opgehemeld door je publiek, aan de andere kant word je vernederd door leraars en leerlingen. En aangezien ik niet het haantje-­de-­voorste was, had ik geen verweer. Nu zeg ik altijd: probeer de pesters net een halve seconde voor te zijn. Het was Margriet Hermans die me de tip gaf: ‘Probeer wat aan zelfspot te doen, zodat ze denken dat ze jou niet kunnen raken.’ ‘Sorry hé, gasten, maar bij mij zit er een défaut aan.’ Ook al doet het in het begin wel pijn om met jezelf te lachen. In zekere zin is dat jezelf verloochenen.

“Uiteindelijk heeft de dokter mij van dat college weggehaald. Ik heb toen drie maanden thuis gezeten en ben dan overgestapt naar een school in Aalst, waar ze me heel goed hebben opgevangen. Daar werd ik echt beschermd. Ik mocht daar bijvoorbeeld later aankomen om niet in de menigte te moeten staan. Ik zou tot de laatste gewacht hebben om de klas binnen te gaan om maar niet te worden bespot. En nu nog hé, ik zal nooit gaan winkelen om vier uur in de namiddag, wanneer de school uit is. Maar ja, ik ben langer bekend dan onbekend. Ik weet niet hoe het voelt om niet bekeken te worden. En soms kun je daar minder goed mee om. Op het podium doe ik mijn job, maar voor de rest wil ik niet opvallen en dat heeft allemaal met mijn jeugd te maken.

“Ik merk dat dat nog altijd heel diep zit. Gisteren had ik een auditie voor een nieuw tv-programma en ineens voelde ik een zekere remming. Ze vroegen zich af hoe dat kwam. Uit mijn jeugd. Ik heb mij altijd ingehouden. Ik heb daarmee leren leven hoor, maar soms komt die pijn weer naar boven.”

5. Welke kleine alledaagse dingen kunnen u blij maken?

“Het klinkt misschien cliché, maar waar ik sterk in geloof is dat je pas rijk bent als je iets hebt wat je niet kunt kopen. Mijn zus Lindsay en haar man Kris hebben het heel moeilijk gehad om zwanger te raken. En ineens was Lisa-Marie daar, mijn petekindje, en zij heeft echt een gave. Zij maakt mensen blij, zij geneest mensen bij wijze van spreken louter door haar aanwezigheid. Ik had nooit gedacht dat haar komst zo’n impact op mijn leven zou hebben. Die kleine ‘Pepe Toff’-­momentjes met haar zijn onbetaalbaar. Zo heb ik haar onlangs toen we allemaal in Spanje waren, meegenomen naar een beauty­farm. Ze wilde zo graag eens een prinses zijn. Dat gezichtje dan zien, dat is onbetaalbaar.

“Dankzij Lisa-Marie heb ik ook weer een doel in mijn leven. Want waarom werk ik zo hard? Nu weet ik dat het voor haar is en dat geeft een fijn gevoel.

“Of ik graag zelf een kind zou hebben? Nee. Ik koester de goede momenten met Lisa-Marie, maar als ze moe wordt, geef ik ze terug aan de papa.” (lacht)

Christoff De Bolle: "Ik heb veel te vaak een blind vertrouwen gehad in mensen die het niet waard zijn. Maar nu hebben we een goed team en het is leuk werken. We amuseren ons, het is veel chiller."Beeld © Stefaan Temmerman

6. Wat biedt u troost?

“Ik heb heel veel aan mijn geloof. Ik weet dat zij hierboven het beste met mij voor hebben. En dat ze ervoor zullen zorgen dat de dingen die moeten gebeuren, ook zullen gebeuren.

“Toen ik op mijn elfde ernstig ziek was, is ons mama te rade gegaan bij een zienster. Ze zei: ‘Laten we bidden voor een mirakel, want alleen een mirakel kan ervoor zorgen dat hij geneest.’ En dat is ook gebeurd. Daaruit is, denk ik, mijn geloof ontstaan. Ik zal dat aan niemand opdringen, maar ik ben daar heel dankbaar voor.

