45 vragen aan Antwerp-sensatie Arthur Vermeeren: “Als we kampioen worden, vier ik deze keer niet met icetea”

Tijd is geld. En de Champions’ Play-offs is ‘money time’. Daarom vuren we een helft lang 45 vragen af op Arthur Vermeeren, terwijl de tijd op de achtergrond onverbiddelijk wegtikt. “Op berichten van meisjes die ik niet ken, reageer ik niet”, zegt de 18-jarige middenvelder van Antwerp. “Voorbeelden genoeg hoe dat kan fout lopen.”

Koen Van Uytvange

1. Wat kan Antwerp van de titel houden?

“(Droog) Union en Genk. Iedereen kan van iedereen winnen, en dan hangt het af van details. Wij zitten in een goeie periode, maar die heeft ­iedereen gehad. Een periode kan snel weer voorbij zijn.”

LEES OOK. Antwerpfans beginnen (voorzichtig) te geloven in landstitel: “Het is waanzin, je voelt dat er iets kan gebeuren”

2. Wie zou je graag eens voor een dag zijn?

“Een voetballer aan de absolute top, om eens te zien hoe zij in hun ­dagelijks leven toch nog hun ding kunnen doen. Als wij ergens met ­Toby Alderweireld gaan, moet hij wellicht honderd keer op de foto gaan. Messi of Ronaldo, die kunnen toch niet meer naar de winkel?”

3. Jij werd dit seizoen al vergeleken met Andres Iniesta en Timmy Simons. Welke van die spelers zag je ooit spelen?

“Beiden. In het geval van Timmy ­Simons was ik wel nog heel jong. Van Iniesta heb ik veel gezien, ook op YouTube.”

© Kris Van Exel

4. Waar ergens tussen ‘volkomen terecht’ en ‘belachelijk’ zit die vergelijking?

“Elke vergelijking is lastig, want ­iedere speler is anders, heeft ­misschien een andere leeftijd, speelt in een andere competitie. Ik heb niet dezelfde kwaliteiten. Iniesta is een van de beste middenvelders ooit. Daar ben ik bijlange nog niet. Maar ik ben hetzelfde type speler, vandaar die vergelijking.”

5. Welke middenvelder bij een ander team bewonder jij?

“Aan de bal: Teuma. En defensief: Mandy is heel sterk (Mandela Keita, red.), Heynen en Bilal El Khannouss spelen goed. Maar echt bewonderen? Dan kijk ik meer richting De Bruyne, Iniesta, Busquets.”

6. Je kreeg voluit jouw kans omdat Radja Nainggolan te veel buiten de lijntjes kleurde. Schuilt er een Radja in jou?

“Radja feest graag, geniet van het leven. Maar als voetballer is hij zó goed, misschien een van de beste middenvelders die België de laatste jaren heeft gehad. Op training heb ik veel van hem geleerd. Toen ik bij de A-kern kwam, speelde ik simpel. Te simpel. Vooral achteruit. In de ­voorbereiding zei Radja dat ik meer vooruit moest spelen. In die zin was hij wel belangrijk voor mij.”

7. Zit er een Radja in jou die straks ook een tatoeage laat zetten?

“Neen, dan kan ik niet meer thuiskomen (lacht).”

8. Waar of niet waar: je bent zeer op jouw hoede voor de grappen van Vincent Janssen?

“Waar. Iedereen past op voor ­Vincent. Als er in de kleedkamer iets verdwenen is, weten we meteen wie de dader is. En altijd houdt hij zich van de domme. Zijn favoriete slachtoffer? Mandela Keita.”

9. Je bent van nature rechtsvoetig, maar behoorlijk tweevoetig. Hoe voelde die goal tegen Club Brugge, met links?

“Als een explosie van vreugde. Meer kan ik me er niet meer van ­herinneren (lacht). Ik kan alles met links, maar niet op hetzelfde niveau als met mijn rechtervoet. Het is niet dat ik er alleen op sta, maar ik ga er geen wereldgoals mee maken.”

