© Wim Hendrix

Filmpjes moeten vluchtelingen aan job helpen

De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) stapt dit najaar met filmpjes van erkende vluchtelingen naar werkgevers. In die filmpjes stellen vluchtelingen zichzelf en hun werkervaring in het buitenland voor.

cwil

“Met dit initiatief geven we de werkgevers een extra argument om die mensen aan te werven”, zegt Bjorn Cuyt, directeur VDAB provincie Antwerpen. “Een dertigtal Syriërs heeft in de afgelopen weken op onze vraag met een smartphone filmpjes gemaakt van zichzelf. Die filmpjes worden vergezeld van hun cv en profiel op de website LinkedIn.”

Volgens Cuyt toont dit initiatief aan dat veel vluchtelingen van goede wil zijn en iets te bieden hebben op de arbeidsmarkt. Hij hoopt de drempelvrees bij bedrijven weg te nemen. “Sommige werkgevers nemen niet graag allochtonen aan. Ik zou dat graag zien veranderen. We merken dat een werkgever over het algemeen niet meteen iemand met een migratieachtergrond zal aanwerven, als er bij hem nog geen mensen van buitenlandse origine werken. Als er al wel allochtonen zijn, worden er sneller andere allochtonen in dienst genomen.”

Het aantal erkende Syriërs dat in de provincie Antwerpen via VDAB een job zoekt, steeg in een jaar van 806 naar 1.426. “Veel Syriërs tonen ondernemerschap, zijn goed opgeleid en hebben in hun thuisland verschillende jobs uitgeoefend”, zegt Bjorn Cuyt.

Een verademing

Na het politiek gekrakeel over wie nu eigenlijk aan de oorzaak ligt van het racistisch gedrag van sommige Vlamingen, is het interview met de directeur van VDAB Antwerpen in deze krant een verademing. Bjorn Cuyt zeurt niet, hij werkt. Hij verdeelt niet, hij brengt mensen samen. Hij houdt ons geen doemscenario voor, maar biedt ons een toekomst.

Hoofdredacteur

Nochtans staat hij voor een enorme uitdaging. In de stad Antwerpen alleen al zijn er meer dan 18.000 werklozen zonder diploma. Hun kansen op de arbeidsmarkt zijn zeer gering. In de hele provincie Antwerpen zijn er ook meer dan 26.000 mensen van allochtone afkomst die geen werk hebben. En dan zijn er vorig jaar in de provincie Antwerpen nog 620 erkende Syriërs bijgekomen die allemaal aan het werk willen. De VDAB strijdt op verschillende terreinen met verschillende middelen en boekt resultaat. Zo zijn dankzij het systeem van Individuele Beroepsopleidingen (IBO’s) al enkele duizenden mensen zonder diploma aan het werk geraakt.

Hoewel het natuurlijk nog veel beter zou zijn als ze de school niet zonder diploma hadden verlaten. Die uitstroom moet worden gestopt. De Vlaamse regering heeft tegen het vroegtijdige schoolverlaten een actieplan met maar liefst vijftig punten ontwikkeld. Het plan zet vooral in op duaal leren. Leerlingen die schoolmoe zijn, kunnen extra ervaring opdoen op de werkvloer. De bedoelingen zijn goed, de plannen indrukwekkend, het is nog wachten op de resultaten. En hopelijk niet te lang, want het probleem is prangend.

Hoewel uit de cijfers overduidelijk blijkt dat er in het verleden fouten zijn gemaakt, staat Bjorn Cuyt daar niet te lang bij stil. Ook voor het grote aantal werklozen van allochtone afkomst heeft hij hoop. Hun aantal neemt in Antwerpen niet meer toe. Misschien is dit de kentering.

Waar volgens hem de oorzaak ligt van die hoge cijfers? Alweer het onderwijs: veel jonge allochtonen zijn te weinig geschoold. En racisme: veel werkgevers denken er gewoon niet aan om aan te werven. Maar ook het feit dat allochtonen vaak geen netwerk hebben buiten hun eigen gemeenschap speelt een rol.

Het betoog van Cuyt is één groot pleidooi om mensen samen te brengen. Onderwijs en bedrijven moeten samenwerken, allochtonen moeten naar buiten komen, bedrijfsleiders mogen zich niet opsluiten in hun vooroordelen, asielzoekers moeten zichzelf kunnen voorstellen. Als dat niet lijfelijk kan, dan maar met een filmpje.