“Ik ben toen echt door het oog van de naald gekropen. Voor mijn ouders moet dat de hel zijn geweest. Nu staat de medische wereld veel verder, maar wij spreken van 1986, hè. Een tumor in het hoofd van hun kindje. Ik weet dat ik 10 procent kans had op volledig herstel. Er konden complicaties optreden. Blindheid, doofheid, een zenuw die geraakt werd, dementie.

“Sindsdien bid ik heel veel, dat biedt mij rust. Vaak is dat gewoon bidden om merci te zeggen. Ook al die palliatieve bezoeken die ik breng, doe ik deels voor hierboven, uit dankbaarheid.”

7. Welk boek heeft een bijzondere betekenis voor u?

“Er is onlangs een boek op mijn pad gekomen waarvan ik al zeker tien exemplaren gekocht heb om uit te delen. Iedereen die ik erover spreek, bestelt het. Op een bepaald moment was het op Bol.com gewoon uitverkocht. (lacht) Tekens zijn overal heet het, van Laura Lynne Jackson (parapsycholoog en medium uit New York, AJ).

“Dat boek komt op de een of andere manier in je leven, dat staat ook in de inleiding. Ik kreeg het van een moeder die mee was op fanreis naar Turkije. Haar zoon was vier jaar geleden gestorven, vertelde ze, en was een grote fan van mij. Maar ze kon mij niet eerder onder ogen komen omdat de confrontatie voor haar te pijnlijk was. Ik was daar zo van aangedaan dat ik haar een boek gaf over een vrouw die vier uur dood is geweest, een rondleiding hierboven heeft gekregen en terug is gekeerd omdat haar tijd nog niet rijp was. En in ruil heeft zij mij dit boek gegeven.

“En dat is echt waanzinnig. Het gaat erom dat het universum met ons een taal probeert te creëren door middel van tekens, want de band die we hebben met onze dierbaren verdwijnt niet na de dood. Zij proberen met ons te communiceren, maar wij zien het niet altijd. En in dat boek staan een heleboel getuigenissen van mensen die via tekens contact met de doden hebben gemaakt. Zo krijg ik zelf ook af en toe een teken van mijn grootmoeder, die vorig jaar heen is gegaan. Dat kan een lamp zijn die knippert of je vraagt iets en het gebeurt, en je vraagt het nog eens en het gebeurt opnieuw.

“Of mij dat soms beangstigt? Helemaal niet. Ik ben daar ook al vanaf mijn elfde mee bezig. De doden willen ons geen schrik aanjagen, verre van. Ik denk ook dat dat boek veel mensen kan helpen om hun verdriet draaglijker te maken, want een dierbare afgeven, sommigen komen dat nooit te boven.

“Ik weet dat sommigen mij nu zot zullen verklaren, maar ik zal dat boek daarom niet minder aanprijzen. Ik spreek alleen uit eigen ervaring en iedereen denkt ervan wat hij wil.”

BIO • geboren op 18 juni 1976 in Ninove • zanger en radio­presentator • broer van zangeres Lindsay, met wie hij ook duetten uitbracht • scoorde hits als ‘Een ster’ en ‘Zeven zonden’, won vier MIA’s in de categorie ‘Vlaams populair’ • is sinds 2015 lid van het schlagertrio Klubbb3, samen met Jan Smit en Florian Silbereisen • is ook in Duitsland succesvol 

8. Is het leven voor u een cadeau?

“Soms. (lacht) Ik heb me onlangs nog afgevraagd of ik nu echt alles uit het leven heb gehaald. Neen, misschien niet. Ik heb bijna altijd ten dienste gestaan van anderen, van mijn fans.

