Direct naar artikelinhoud
Analyse

Het zou Moskou zorgen moeten baren dat ook West-Europese landen zich steeds minder bevreesd tonen voor Russische dreigementen

De Oekraïense president Zelensky en zijn Amerikaanse collega Biden tijdens hun ontmoeting in Hiroshima.Beeld AFP

President Zelensky’s ‘diplomatieke lenteoffensief’ geeft Oekraïne meer hoop aan de vooravond van een uiterst netelige militaire uitdaging. West-Europese landen tonen zich steeds minder bevreesd voor Russische dreigementen.

Terwijl westerse media de afgelopen weken tuurden naar de frontlinie in Oekraïne om er het begin van een Oekraïens lenteoffensief te ontwaren, was president Volodymyr Zelensky bezig met een écht offensief, maar dan op het diplomatieke front. De resultaten daarvan zijn indrukwekkend. Ze werden dit weekend bekroond op de G7-top in het Japanse Hiroshima.

Groen licht voor F-16’s

Daar kon Zelensky, die persoonlijk aanwezig was, vernemen dat de Verenigde Staten groen licht hebben gegeven inzake F-16-gevechtsvliegtuigen. Ook kon hij voor het eerst zijn zaak direct bepleiten ten overstaan van belangrijke landen als India en Brazilië – net als hij daarvoor had gedaan tegenover Arabische leiders. Westerse diplomaten onderstreepten het belang daarvan nu er verschillende ‘vredesplannen’ circuleren naast Kievs eigen ‘tienpuntenplan’.

Dat plan neemt het herstel van soevereiniteit en territoriale integriteit als uitgangspunt, in plaats van losjes aan het beginsel te refereren zoals het Chinese alternatief doet. De Indiase premier Narendra Modi sprak Zelensky uitvoerig en noemde de oorlog “een groot probleem voor de hele wereld”. Hij wil er “alles” aan doen het conflict te beëindigen.

De ontmoeting in Hiroshima van president Zelensky en de Indiase premier Modi.Beeld AFP

Modi is in september de gastheer van de G20-top, maar zal in juli eerst nog naar de ontmoeting van de zogeheten Brics-landen gaan in Zuid-Afrika – waar de Russische president Vladimir Poetin ook naar toe wil, ondanks het arrestatiebevel dat het Internationaal Strafhof tegen hem heeft uitgevaardigd.

Modi’s optreden stond in contrast met dat van de Braziliaanse president Lula – die zich nadien “van streek” toonde dat hij Zelensky niet apart had ontmoet, maar ook zei dat het geen nut zou hebben omdat Zelensky en Poetin “er op dit moment beiden van overtuigd zijn dat ze de oorlog gaan winnen”.

Ontwikkelingen op slagveld

Zelensky’s diplomatieke inspanningen getuigen er andermaal van – zoals ook valt te beluisteren in westerse hoofdsteden – dat dit najaar de diplomatie over de beëindiging van de oorlog intensiever zou kunnen worden. In hoeverre dit realistisch is, gezien de totale afwezigheid van Russische bereidheid om bezet gebied op te geven, zal vanzelf blijken. Ondertussen zullen de ontwikkelingen op het slagveld een belangrijke rol spelen.

Op het diplomatiek-militaire vlak heeft Zelensky recentelijk wel echte successen geboekt. Die getuigen ervan dat ook Europese landen die verder van het slagveld verwijderd zijn nu zien dat het hun veiligheidsbelangen dient om Oekraïne zoveel mogelijk te steunen.

Duitsland, dat een cruciale rol zal spelen in de wijze waarop Europese landen zich in de toekomst gaan verhouden tot Rusland, ontwikkelt zich tot belangrijke militaire steunpilaar van Oekraïne. En ook Frankrijk beloofde vorige week dat er “de komende weken” nog eens tientallen gepantserde voertuigen en infanteriegevechtsvoertuigen richting Oekraïne gaan.

Belangrijk signaal van de Britten

Het belangrijkste signaal echter kwam van de Britten, die langeafstandsraketten zijn gaan leveren, en van de ‘F-16-coalitie’, een serie West-Europese landen die bereid is te helpen bij het opleiden van Oekraïense piloten én, waar mogelijk, het leveren van gevechtsvliegtuigen. Die moeten voorkomen dat Rusland op enig moment alsnog groot militair voordeel kan halen uit zijn grote en moderne luchtmacht.

De ontmoeting in Hiroshima tussen president Zelensky en EU-president Charles Michel.Beeld AFP

Los van het militaire belang, spreekt hier – net als tijdens eerdere, geleidelijke ‘verschuivingen’ in het denken over leverantie van zware wapens aan Oekraïne – ook een mentale ontwikkeling uit die zich slecht verhoudt tot het imago van een ‘soft Europa’ versus het ‘geharde’ Amerika. Het zou Moskou zorgen moeten baren dat ook West-Europese landen zich steeds minder bevreesd tonen voor Russische dreigementen.

Zeker, de F-16’s zullen hoe dan ook te laat komen voor welk Oekraïens lente- of zomeroffensief dan ook. Dat is een bittere pil voor de Oekraïners die al heel lang bepleiten dat westerse gevechtsvliegtuigen een militaire noodzaak zijn. Ook dit is een inmiddels bekend patroon: de westerse meningsvorming en besluitvorming lopen steeds achter bij de urgente Oekraïense noden – en de prijs wordt op het slagveld betaald in mensenlevens.

‘Contouren Oekraïense overwinning’

Toch is de komst van gevechtsvliegtuigen en langeafstandsraketten een cruciale ontwikkeling. De Amerikaanse historicus en hoogleraar strategische studies Phillips P. O’Brien concludeert dat dit een van de “meest gedenkwaardige weken” was sinds het begin van de oorlog. Het was al snel duidelijk dat Rusland de oorlog verloren had, schrijft hij, maar nu zijn eindelijk ook de contouren zichtbaar van een Oekraïense overwinning.

Van groot belang is daarbij de omslag in Amerikaans denken die de ommekeer inzake F-16’s mogelijk maakte: een veranderde inschatting van het escalatiegevaar. Een van de grootste sceptici in de regering-Biden, nationaal veiligheidsadviseur Jake Sullivan, sprak afgelopen weekeinde openlijk over de mogelijkheid dat Amerikaanse wapens worden ingezet bij pogingen de Krim te heroveren.

En president Joe Biden wuifde in Hiroshima de vraag of het geen “kolossaal risico” was om F-16’s te leveren gezien de Russische waarschuwingen, weg met het antwoord: “Dat is het voor hen.” De meer geharnaste westerse houding komt later dan de Oekraïners wellicht wensten of nodig hadden, maar zal ze toch met iets meer zelfvertrouwen doen beginnen aan de militair uiterst netelige uitdaging om bezet gebied terug te veroveren.