Direct naar artikelinhoud
InterviewDavy Parmentier

VTM-topman Davy Parmentier: ‘Op Werchter liepen Lukas (Dhont) en ik hand in hand toen een man vroeg: ‘Moet dat nu echt?’’

Davy Parmentier is creatief directeur bij VTM en een van de deelnemers van 'Special Forces: wie durft wint'.Beeld Rebecca Fertinel

In Special Forces was deze week te zien hoe Davy Parmentier gruwelt van geweld. Het roept bij de VTM-directeur en lief van regisseur Lukas Dhont nare herinneringen op aan homofobie waar hij in het verleden mee te maken kreeg. In het weekend van de Pride legt hij uit waarom.

Terwijl de andere kandidaten de ziel uit hun lijf boksten in de Marokkaanse woestijn, viel het in de derde aflevering van Special Forces: wie durft wint op hoe Davy Parmentier (39) dat niet deed. De creatief directeur van VTM ging het gevecht uit de weg: hij deelde geen enkele mep uit, maar incasseerde alleen klappen, tot grote ergernis van de instructeurs. “Ik kan niet tegen geweld”, zei Parmentier achteraf. “Bij ruzie of verbale agressie loop ik weg.”

Ligt een specifiek voorval aan de basis van uw afkeer voor geweld?

“Voor ik aan dit programma begon, wist ik al dat ik geen vechter ben. Het kan naïef klinken, maar in mijn ogen valt alles uit te praten. Ik geloof in de kracht van het woord. Maar toen we voor die oefening moesten boksen in een een-op-eengevecht, blokkeerde ik volledig. Ik heb daar lang over nagedacht en ik vermoed dat die reactie te maken heeft met het feit dat ik in het verleden een aantal keer met homofobie geconfronteerd werd. Vijf jaar geleden liep ik met Lukas hand in hand door de Nationalestraat in Antwerpen toen iemand aan de overkant van de straat schreeuwde: ‘Hey homo’s!’ Vervolgens pakte die man een loszittende kassei en smeet die naar ons.”

Hoe reageerde u daarop?

“We waren allebei zo verbouwereerd dat we zelf niets teruggeroepen hebben. We zijn heel snel naar huis gewandeld. Lukas en ik hebben er achteraf veel over gepraat. We hebben geen aangifte gedaan, omdat we niet te veel aandacht aan het incident wilden besteden. We wilden niet dat het impact zou hebben op ons leven, maar dat heeft het dus wel. Onbewust heb ik mijn gedrag zelfs aangepast.”

Lopen jullie sindsdien nog hand in hand?

“Soms wel, maar niet overal. Er zijn plekken in België waar het niet veilig is om als mannen hand in hand te lopen. Een paar jaar geleden waren we op Werchter, een plek die je toch identificeert met love, peace en unity. Lukas en ik liepen hand in hand toen een man op ons af kwam en vroeg: ‘Moet dat nu echt?’ We stonden opnieuw aan de grond genageld. Gelukkig waren er vrienden die wel tussenbeide kwamen. Zelf heb ik gelukkig nooit fysiek geweld ervaren, maar in mijn kennissenkring is ook dat helaas al gebeurd.”

In Dag Allemaal vertelde u over uw coming-out op uw achttiende. Wat is er in twintig jaar veranderd?

“Geweld tegen holebi’s heeft voor een stuk te maken met een gebrek aan representatie. Ik ben aan zee opgegroeid, als kind had ik geen enkel rolmodel. De enige gay die ik kende, was Jimmy B. Vandaag is dat helaas niet zo heel anders. Gays worden doorgaans nogal stereotiep afgebeeld, heel uitgesproken en kleurrijk, maar de gemeenschap is veel diverser. Plegers van geweld tegen holebi’s hebben een totaal verkeerd beeld van de lgbtq+- gemeenschap. Ik geloof rotsvast in de gedachte dat er minder haat zou zijn als zij meer mensen met een andere geaardheid zouden kennen.”

Wil u een rolmodel zijn?

“Ik vind het moeilijk om mezelf als een rolmodel te profileren, maar een programma als Special Forces kan daar volgens mij wel toe bijdragen. De kijker ziet dat er niet alleen stoere heteromannen in het leger zijn. Wanneer ik als kind iemand als mezelf op televisie had gezien, had dat mijn leven allicht makkelijker gemaakt. Ik kwam op mijn 18de uit de kast, maar pas rond mijn 26ste of 27ste had ik een versie van mezelf gevonden waarmee ik ook in het reine was. In de liefde heb ik dikwijls het deksel op de neus gekregen, omdat ik blijkbaar niet op de juiste mannen viel.”

Hoe hebt u Lukas Dhont leren kennen?