“Het mooiste voorbeeld: op een van mijn optredens kreeg mijn mama een hartinfarct. Terwijl ze met de mug werd weggevoerd, werd ik gevolgd door een cameraploeg van de VRT, voor een reportage. Er stond een rij van zeker tweehonderd mensen aan te schuiven voor een handtekening. De dokter zei: ‘Blijf rustig, je kunt nu niets doen, ze moeten haar eerst onderzoeken.’ Dat is zwaar hoor, altijd maar blijven glimlachen. Want mensen hebben geen boodschap aan hoe moeilijk je het hebt. Zij willen op dat moment zelf hun zorgen vergeten, daarom komen ze naar een concert. Eigenlijk had ik meteen moeten zeggen: stop, ik ga mee.”

9. Waar hebt u spijt van?

“Dat ik niet eerder voor mezelf ben opgekomen. Ik was altijd keihard aan het werken. In Duitsland, in Vlaanderen. Altijd maar gaan, gaan, gaan. Presteren, presteren. Ik leefde tegen 200 per uur. En ik heb veel te vaak een blind vertrouwen gehad in mensen die het niet waard zijn.

“Tot corona. Maar nu hebben we een goed team en het is leuk werken. Die enorme prestatiedruk is weg. We amuseren ons, het is veel chiller. Ik hoef niet meer op nummer 1 te staan. Ik word nu ook overal bij betrokken en iedereen doet zijn inbreng. Vroeger werd alles voor mij gedaan, nu is het óns projectje. Ik voel me precies een leerling.” (lacht)

10. Wanneer hebt u het laatst gehuild?

“Ik denk op de begrafenis van mijn grootmoeder. Maar niet extreem, omdat ik tegelijk ook dankbaar was dat ze haar zijn komen halen, want ze heeft een zware doodsstrijd gevoerd, van twaalf dagen. Ze leefde in haar eigen wereld, ze sprak ook niet meer. Ze was niet meer de grootmoeder die ik gekend had.

“Bovendien ben ik iemand die niet zo snel zijn gevoelens zal tonen. Omdat dat ook niet verwacht werd. Je moest altijd lachen. Zo werd ons dat geleerd.”

11. Bent u ooit door het lint gegaan?

“Toen mijn vriend (Ritchie, AJ) en ik besloten om uit elkaar te gaan. Dat was op een vriendschappelijke manier, maar op een gegeven moment zijn er toch kwetsende dingen gezegd, verwijten om verwijten te maken, en dan ben ik wel even door het lint gegaan.

“Voor de rest kan ik mezelf nogal goed onder controle houden. Het vreet aan mij vanbinnen. Ik zou beter direct zeggen waar het op staat. Dat is ook een beetje mijn opvoeding. Ik was 15 en had geen eigen opinie. Altijd jaknikken en doen wat de mensen vroegen. Leven in functie van je publiek. Nu zijn jonge artiesten veel verbaler, ze durven ook veel meer.”

Christoff De Bolle: “Ik zing op heel veel begrafenissen. Ik doe dat graag, omdat ik het gevoel heb dat ik mensen hun verdriet een beetje mee kan dragen.”Beeld © Stefaan Temmerman

12. Wat is uw vroegste herinnering?

“Ik herinner mij het feest van mijn plechtige communie. Ik weet ook nog wat ik aanhad en welke cadeautjes ik gekregen heb. Maar van daarvoor, niet veel. De eerste woordjes in het eerste leerjaar, dat wel. Jan, Piet en peer. Bij meester De Bolle, hij heette ook zo. Voor de rest alleen maar flarden.”

13. Wat hing er aan de muur van uw tienerkamer?

“Auto’s, heel veel auto’s. En een poster van Luc Steeno. (lacht) Mijn idool. En het grappige is, we hebben intussen al vaak samen op podia gestaan, we zijn collega’s, maar toch, die hiërarchie, die adoratie blijft.”

14. Hoe definieert u liefde?

“Liefde is voor mij een werkwoord. Dat is hetzelfde als een hit maken, bij wijze van spreken. Je staat deze week op 1, maar volgende week moet je daar opnieuw staan.

“Liefde is voor mij er onvoorwaardelijk zijn voor elkaar en elkaar ook het volste vertrouwen geven. Loyaliteit, in goede en minder goede tijden.

