Direct naar artikelinhoud
InterviewFamilieklap

#LikeMe-ster Francisco Schuster en moeder Dominique d’Hoore: ‘Francisco schaamt zich niet voor mij’

Dominique: “Francisco blijft ondanks het succes trouw aan zichzelf, en daar ben ik blij om. Ik zou het niet kunnen verdragen als hij zou zweven en uit de hoogte zou doen.”Beeld Wouter Van Vooren

De oudste is 54, verpleegkundige en adopteerde de jongste toen hij 7 maanden oud was. De jongste is 21, werd ­bekend met de Ketnet-reeks #LikeMe en is nu te zien in Special Forces: wie durft wint. Dominique d’Hoore en Francisco Schuster, moeder en zoon.

Dominique

“Toen ik Francisco bij de adoptie in Haïti voor het eerst vasthield, was hij meteen in mijn armen aan het springen. Hij was nog geen jaar en toch zat de dansmicrobe in hem. Als kind was hij voortdurend aan het dansen voor de televisie. Op zijn 8ste begon hij met clipdance aan de muziekschool, later volgde hij jazzdans en ballet. Wat hij intussen allemaal heeft verwezenlijkt, hield ik destijds niet voor mogelijk. Als ouder ben je niet bezig met succes, alleen met het ­geluk van je kind.

“Na de lagere school heb ik Francisco overtuigd om voor de kunstschool te kiezen. Hij had daar in het begin zijn twijfels over en wilde liever zijn jeugdvrienden achterna, terwijl ik wist dat zijn hart bij het dansen lag. Wij hebben toen als ouders gezegd: spring maar als je wil, doe iets wat je gelukkig maakt. Als het zou tegenvallen, had hij het zichzelf later niet kwalijk kunnen nemen dat hij de kunstschool nooit een kans had gegeven. Ik vind zelfontplooiing belangrijker dan de geijkte paden volgen.

Dominique
Beeld RV / archiefbeeld

“Mijn ouders hebben mij ook vrij opgevoed en mij altijd gesteund. Ik werd nooit geremd in mijn keuzes, en die vrijheid wilde ik ook mijn twee kinderen geven. De eerste twee jaren van de kunstschool (hij studeerde er woord-drama en vervolgens woord-muziek, red.) moest Francisco bus 33 van Merksem naar Wilrijk nemen. Elke dag één uur heen en één uur terug. ‘Wat doe ik die jongen toch aan’, heb ik soms gedacht. Maar ik zag dat hij daar op zijn plaats was. Het maakt er niet uit wat je doet, hoe je eruitziet of hoe je erbij loopt: je persoonlijkheid telt. Je leert er om jezelf te zijn, eerder dan de massa te volgen.

“Eerlijkheid is het sleutelwoord van onze relatie. We praten over alles. Wat er op je lever ligt, moet je niet voor jezelf houden. Francisco is vrolijk – hij zingt en danst voortdurend – maar zegt vlakaf wanneer hij een mindere dag heeft. Als hij eens stiller of norser is, vertelt hij waarom. Dan weet ik dat ik hem even met rust moet laten. Dat maakt het gemakkelijk om samen te wonen, want we hebben geen geheimen voor elkaar.

“Francisco en ik hebben geen klassieke moeder-­zoon­relatie. Bij optredens of opnames heeft hij graag dat ik erbij ben. Hij schaamt zich niet voor mij. Laatst nodigde hij mij uit voor zijn verjaardagsfeestje onder vrienden. Het was de bedoeling dat ik heel even zou binnenspringen, maar ik ben uiteindelijk de hele avond gebleven. (glundert) Ik voelde mij op geen enkel moment een storende factor tussen al dat jonge volk. Ik heb enorm van die avond genoten.

“Enkele vrienden van Francisco vertelden hem achteraf dat de appel niet ver van de boom valt. (trots) We hebben blijkbaar veel eigenschappen gemeen, wat een geweldig compliment is. Hij mag dan wel mijn biologische zoon niet zijn, wanneer je zoiets te horen krijgt, valt het concept van adoptie of huidskleur volledig weg.

“Dankzij het succes van Francisco droom ik soms in zijn plaats. Ik ben gezond jaloers op wat hij de laatste jaren heeft bereikt. Ik gun het hem van harte, al went het niet om hem op het podium van het Sportpaleis te zien. Dat blijft een onbeschrijfelijk gevoel. Het raakt mij elke keer, het blijft raar, zelfs al stond hij daar tijdens de #LikeMe-­concertreeks in april niet voor het eerst. Op straat klampen kinderen hem voortdurend aan. Ook dat is bizar, want ik zie geen bekendheid, maar mijn zoon.

“Francisco blijft ondanks het succes trouw aan zichzelf, en daar ben ik blij om. Ik zou het niet kunnen verdragen als hij zou zweven en uit de hoogte zou doen. De dag dat hij begint te fladderen en met zijn voeten van de grond komt, haal ik hem terug naar beneden. (lacht)

“Hij vraagt mij geregeld om advies. Ik vertel hem dat hij alleen moet ingaan op de voorstellen waar hij zelf voor de volle 100 procent achter staat. Dan heb je misschien eens een jaar met minder projecten, maar liever dat dan een propvolle agenda. Door te veel hooi op je vork te nemen, bestaat de kans dat je vergeet te genieten. En laat dat mijn enige raad zijn: geniet ten volle. Hij is nog maar 21, hij moet leven als een ­21-jarige.”