“Ik zag Lukas vijf jaar geleden in Cannes. Op een of andere manier was ik heel sterk aangetrokken tot zijn persoonlijkheid. Ik heb hem toen een berichtje gestuurd om hem proficiat te wensen met zijn prijs. Hij had daarop gereageerd, dus ik voelde wel dat hij ervoor open stond. Toen ik vroeg om af te spreken, kwam er geen reactie. Het heeft geduurd tot de Ensors in september 2018 voor we elkaar effectief ontmoet hebben. Er was een soort aantrekkingskracht tussen ons en we hebben onmiddellijk nummers uitgewisseld. Hij vertrok de dag erop drie weken naar Frankrijk om zijn film te promoten. We hebben toen elke dag gebeld. Ik wilde hem zo graag terugzien.

“Toen die drie weken eindelijk voorbij waren – het was op een zaterdag – stuurde hij: ‘Ik moet naar Zürich om mijn prijs op te halen.’ Ik dacht: ‘Oh nee, hij heeft cold feet.’ Ik wou niet te ontgoocheld reageren, maar toen stuurde hij: ‘Ik heb gezegd dat ik eigenlijk even over huis moet, want ik wil je echt wel zien. Kom je mij morgen om 9 uur ophalen in Brussel-Zuid? Om 15 uur moet ik naar Zürich vertrekken.’

“Toen we elkaar zagen op het perron, was het net zoals in een film. Door die telefoontjes was er in korte tijd een band gegroeid. Sindsdien zijn we een koppel.”

Waarom werkt het zo goed tussen jullie?

“Die vraag krijgen we vaker, blijkbaar vinden mensen een VTM-directeur en de regisseur van Close een aparte combinatie. Wij zijn zeer verschillend, maar ook supercomplementair. Wij zijn allebei enorm gepassioneerd door wat we doen. Lukas wilde als kind al regisseur worden. En ik droomde van een job bij VTM. Ondanks het feit dat het twee andere werelden zijn, verbindt die passie voor ons vak ook ons.”

Bent u iemand die ook op de barricades gaat staan voor holebirechten? Gaat u dit weekend naar de Pride?

“Vroeger zou ik gezegd hebben: ‘It’s not my party.’ Maar daar ben ik op teruggekomen. Als je vindt dat de representatie niet breed genoeg is, kun je niet volhouden om afwezig te blijven. Vorige zomer ben ik daarom met Lukas naar de Antwerp Pride geweest. Het was veel diverser dan ik had gedacht. Voor Brussel moet ik passen dit weekend, omdat we onze verhuis aan het voorbereiden zijn, maar in Antwerpen zullen we er zeker opnieuw bij zijn.”

Als zender probeert VTM zeer divers te zijn. Speelde dat mee om Aster Nzeyimana van VRT naar VTM te halen? We horen dat u hem mee over de streep trok.

“Aster is een persoonlijke vriend, maar vooral een megatalent. Sommige mensen denken dat zoiets makkelijker gaat als je bepaalde connecties hebt. Maar als je iemand echt goed kent, is het ook moeilijker om dat soort gesprekken te beginnen. Je wil een vriendschap niet op het spel zetten.”

Wat hebt u gedaan om hem te overtuigen?

“Maarten Janssen (channel manager VTM, EB) en ik hebben in het verleden met hem wel gesprekken gehad over een eventuele overstap, maar ik denk dat Aster nooit klaar was om het te doen. Afgelopen zomer op het WK heeft hij geproefd van het commentaar geven bij de wedstrijden. Via The Masked Singer had hij geproefd van entertainment. Wij voelden dat er een soort gemeenschappelijke match was en dan helpt de vriendschap wel als een vertrouwelijke basis.”

Op vlak van showbizz komt de VRT steeds meer in het vaarwater van VTM. Baart u dat zorgen?

“Ik zie het vooral als een compliment. Bij de VRT hebben ze al vaak laten optekenen dat ze een programma als The Voice heel graag bij hen zouden zien. We zijn ondertussen bezig aan ons negende seizoen. Als je het hebt over representatie vind ik The Voice een zeer geslaagd voorbeeld. Ik voel me dus absoluut niet bedreigd door de VRT. Integendeel, het houdt ons scherp om gechallenged te worden door je concurrenten.”

Davy Parmentier.Beeld Rebecca Fertinel

Hoe ziet u de VTM van de toekomst?

“Een goede VTM is de VTM die we vandaag zijn: een familiezender pur sang, die mensen wil entertainen en daar geen andere valse intentie mee heeft. Maar ook een zender die zich heel bewust is van die rol en daarmee aan de slag gaat.

“Als we in Blind getrouwd, het populairste datingformat van het land, op een positieve en goede manier een gaykoppel verwerken, kan dat heel veel impact hebben. Voor mij zijn dat de beste momenten op VTM, die iets teweegbrengen zonder dat een kijker met die intentie naar dat programma kijkt.

“Ooit hadden we in Wouters versus Waes een opdracht dat Koen en Tom elk een week lang voor de klas moesten staan. Na die aflevering is er een heel debat ontstaan over leeftijd in het onderwijs, over hoelang je die job kunt doen. Tom en Koen, twee mannen die iets gewoon zijn, waren bekaf na die week. Ze voerden hun opdracht ook allebei op een heel andere manier uit. En dat vind ik het mooiste: mensen hebben die avond niet naar VTM gekeken met de intentie het onderwijsdebat te bespreken – dat zou ook niet werken, ze zouden niet afkomen – maar dat was wel het gevolg.