“Soms heb ik wel het gevoel dat vriendschap nog net iets sterker is dan liefde. In vriendschap zit evenveel liefde en tegen je beste vriend kun je alles zeggen, ook over je grote liefde. Terwijl je tegen je grote liefde niet altijd alles kunt zeggen (lacht), want dat wordt je soms niet in dank afgenomen. Dus vriendschap is misschien eerlijker, het etiket ‘verantwoording’ kleeft er niet op.”

15. Wat vindt u erotisch?

“Wanneer je zelf je fantasie kunt behouden. Ik kan een jongen in een boxershort veel aantrekkelijker vinden dan een naakte man, bijvoorbeeld. Of een hemdje dat een beetje openstaat. Naakt op zich vind ik niet erotisch.”

16. Wat is de speciaalste plek waar u ooit de liefde bedreven hebt?

“Ik ben op dat punt een heel traditioneel iemand. Op een openbare plek, dat is voor mij ondenkbaar. Deels uit schrik om betrapt te worden of om op een of andere cover te belanden. O, nee. Ik had het zelfs al moeilijk om te kussen in een auto. Zelfs bij mij in Spanje op het terras, dat zou totaal niet gaan. Ook al heb ik daar geen inkijk. O nee, op dat punt ben ik heel voorzichtig. Ik moet mij veilig voelen en op mijn gemak.”

17. Hoe zou u willen sterven?

“Ik heb mij die vraag al vaak gesteld, omdat ik op heel veel begrafenissen zing. Ik doe dat graag, omdat ik het gevoel heb dat ik mensen hun verdriet een beetje mee kan dragen.

“Maar hoe? Vooral omringd door mensen die mij lief zijn. En ik zou ook heel graag mee naar huis komen, met mijn assen. Ik wil niet ergens achtergelaten worden op een kerkhof. De assen van mijn grootouders staan ook bij mij. Ik spreek elke dag tegen hen.

“En vooral ook: ik hoop dat ik niet zal worden vergeten. Dat ik in Vlaanderen toch wel iets betekend zal hebben.”

18. Wat zou u wensen als laatste avondmaal?

(lacht) “Bloemkool met witte saus van ons mama. Het lekkerste dat er is. Toen ik in Duitsland zat, miste ik de keuken van thuis zo hard. Ik moet ook zo vaak op restaurant dat ik blij ben als ik bij mijn ouders kan gaan eten. Op woensdag frietjes, op vrijdag vis, en op zondag, speciaal voor mij, kip met kroketjes. (lacht)

“Wij hebben echt een heel warme familie. En nu mijn grootmoeder weggevallen is, zij was zo’n beetje de spilfiguur, neemt ons mama stilaan die taak over. In haar keuken staat een grote tafel met tien stoelen. En in het weekend komen ze allemaal binnen hè, nonkels en tantes. Ons mama weet nooit hoeveel er gaan komen, dat was bij grootmoeder ook zo. De zondag alle schotels op tafel en de maandag kwamen de kleinkinderen de restjes opeten. Geweldig.”

19. Welke droom hebt u nog?

“Ik heb nog één grote droom: dat Klubbb3 nog een keer op tournee kan. Dat was een fantastisch project. Jan Smit, Florian Silbereisen en ik. Wij hebben drie heel grote tournees gemaakt, meer dan zeshonderd­duizend albums verkocht. We hadden zelfs onze eigen tv-shows. Waanzinnig dat ik dat ooit heb mogen meemaken. Maar ineens is dat abrupt gestopt. Eerst door Jans burn-out en dan kwam corona. Ik zou daar graag een mooi einde aan maken, zodat we dat in schoonheid kunnen afsluiten. Nog één tournee.

“Dat mis ik nog elke dag, Duitsland. Dat was zo zot. Niet te beschrijven wat we daar hebben meegemaakt. Waanzin, echte waanzin.” (lacht)

Christoffs nieuwe single ‘Dit ben ik’ komt uit eind mei.