Direct naar artikelinhoud
De gedachteBarbara Debusschere

Wat sociale media lijken te doen is anderen reduceren tot eendimensionale cartoonfiguren

Barbara Debusschere.Beeld Eva Beeusaert, RV

Barbara Debusschere is journalist bij De Morgen.

‘Wat een domme vrouw!’, ‘Wat een asociale man!’, klinkt het op sociale media, waar een filmpje van een levensbedreigende situatie volop aandacht krijgt.

Een vrouw staat met haar auto op een overweg en slaagt er niet in die over te steken, gehinderd door een oranje plastic hek. Een arbeider filmt haar en leest haar boos de levieten: ze riskeert ‘een boete van 5.000 euro!’ Hij verplaatst wel het hek. Maar de chauffeur bevriest. De trein grijpt haar wagen. De man rent naar het wrak en probeert de dame te bevrijden. Als bij wonder overleeft ze.

Het filmpje is gretig bekeken, gedeeld en becommentarieerd. Ook zogenaamd ‘slimme mensen’ hadden direct hun oordeel klaar. De vrouw wordt fijntjes vermalen en krijgt de schuld. De arbeider krijgt de wind van voren omdat hij ‘filmt en niet helpt’.

Door al die ultrasnelle onlinevonnissen van die massa Romeinse keizertjes die een duimpje omhoog of omlaag steken, wordt, zoals altijd, nogal veel over het hoofd gezien.

Zo is het normaal dat de vrouw bevriest door de zware stress van het naderende gevaar en de boze arbeider. In diepe paniek is dat wat velen doen, zo leert de psychologie: blokkeren. Hopelijk zitten deze vrouw en haar familie niet op sociale media, want haar privacy is geschonden en de aanvallen aan haar adres zijn dus totaal misplaatst.

Ook van de arbeider is een karikatuur gemaakt. Ja, het is bedenkelijk dat hij dit filmpje deelt, verleid door de valkuilen van sociale media. En iemand in een penibele situatie afblaffen is erg onsympathiek.

Maar zou het kunnen dat hij eerst dacht ‘die inbreuk moet ik vastleggen’ en dan ook in paniek raakte? Te bang om nog op de overweg te stappen en de vrouw uit de auto te sleuren? Misschien kon hij uit angst niet anders dan roepen en filmen?

Dat laatste ook niet per se lafheid. Studies tonen dat filmen typisch is iets wat omstanders doen wanneer ze zich machteloos voelen. Dan doe je tenminste íéts. Daar zouden velen zich vast iets kunnen bij voorstellen.

Net dat is er precies niet meer bij: het ons proberen voor te stellen. Velen vreten deze traumatiserende ‘inhoud’ als was het de nieuwste Netflix-hit die meteen duimpjes krijgt. Zonder erbij stil te staan dat het om een echte vrouw gaat die echt in doodsangst zit, een echte man die echt tilt slaat.

Wat sociale media dus lijken te doen is anderen zonder nadenken, medeleven of respect voor privacy reduceren tot eendimensionale cartoonfiguren in onze eindeloze stroom aan entertainment. De domme chauffeur. De laffe omstander.

Ramptoerisme was ook in de middeleeuwen al een hit. Maar sociale media functioneren daarbij als een vliegwiel en wakkeren die reducerende blik en bikkelharde houding aan. Wie bijna sterft verdient geen medelijden maar wordt door (honderd)duizenden uitgelachen.

En wat ze jammer genoeg níét doen is even snelle en enorme aandacht genereren voor wie iets positiefs doet. Want er is een derde personage in dit verhaal: de buurtbewoonster. Zij snelde na het ongeval naar buiten en “heeft de chauffeur kunnen kalmeren door over haar hand te strelen”. Maar dat is geen clickhit geworden.