“Dat vind ik superinteressant. En dat is een beetje wat je in Special Forces ook ziet: het clichébeeld van macho’s die nergens schrik van hebben, verdwijnt. Je ziet mensen tussen de mensen die heel goed snappen hoe je met elkaar moet omgaan.”

In Special Forces werd u op het matje geroepen omdat u niet goed kunt luisteren. Heeft het programma u als directeur nieuwe inzichten gegeven?

“Als ik veel input krijg, ontstaat er in mijn hoofd een kettingreactie naar een punt waar ik wil geraken. Ik hoor dan geen andere dingen meer. Het is iets wat ik uit mijn dagelijkse leven herken, maar ik vond het heel straf dat ze dat zo snel opmerkten en benoemden. Ik kreeg wel de kans om er iets mee te doen, maar daarvoor moet je naar de volgende aflevering kijken.

De algemene les van deze training is dat je altijd verder kunt gaan. Ga je niet ergens in een hoekje zitten wentelen in een soort ‘sorry for yourself’-gevoel, maar probeer die volgende stap te zetten. Als je lichaam zegt dat je moe bent, kun je toch nog verder als je hoofd zegt dat je wél nog kan. Het gaat om de mindset. Je leert in die training om je grens uit te schakelen. Ik denk dat je dat moet ervaren om het te geloven. Mocht je mij dat op voorhand gezegd hebben, zou ik denken: ‘Ja, whatever.’”

De deelnemers van 'Special Forces: wie durft wint', met Davy Parmentier (vijfde van rechts) en Georges-Louis Bouchez (helemaal rechts).Beeld DPG Media

U noemde deelnemer Georges-Louis Bouchez (MR) een kalf voor de camera. Mag dat dan wel?

“Het was een slip of the tongue in het heetst van de strijd. In andere omstandigheden zou ik zoiets nooit gezegd hebben. Maar in extreme omstandigheden, als je een nacht niet geslapen hebt, fysiek kapot zit en een loodzware proef moet volbrengen en die fout dreigt te gaan, komt het er dus wel uit.

“Ik kende Bouchez niet, maar ik moet zeggen dat hij me tijdens de reis naar het Atlasgebergte enorm goed meeviel. Hij was superjoviaal, geïnteresseerd, maakte grappen. Iedereen vond hem een topgast. Maar op een of andere manier, ik kan er de vinger moeilijk op leggen, kwam er niets als er iets fysieks moest gebeuren. Als groep waren we zo afhankelijk van onze zwakste schakel, omdat de hele groep gestraft werd als één iemand de opdracht niet volbracht. Dat frustreerde.

“Ik denk dat ik op die manier wel iets verwoordde wat heel veel kijkers op dat moment dachten. In dit programma krijg je de eerlijkste, puurste versie van mensen te zien. Dat is ook een van de redenen waarom het zo succesvol is.”

Het is opmerkelijk dat iemand in uw functie deelneemt aan een dergelijk programma. In het verleden had u ook al eens een talkshow en zetelde u in de jury van Belgium’s Got Talent. U staat ook graag in de spotlights.

“Het vertrekt vanuit wie ik ben. Ik ben zo zot van tv dat ik elk element daarvan op de een of andere manier wil beoefend hebben. Ik ben redacteur geweest, eindredacteur. Ik zit nu aan de zenderkant. Het interesseert me ook superhard om dingen te doen op het scherm. Het is mijn heilig vuur dat brandt, om elk aspect van die job te kennen.”

De talkshow die u eind 2019 presenteerde, werd al na een seizoen afgevoerd. Hebt u dat al verteerd?

“Dingen die niet lukken zijn een vruchtbare grond. Het kan je sterker en beter maken. Als je succesvol bent, stel je jezelf niet in vraag. Dan zegt iedereen alleen hoe fantastisch je iets gedaan hebt. In eender welk traject dat niet lukt, probeer ik op zoek te gaan naar wat ik eruit kan leren.”

Nu stelt u het wel positief voor.

“Uiteraard heb ik er slecht van geslapen. Het was leuker geweest als het wel een succes was. Maar ik heb er nooit op zo’n manier van wakker gelegen dat ik dacht dat het de rest van mijn carrière zou bepalen.”

Wat hebt u er dan uit geleerd?

“Als zenderbaas zit je veilig in de schaduw, terwijl je als host altijd in de vuurlinie staat. Dat is een heel kwetsbare positie. Je krijgt applaus als het werkt, maar je moet ook incasseren als dat niet het geval is. Dat heeft mijn blik als creatief directeur dus zeker verbreed. Maar ook: mensen zijn op zoek naar herkenbaarheid. Je mag als presentator geen schrik hebben om jezelf bloot te geven. Je moet je authentieke zelf durven te zijn. Dat is een leerproces.”

Special Forces: wie durft wint, maandag om 20.35 uur op VTM en op VTM Go.