10. Welke tips heeft jouw trainer Mark van Bommel, zelf ex-middenvelder, al gegeven?

“Dat ik mijn hoofd moet gebruiken. Niet te veel op kracht of fysiek ­spelen. Op fysiek vlak heb ik natuurlijk nog de meeste stappen te zetten, maar ik moet ook nog meer initiatief durven nemen. Hij vindt mijn grootste kwaliteit hoe ik het spel zie en hoe snel ik denk. Dus dat moet ik vooral gebruiken. En ik mag ook niet twijfelen aan mezelf.”

11. Hij scoorde best vaak. Hoe zit dat doorgaans met jou?

“In de jeugd had ik wel een periode waarin ik vaak scoorde. Eén seizoen zat ik aan een twintigtal goals, ­waarvan een stuk of acht penalty’s. De rest waren veelal afvallende ­ballen, vanaf de rand van de zestien, op karakter. Zoals tegen Club Brugge. Als box-to-box kan ik wel op de juiste plaats opduiken. Dat is nog een ­puntje van verbetering.”

© BELGA

12. Van Bommel pakte ook meer dan honderd kaarten, over 600 wedstrijden. Hij was dus, euh…

“(Snel) …een smerig ventje (lacht hard). Grapje. Toen ik wist dat hij mijn coach zou worden, heb ik ­beelden opgezocht. Ik vond alleen maar tackles en afstandsschoten. Of ik te braaf ben? (Vermeeren telt slechts één kaart in 31 wedstrijden, red.). Ik kom soms wel goed weg (grijnst). Hoe je meteen na een fout reageert, maakt ook veel uit. Ik blijf van nature rustig. Je moet slim zijn.”

13. Vijf jaar geleden, op je dertiende, verliet je KV Mechelen voor Antwerp, hoewel Malinwa toen met de jeugd een divisie hoger speelde. Waarom?

“Als jonge gast telt individuele ­ontwikkeling. Mechelen speelde wel op een hoger niveau, maar bij ­Antwerp hadden ze een duidelijk plan klaar liggen over hoe ze mijn ontwikkeling zagen. Ik besefte toen dat ik hier meer kansen zou krijgen en mezelf zou verbeteren. Een van die factoren was dat Antwerp me ook in het middenveld zou zetten, terwijl ik bij Mechelen vooral ­achterin stond. Zeker mijn vader zag me liever doorgeschoven worden, ­opdat ik in situaties zou komen die ik niet gewend was. Toen heb ik veel stappen gezet. Antwerp was ook de eerste ploeg die kwam aankloppen. Ik was geen speler die opviel, met mijn simpel spel, en daar wordt door jeugdscouts misschien minder naar gekeken.”

14. Wanneer heb je voor jezelf besloten dat je profvoetballer wilde worden?

“Er werd wel eens om gelachen, maar het was van jongs af een droom. Ik was altijd heel actief. Springen, in bomen klimmen en vooral voetballen. Ik wilde altijd in de tuin, zelfs als het regende en ­mama liever niet had dat we weer vuil binnenkwamen. Pas een jaar of twee geleden besefte ik dat ik het echt kon maken. Toen mocht ik al de eerste keer meetrainen bij de ­beloften. Heel snel, en eigenlijk niet het plan. Zo groot bleek het verschil niet. Ik dacht: Met een tandje extra kan ik er misschien komen.”

15. Wat maakt jou dan toch dat jij hier nu zit en al die anderen niet?

“Mijn mentaliteit, denk ik. Altijd ­willen winnen, er alles aan willen doen om vooruitgang te boeken. En dankzij de mensen rondom mij: bij Lierse, Mechelen en Antwerp maar zeker mijn ouders, die me zeer goed hebben opgevoed. Dat school ­belangrijk is, ik altijd op tijd ben, doe wat er van me gevraagd wordt, ­beleefd zijn. Streng, maar ik had dat wel nodig.”

16. Wat is jouw droom? Want nu al valt jouw naam bij Engelse clubs.

“Ik hoop ooit een WK te spelen en deel te nemen aan de Champions League. Hem winnen zou nog ­mooier zijn, maar dat is weinigen ­gegeven. Maar ik tekende onlangs nog maar een contractverlenging bij Antwerp omdat ik me hier goed voel. Ik ben nu absoluut niet bezig met ­interesse uit het buitenland. De play-offs, dáárop ligt mijn focus.”

