Pensioenextra’s

Parlementsvoorzitters steken koppen bij elkaar om pensioenschandaal te bezweren

In de Senaat is al beslist om het pensioenplafond van 7.813 euro bruto strikt toe te passen.© id/Katrijn Van Giel

Alle parlementsvoorzitters van ons land buigen zich dinsdag samen over een definitieve oplossing voor de ­pensioenextra’s van de parlementsleden. De pensioenen van zeker 150 oud-parlementariërs komen in het vizier.

Christof Vanschoubroek

De voorzitters van de zes parlementen in ons land blazen dinsdag­namiddag verzamelen in het Brussels Parlement. Zij zullen zich buigen over de mogelijkheid voor gepensioneerde parlementsleden om het ‘pensioenplafond-Wijninckx’ (7.813 euro bruto per maand) met maximaal 20 procent te overschrijden. Dat kan als ze hun parlementair pensioen combineren met een pensioen als ambtenaar, werknemer of zelfstandige. Die uitzondering leidt tot verontwaardiging.

Politici wisselen in hun carrière al eens van parlement. Maar het parlement waarin een politicus eerst aan de slag gaat, is verantwoordelijk voor het pensioen. Goede afspraken onder de parlementsvoorzitters zijn dus nodig.

‘Wij hebben niet op die vergadering gewacht om ons reglement aan te passen’, zegt Vlaams Parlement-voorzitter Liesbeth Homans (N-VA). ‘In een uur was in ons ­bureau beslist om de maatregelen te schrappen, een paar uur later werd de ­beslissing door het parlement ­bekrachtigd.’ Het resultaat is dat vanaf juni zeventien voormalige ­leden een stukje minder pensioen op hun rekening zullen krijgen. ‘Dat kan gaan om 20 tot een paar honderden euro’s’, zegt Homans.

Eerste stap

Ook in de Senaat is al de beslissing genomen om het plafond-Wijninckx strikt toe te passen. ‘Daardoor zullen vanaf juli 30 van de 340 gepensioneerden in de ­Senaat minder pensioen krijgen’, zegt Bert ­Anciaux (Vooruit), voorzitter van de pensioenkas van de ­Senaat. De voorzitters van de verschillende pensioenkassen schuiven dinsdag mee aan bij de vergadering van de parlementsvoorzitters.

André Fréderic (PS), de voorzitter van het Waals Parlement, maakte zich afgelopen weekend in de Franstalige krant La Libre sterk dat in zijn parlement een kwart van de 99 gepensioneerden sinds mei al minder pensioen krijgt.

In de Kamer werd op 19 april al principieel beslist om in de toekomst het plafond-Wijninckx toe te passen, maar de maatregel wacht nog op verdere uitwerking. Daar zouden momenteel zo’n 85 voormalige federale parlements­leden het plafond overschrijden. Als voorlopige maatregel wordt ook in hun pensioen al geknipt.

De N-VA probeerde afgelopen woensdag met hoogdringendheid een wetsvoorstel op de agenda te krijgen om wettelijk alle parlementaire pensioenen te beperken tot het maximum van de wet-Wijninckx, maar stootte op verzet van de meerderheidspartijen. Die merkten op dat Kamervoorzitter Eliane Tillieux (PS) eerder al het mandaat kreeg om tegen de zomer met de andere parlementen te ­onderhandelen over de plafonnering van de pensioenen. De vergadering van dinsdag is daarin alvast een eerste stap.

Oude generatie

Daar zal ook een ander pensioenprobleem aangekaart worden. Parlementsleden krijgen een pensioen dat voor 80 procent uit een klassiek pensioen bestaat en voor 20 procent als een rente wordt ­beschouwd. Dat stukje rente wordt vandaag niet in aanmerking genomen om te beoordelen of een parlementair pensioen het Wijninckx-plafond haalt. Om de pensioenen te financieren, wordt 8,5 procent ingehouden op de vergoeding van de parlementsleden.

De vraag is groot om die rente af te schaffen of te verminderen. Maar in welke mate moet de pensioenbijdrage die de parlements­leden betalen dan ook verminderd worden, wetende dat die in de meeste parlementen al niet volstaat om alle pensioenen te financieren? Het gat in de pensioenkas verschilt bovendien van parlement tot parlement. En wat met de verworven rechten uit het verleden?

Een heel kluwen dus, waarvan voornamelijke de oude generatie geniet en heeft genoten. Door ­gewijzigde pensioenregels haalt deze generatie parlementsleden het plafond bijna nooit meer. ‘Mijn generatie zal er nooit van genieten, maar het zijn wel wij die erop aangesproken worden en het dus moeten oplossen’, vat Homans de kwestie samen.