Dat geloof in openheid is verfrissend. Werkloosheid bestrijd je door muren te slopen, mensen bij elkaar te brengen en vooroordelen te overwinnen. Na een week vol ruzie een mooie boodschap om het weekend in te gaan.

“15-jarigen moeten al nadenken over job”

© Wim Hendrix

Het is jarenlang anders geweest, maar deze week was er zowaar goed nieuws over onze arbeidsmarkt. De werkloosheid daalt al een jaar aan een stuk, omdat we meer consumeren en bedrijven dus meer investeren en mensen aanwerven. Maar allochtonen en laaggeschoolden profiteren helaas niet van die positieve trend. Bjorn Cuyt (40) ­– sinds een half jaar provinciaal directeur van de VDAB in Antwerpen – heeft een plan klaar om die doelgroepen te helpen. “Maar ze moeten wel meewerken.”

Bjorn Cuyt volgde begin dit jaar de gepensioneerde Luc Hostens op als directeur van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) in de provincie Antwerpen. Cuyt woont in de Oost-Vlaamse gemeente Aalter, maar is geboren en getogen in Mechelen.

© Wim Hendrix

In 2007 ging hij aan de slag als arbeidsmarktspecialist bij ondernemersorganisatie Unizo. In september 2014 stapte hij van Unizo over naar het kabinet van Vlaams minister van Werk Philippe ­Muyters (N-VA). Daar zette hij de lijnen voor het arbeidsmarktbeleid mee uit. In zijn functie bij de VDAB moet hij dat beleid uitvoeren in de praktijk.

U kreeg deze week goed nieuws. De werkloosheid in Vlaanderen daalt nu al twaalf maanden op rij. Is het gedaan met de crisis?

Bjorn Cuyt: De economie heeft zich in de laatste jaren heel traag hersteld. De heropleving wordt nu stilaan structureel. Er zijn al een tijdje meer jobs in de uitzendsector en ook de bouw doet het steeds beter. Dat komt omdat mensen meer vertrouwen hebben en dus meer consumeren. Daardoor hebben bedrijven geld om nieuwe mensen aan te werven.

Toch is het niet allemaal positief. Terwijl de werkloosheid bij hoog- en middengeschoolden daalt, neemt de werkloosheid bij laaggeschoolden toe. In de stad Antwerpen alleen zijn er meer dan 18.000 werklozen zonder diploma.

Dat is begrijpelijk. Een laaggeschoolde is iemand zonder een diploma van de middelbare school. Stel dat u uw school niet afmaakt en gaat solliciteren voor een job. Hoe gaat u een mogelijke werkgever overtuigen van uw kwaliteiten? Dat kan enkel met een diploma of met werkervaring. Maar als u geen diploma heeft, geraakt u moeilijk aan werk en hebt u dus ook geen werkervaring. Dat is dus een vicieuze cirkel.

Wat kan de VDAB daaraan doen?

Wij willen in de eerste plaats voorkomen dat jongeren de school verlaten zonder een diploma. In september gaan er bijvoorbeeld enkele proefprojecten met duaal leren van start. Dat betekent dat een jongere zo’n 60% van zijn tijd doorbrengt op de werkvloer en de rest op school. Daardoor beperken we de kans op schoolmoeheid. Door dat duaal leren doen jongeren werkervaring op, waardoor ze een ­poten­tiële werkgever makkelijker kunnen overtuigen van hun kwaliteiten. Dat systeem van duaal leren komt bovenop een ander systeem dat we al langer toepassen. Elk jaar starten we in Vlaanderen 16.000 individuele beroepsopleidingen op – afgekort IBO’s. Dat is een systeem waarin een werkzoekende een korte opleiding krijgt op de werkvloer, waarbij hij een werkloosheidsuitkering krijgt en de werkgever enkel een toeslag moet betalen. 85% van die IBO’s leidt tot een duurzame job. We organiseren soms ook stages op de bedrijfsvloer.

© Wim Hendrix

Dat is mooi, maar de werkloosheid blijft hoog. Ontbreekt het veel laaggeschoolden niet gewoon aan een juiste arbeidsattitude?