© Kris Van Exel

17. Je hebt je laten begeleiden door advocatenkantoor Cresta voor die contractverlenging. Hoezeer speelde Propere Handen om geen spelersmakelaar te contacteren? En klopt het dat jij zelf jouw contracten naleest?

“Vooral voor mijn moeder speelde Propere Handen wel een rol. Voor mij staat voetbal voorop. Als iemand me begeleidt, wil ik dat het alleen gaat om wat ik wil, niet dat ze zaken errond ook willen begeleiden. ­Mensen die me elke dag zouden ­bellen of een berichtje sturen, die had ik niet nodig. Wel iemand die me financieel kon begeleiden. Vanaf dat eerste gesprek wist ik dat die mensen deden wat ik nodig achtte. En ­uiteraard lees ik zo een contract. Ik teken niets waar ik niets van afweet.”

18. Wie was de eerste van de grote, oudere spelers die jou verwelkomde en onder zijn vleugels nam?

“Faris Haroun. Ik zit naast hem in de kleedkamer en hij is ook een ­middenvelder. Hij is wel bezig om de jongere gasten te begeleiden. Zijn ­zogeheten jeugdacademie, ja. ­Waarbij Bali (Balikwisha, red.) zowat het hoofd is. Faris geeft me tips: dat ik positie moet houden en mijn ­momenten moet kiezen om door te duwen. Maar ook over tegenstanders geeft hij soms wel tips.”

19. Een vraag vanwege Faris Haroun: wil je een restaurant met binnen- of buitenspeeltuin?

“Zonder speeltuin (lacht). Mandy en ik hadden een weddenschap met Faris. Hij zei dat we geen twee ­doelpunten of assists zouden ­bereiken. Het is ons wel gelukt. Dus nu zijn we een goed restaurant aan het zoeken. Daarom vraagt hij of we een speeltuin willen, om met ons te spotten (lacht).”

20. Lach je meer nu je je beugel kwijt bent?

“Iedereen zegt dat, maar volgens mij valt het gewoon meer op. Ik ­lachte altijd zoveel. Maar ik ben wel blij dat ik ervan af ben.”

21.Wie komt vaker te laat dan jij?

“Iedereen. Ik kom nooit te laat. Al zijn er weinig laatkomers, hoor. Mandela is een aantal keer kort na mekaar te laat geweest.”

22. Dus jij komt nooit te laat? Je neemt toch de tram en de trein richting Bosuil?

“Ik heb inmiddels mijn voorlopig ­rijbewijs. Voordien was het vaak nipt, ja. En heel vroeg opstaan. Om naar de Topsportschool te gaan, moest ik dagelijks om 6.00u opstaan, voor trainingen mocht ik iets langer ­slapen. Maar de treinen hebben héél vaak vertraging. Irritant. Zeker als mensen op de sporen lopen, moet je soms tot twee uur wachten.”

23. Kon jij ongestoord de trein nemen?

“Ik kwam altijd met mijn kap op, ook omdat het winter was. Dan viel dat wel mee.”

© BELGA

24. Hoe reageer je als meisjes jou iets sturen?

“Ik reageer er niet op, tenzij ik hen al langer zou kennen. Er zijn recent genoeg voorbeelden geweest hoe dat fout kan lopen. Als jonge gast moet je op je hoede zijn. Mensen die ik niet ken, vertrouw ik niet snel. Je kent hun intenties niet. Sinds het voetbal goed loopt, krijg ik meer berichten. Maar wie er voordien niet was, laat ik links liggen.”

25. Je studeert Topsport-Wetenschappen. Noem jouw slechtste en beste punt op de examens in december.

“Het slechtste was 50 of 51, op ­fysica of chemie. Het beste ergens in de 70, of 80. Dat heb ik niet ­onthouden. Slagen, dát is wat telt. Want dat diploma halen, is heel ­belangrijk.”