Francisco: “Ik heb geleerd om overal eerlijk over te zijn. Mama zei altijd: ‘Als ik weet wat je hebt uitgestoken, word ik minder boos dan wanneer ik er zelf achter kom.’”Beeld Wouter Van Vooren

Francisco

“We gingen met het gezin geregeld op uitstap. Naar Plopsaland, Disneyland... Tijdens een Grote Sinterklaasshow waar we met z’n allen naartoe gingen, danste een zwarte jongen mee. Hij heette Christian en was lid van het Studio 100-ballet. Ik herinner mij nog goed dat mama zei: ‘Stel je voor dat jij daar later staat.’ Ik heb een jaar later ­auditie gedaan, werd toegelaten en danste zo achter K3 in Ahoy en het Sportpaleis.

“Ik ben het levende bewijs dat het loont om in het diepe te springen. Zonder de steun en duw in de rug van mama zou mijn parcours er allicht anders uitzien. Het klopt dat ik mijn vrienden naar het aso wilde volgen – ik wilde voor stabiliteit kiezen – maar dat zou ik mij beklaagd hebben. Op de kunstschool ben ik volledig opengebloeid.

“Mama valt het best te omschrijven als strijdvaardig. Als ze in een benarde situatie zit, blijft ze zich optimistisch opstellen. Ze leeft volgens het principe dat je je geluk zelf in de hand hebt en je ervoor moet vechten, hoe moeilijk het leven soms ook kan zijn. We hebben de laatste jaren enkele tegenslagen gekend, waaronder de scheiding van mijn ouders, maar ze maakte ondanks alles het beste van de situatie, voor mijn broer en mij. Hoe zij altijd het beste uit het slechte probeert te halen, bewonder ik enorm.

“Als iemand mijn broer of mij onrecht aandoet, heb je een probleem. Rijd tegen haar kar en je zal het geweten hebben. (grijnst) In het vijfde middelbaar combineerde ik #LikeMe met mijn studies, al werd mij dat niet in dank afgenomen door de schooldirectie. Er is mij op een bepaald moment letterlijk aangeraden om een andere school te zoeken. De leerkrachten, de directrice: niemand wist wie mama was, tot het moment dat zij furieus aan de telefoon hing. (lacht) Zodra #LikeMe een succes werd, was er plots geen probleem meer.

Gekke gewoontes

Dominique over Francisco: “Hij zet zijn broer soms op een stoel en verplicht hem om toe te kijken hoe hij danst en zingt.”

Francisco over Dominique: “Mama lepelt in de zetel al eens een pot Nutella leeg.”

“Ik heb geleerd om overal eerlijk over te zijn. Mama zei altijd: ‘Als ik weet wat je hebt uitgestoken, word ik minder boos dan wanneer ik er zelf achter kom.’ We kennen weinig schaamte voor elkaar, maar wanneer ik met racisme geconfronteerd werd, hield ik dat voor mezelf. Mama is beschermend en zou het voor mij opnemen, terwijl ik eerder de confrontatie mijd. De moppen over mijn huidskleur weglachen was mijn copingmechanisme. Zo gaf ik ze een reden om nog meer verwijten naar mijn hoofd te slingeren, maar toch koos ik ervoor om alles te slikken in plaats van het thuis op tafel te gooien.

“Een tijd geleden ontplofte de bom tijdens een werkervaring, nadat iemand uit mijn omgeving had gehoord welke opmerkingen ik soms moest slikken. Dat is zo’n groot ding geworden dat ik niets anders kon dan er thuis over praten. Achteraf gezien had ik dat misschien eerder moeten doen, omdat het racisme dan vroeger had kunnen stoppen, maar ik dacht altijd: ik ben de enige die wordt gekwetst en ik spaar mama.

“Nu verberg ik thuis mijn gevoelens niet meer. Wanneer ik verdrietig ben, huil ik weleens. Zodra ik de deur opendoe, is er geen sprake meer van een masker. Ik woon nog thuis bij mama en voel mij hier goed. Ik beschouw mama eerder als een vriendin – ik herken veel van haar eigenschappen in mezelf – en ze geeft mij de vrijheid, waardoor ik niet hoef te rebelleren. Uiteraard ga ik op een bepaald moment mijn vleugels uitslaan en het ouderlijk huis verlaten, maar het is niet dat het nú moet gebeuren. Ik voel mij hier niet benauwd.

“Mama kent mij goed. Ze weet wat mij ligt en wat niet. Als ze mij raad geeft, heeft ze het meestal bij het rechte eind. Het is verleidelijk om overal ja op te zeggen, omdat je misschien denkt dat een nee ertoe zal leiden dat je in de toekomst niet meer gevraagd wordt, maar mama wijst mij op mijn grenzen. Ik ben 21 en mijn mentale gezondheid primeert op alles. Ik wil niet nu al opgebrand raken.”

Special Forces: wie durft wint, maandag om 20.35 uur op VTM.