Ja en neen. Het is logisch dat jongeren op tijd moeten komen, en niet – zoals we soms meemaken tijdens stages – zitten te sms’en terwijl een klant voor hun neus aan het wachten is. Ze moeten leren dat ze op hun werk niet voortdurend op hun smartphone kunnen tokkelen. Langs de andere kant moeten werkgevers inzien dat een smartphone voor veel jongeren het verlengstuk van hun lichaam is. Is het dan werkelijk nodig om het gebruik van smartphones op de werkvloer te verbieden?

Het recente VDAB-rapport over schoolverlaters stelt nog een ander probleem aan de kaak: 12,7% van de schoolverlaters die geen hoger diploma hebben dan het ASO, is na een jaar nog werkzoekend.

Wie na zijn ASO-opleiding in het middelbaar geen ander diploma meer behaalt, heeft een even groot probleem als iemand zonder een diploma. We proberen die mensen op te vangen via een beroepsopleiding of een IBO, want velen van hen hebben de capaciteiten om pakweg procesoperator te worden. Helaas komen veel van die ASO-studenten terecht in jobs die ze niet graag doen. Ze mislukken aan de universiteit of de hogeschool en gaan dan werken in jobs waar ze geen uitdaging in vinden, en waar ze al helemaal niet voor hebben gestudeerd. Bovendien zijn de vrienden die ze in het hoger onderwijs hebben gemaakt vaak wel in betere jobs aan de slag. Ze voelen zich door al die factoren vaak ongelukkig én ze kosten de maatschappij handenvol geld. Want hun jobs zijn meestal niet stabiel en de investering in onderwijs heeft ook weinig opgebracht. Daarom doe ik een oproep aan ­alle 15-jarigen: denk al goed na over wat je later wilt doen. Kies bijvoorbeeld voor een technische richting als je niet wilt verder studeren na het middelbaar. Mensen met een diploma van het technisch onderwijs verdienen meer dan mensen die enkel een ASO-diploma hebben.

Veel van de laaggeschoolden zijn van allochtone afkomst. In de stad Antwerpen is de werkloosheid bij allochtonen ronduit zorgwekkend. De helft van alle werkzoekenden is allochtoon.

En toch is daar ook positief nieuws. In de stad Antwerpen is de werkloosheid bij mensen van allochtone origine (mensen met een huidige of vorige nationaliteit van buiten de ­Europese Unie, red.) in het voorbije jaar ‘slechts’ met 0,4% gestegen. Dat betekent misschien dat er een plafond is bereikt. In de rest van de provincie Antwerpen is de werkloosheid bij mensen van allochtone origine in het voorbije jaar gestegen met 2,4%. In de hele provincie gaat het in totaal om meer dan 26.000 mensen.

© Wim Hendrix

Dat is veel.

We weten uit ervaring dat mensen van allochtone origine pas als laatste profiteren van een heropleving van de arbeidsmarkt. Dat is spijtig, omdat iemands talenten natuurlijk niet afhangen van zijn origine. Helaas is de scholingsgraad bij veel allochtonen te laag. Ze hebben ook een beperkter netwerk. Veel van die mensen gaan niet naar een jeugdbeweging, spelen niet in een sportclub, hebben geen persoonlijk contact met werkgevers. Mensen van allochtone origine sluiten zich nog te vaak op in hun eigen gemeenschap. Dat moet veranderen, want een goed netwerk maakt dikwijls de weg vrij naar een job.

Klopt het dat sommige werkgevers niet graag allochtonen aannemen?

Dat klopt inderdaad, ik zou dat graag zien veranderen. We merken dat de werkgever over het algemeen niet snel iemand met een migratie-achtergrond zal aanwerven, als zo iemand nog niet bij hem werkt. Als er al wel allochtonen zijn, worden er sneller andere allochtonen in dienst genomen. We zeggen tegen werkgevers dat ze in de eerste plaats naar de competenties van een kandidaat-werknemer moeten kijken, niet naar de origine. Anders wordt de vijver waarin bedrijven vissen wel heel erg klein.

© Wim Hendrix

Onderschatten we het probleem van werkloosheid bij allochtonen? Als ze zich niet aanmelden bij de VDAB of bij de gemeente, komen ze niet in jullie statistieken voor.