LEES OOK. Tussen de klasgenoten gedraagt Antwerp-chouchou Vermeeren zich niet als een ster: “Hij regelde zelfs tickets voor de bekerfinale”

26. Hoeveel uur per week zit je nog op de schoolbanken?

“Meestal een tweetal dagen, als we twee keer geen training hebben. En als we bijvoorbeeld alleen ’s ­ochtends trainen, dan ga ik in de ­namiddag naar school. Soms blijf ik ook een uurtje langer om nog iets in te halen. Thuis werk ik ook vaak voor school, bereid ik stilaan mijn ­examens voor. (Luchtig) Maar dat valt allemaal wel mee. De school helpt me goed. Als het dan toch eens te veel wordt, dan geef ik dat aan en krijg ik ondersteuning.”

27. Studeer je volgend seizoen nog verder?

“Dat is wel de bedoeling, maar we gaan eerst eens bekijken in hoeverre dat mogelijk is. Wellicht iets met ­economie, al zou ik dan in de zomer nog wat extra moeten studeren ­omdat ik nu uit een wetenschappelijke richting kom.”

28. Hoe zou jij Haaland afstoppen als hij weer eens tijd begint te rekken aan de cornervlag?

“Ik zou niets doen. Ik zou iemand anders sturen (lacht). Misschien dat Pacho er met zijn lange benen bij kan. Weinig spelers kunnen van hem de bal afnemen, vrees ik.”

29. Naar welke muziek luister je voor de wedstrijd?

“Van alles. Nederlandstalige ­muziek van Frenna maar evenzeer Engelstalige muziek zoals Lil Tjay.”

Vermeeren, geflankeerd door Keita en De Laet.© BELGA

30. Was jouw eerste shirt er eentje van Beerschot?

“Nee, zeker niet. In onze familie is ­niemand voor Beerschot. Bij mijn ­geboorte kreeg ik al een shirt van mijn neef, maar ik zou niet meer ­weten welk. Noem een buitenlandse club en ik heb het wellicht gehad. Net als mijn ex-clubs, Lierse, KV ­Mechelen. Bij een verjaardag kreeg ik vaak een shirt van mijn ouders.”

31. In lagere afdelingen had je al Vermeerens,ook in Nederland. Loopt er voetbal-DNA door jullie bloed?

“Ik heb wel familie in Nederland, maar ik ken geen andere Vermeerens die ook prof zijn, of het zou heel ­verre familie moeten zijn. Mijn vader heeft alleen in de zaal gevoetbald en op lager niveau. Maar voetbal leeft wel enorm in onze familie.”

32. Hoeveel jaren heb jij in de zaal gevoetbald?

“Een jaar of twee, drie. Bij Malle- Beerse. De bedoeling was om meer rust aan de bal te kweken, balgevoel. Niet dat ik niet kon voetballen, maar ik was naar mijn gevoel te onrustig. Dat is toen wel sterk verbeterd. Nu vraag ik de bal ook meer.”

33. Hoeveel beter of slechter zijn jouw jongere broers, Victor en Caesar, momenteel bij Lyra-Lierse?

“Het is moeilijk vergelijken. Victor is eerder een pure verdedigende ­middenvelder of verdediger, Cea speelt zowat overal. Ik vind hen heel goed. En ik dacht op mijn 14de ook niet dat ik eerste klasse zou halen, en ik ben gedebuteerd op mijn 17de. ­Elke jeugdspeler kan het maken, ­zolang hij er alles aan doet.”

Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen. U heeft hiervoor geen toestemming gegeven.

34. Hoelang zie je jezelf nog bij je ouders wonen? En wat zou je, behalve de ruzies met je broers, missen?

“Geen idee. Ik heb geen plannen om weg te gaan. Ik ben wel zelf­standig, maar wat koken, wassen, of pakweg mijn belastingbrief invullen betreft, zou ik mijn ouders wel nodig hebben. Mocht ik hen plots niet meer zien, of kunnen irriteren, zou ik ze wel missen. Zeker als wij rond tafel zitten, wordt er veel gelachen.”

35. Waar komt jouw bijnaam ‘Boelie’ vandaan?

“Van Calvin Stengs. In mijn eerste wedstrijden vroegen medespelers zich af of het wel zou lukken met mij, zo’n jonge gast. Na de match tegen Standard, toen we eigenlijk het ­middenveld domineerden, gaf hij me die naam. Maar het is Bully, op zijn Engels. In de betekenis van baasje, pestkop.”

36. Je krijgt dit seizoen twee keer per week extra krachttraining. Voel je dat verschil?

“Wel een beetje, ja, in vergelijking met het begin van het seizoen. Het is ook door te spelen dat je merkt hoe je precies in duel moet gaan. Ik ben niet de grootste, dus ga ik niet schouder aan schouder met Vincent Janssen. Maar op een andere manier kan ik mijn duel wel winnen. Belangrijk is vooral dat ik gretig ben.”

37. Wat is het indrukwekkendste aan Toby Alderweireld?

“Zijn ervaring. Hij heeft een finale van de Champions League gespeeld, WK’s. Hij heeft zowat elke situatie al meegemaakt en hij weet wie waar moet komen, waar hij moet staan. Positioneel is hij zó sterk.”

© BELGA

38. Wat kan je het minst verdragen: jezelf zien op tv of mensen horen praten over jou op tv?

“Mezelf horen praten, daar kijk ik liever niet naar. Als ik dan in de zetel zit, kijk ik wel op mijn gsm. Het maakt me niet uit wat andere ­mensen van me vinden. Zeker negatieve commentaar. Wat telt, is dat ik weet wat ik kan, wie ik ben en wat mijn familie van mij vindt. Ik krijg ook commentaar op sociale media – niet zo extreem als bij Toby laatst – maar dat is frustratie (haalt ­schouders op).”

39. Waaraan spendeer jij geld?

“Ik ga wel eens iets eten of ik koop kleren, maar eigenlijk spaar ik vooral. Het voordeel van thuis ­wonen.”

40. Welke van jullie Nederlanders is gierig?

“Niemand, integendeel. In het ­begin had ik altijd dezelfde schoenen aan. Ik was aan het praten dat ik ­bepaalde schoenen wilde, maar dat mijn mama die te duur zou vinden. Calvin Stengs had dat gehoord en heeft die schoenen twee weken later voor me gekocht.”

41. Simpel voetballen, hoe simpel is dat?

“Heel simpel, als je het goed kunt. Het hangt af van je persoonlijkheid. Iedereen denkt anders en ik denk dat je van elk type wel iemand nodig hebt in een ploeg. Er zijn spelers ­nodig die de actie willen maken, ­terwijl ik ervoor wil zorgen dat ­iemand anders de actie kan maken.”

42. Laatst tegen Genk, in die rumoerige slotfase met twee rode kaarten, praatte jij tegen Heynen. Waarover ging dat?

“Bryan kreeg geel wegens dis­cussiëren met de scheidsrechter en er was al zo veel onenigheid. Ik wilde hem gewoon bij de scheids weg­houden. Dat ging toch niet helpen.”

43. Wat een sportief gebaar. Antwerp ziet in jou een rolmodel voor de jeugd. Is dat niet moeilijk?

“Neen, het is belangrijk dat het ­besef er is dat ook jeugdspelers hier kansen krijgen en kunnen door­breken.”

44. Ben je ooit dronken geweest?

“Neen, ik heb nog nooit ­alcohol gedronken. Op het bescheiden feestje na de bekerfinale dronk ik alleen icetea (lacht). Voorlopig blijft dat zo. Al zeggen oudere spelers in de kleedkamer dat zij op die leeftijd precies hetzelfde zeiden.”

45. Wat zou het zotste kunnen zijn dat jij doet als Antwerp de titel wint?

“Dan zou ik wel eens feestvieren. Dat mag dan wel. Niet met icetea. Want er zijn ploegmaats die zeggen dat ik bij een titel iets moet drinken. (Lacht) Meer dan eentje. We zien wel. Zo ver zijn we nog niet.”

LEES OOK. Koning Arthur: gisteren de grote held met zijn eerste goal voor Antwerp, vandaag op de schoolbanken

MEER OVER Royal Antwerp FC