Inderdaad, maar dat geldt niet enkel voor allochtonen. Er lopen in Antwerpen veel jonge werkzoekenden rond die we niet bereiken, omdat ze niet de moeite doen om hulp te vragen. Ze willen ongestoord rondhangen op straat, of voortdoen met activiteiten die al dan niet legaal zijn. We moeten ons de vraag stellen of de VDAB moeite moet doen om die mensen te bereiken. Als ze onze hulp niet willen, moeten we die dan geven?

Vaak hebben die mensen weinig perspectief. De federale regering heeft beslist dat de jongeren zonder diploma geen recht hebben op een inschakelingsuitkering. Wie niet genoeg heeft gewerkt, krijgt geen enkele tegemoetkoming van de staat. Is dat niet om problemen ­vragen?

Net niet. Met die maatregel proberen we jongeren te overtuigen om minstens hun diploma van de middelbare school te halen. Anders krijgen ze geen uitkering. De eerste cijfers wijzen erop dat de maatregel werkt. 18-jarigen zonder diploma blijven nu langer op school zitten. Maar de cijfers zijn nog te pril om nu al van een positieve tendens te spreken.

De werkloosheid bij allochtonen is al groot. Nu komen daar ook nog eens de erkende vluchtelingen bij.

In de voorbije jaren kwamen in de provincie Antwerpen zo’n 3.000 extra erkende vluchtelingen per jaar op de arbeidsmarkt. Er is nu wel een verhoging van het aantal erkende Syriërs dat een job zoekt, van 806 in juli 2015 tot 1.426 in juli 2016. Dat is een stijging van 620 in de hele provincie.

Dat is toch veel?

Ik vind dat het nog meevalt. Onderschat het talent van die ­Syriërs niet. Ze hebben duizenden kilometers afgelegd om naar België te komen. Dat getuigt van veel ondernemerschap. Veel van die ­Syriërs zijn bovendien goed opgeleid en hebben verscheidene jobs uitgeoefend in hun ­thuisland.

Maar ze spreken geen ­Nederlands.

Eén derde van de erkende vluchtelingen in de provincie Antwerpen heeft Engels als contacttaal. Voor twee derde hebben we een tolk nodig.

Dat lijkt zorgwekkend.

Het is inderdaad een probleem, maar de cijfers zijn beheersbaar. We vermoeden wel dat niet alle vluchtelingen in de cijfers voorkomen. Vluchtelingen hebben het vaak moeilijk om aan een woning te geraken. Dan kunnen ze zich niet registreren bij de gemeente of de VDAB. Wie geen woning heeft, vindt ook geen job of weet niet in welke regio hij een opleiding moet volgen.

Hoe gaat de VDAB die problemen aanpakken?

We wachten niet meer tot die mensen voldoende Nederlands hebben geleerd om ze aan een job te helpen. Voor ons is het geen probleem dat bijvoorbeeld een Syriër die Italiaans spreekt, een job vindt bij een bouwbedrijf met een ploegbaas die Italiaans spreekt. Een VDAB-medewerker kan dan meermaals per week op de werf langsgaan, om die Syriër Nederlands te leren op de werkvloer. Die man leert daardoor snel woorden als ‘baksteen’ en ‘mortel’, en weet ook wat de veiligheidsvoorschriften zijn.

Verder hebben veel Syriërs en andere vluchtelingen smartphones. Een dertigtal van hen heeft met een smartphone al filmpjes gemaakt waarin ze zichzelf voorstellen aan werkgevers. Er is bijvoorbeeld een Syriër die in eigen land in de scheepvaart heeft gewerkt en een filmpje van zichzelf heeft opgenomen in de Antwerpse haven. Hij heeft zichzelf met de hulp van een vriend op verscheidene plaatsen in de haven gefilmd, terwijl hij in gebroken Nederlands zijn werkervaringen in Syrië uit de doeken doet. Voor de duidelijkheid heeft hij zichzelf ook in het Nederlands laten ondertitelen. Vanaf begin september zullen VDAB-consulenten met die filmpjes naar werkgevers stappen, als extra argument om die mensen aan te werven. De vluchtelingen zetten bij de filmpjes ook hun cv en hun LinkedIn-profiel. In een latere fase willen we die filmpjes vrij op het internet zetten, zodat alle vooroordelen worden weggeveegd. Veel vluchtelingen zijn dus van goede wil. Ik ben niet zo pessimistisch over de toekomst.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER