Seksueel gedrag

De eerste keer gebeurt niet vroeger, maar wel vaker zonder condoom

© Getty Images/Image Source

Misschien kregen scholieren de voor­bije jaren minder voorlichting. Of gingen ze minder naar festivals waar je gratis condooms kunt krijgen. Feit is dat jongeren bij hun eerste keer seks minder vaak een condoom gebruiken. Ze ervaren ook meer seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Veerle Beel

Heb je ooit al seks gehad? Tot wie voel je je seksueel aangetrokken? Heeft iemand je ooit al gestreeld of aangeraakt op een seksuele manier wanneer je dat niet wilde? Het zijn slechts enkele vragen uit de vierjaarlijkse HBSC-studie ‘Jongeren en Gezondheid’, die 20.000 Vlaamse jongeren tussen 11 en 18 jaar heeft bevraagd over seks en hun seksuele voorkeur. Dit zijn de ­opvallendste conclusies.

1. Ruim een op de vijf had al seks

Over de eerste keer kan iedereen wel een verhaal vertellen. De leeftijd waarop dat gebeurt, is in 15 jaar tijd een beetje verhoogd. Dat valt af te leiden uit het percentage jongeren tot 18 jaar dat al ervaring heeft met geslachtsgemeenschap: in 2006 was dat zowat een op de drie, in 2022 was nog naar 22 procent. Die daling is enkele jaren merkbaar. De enige groep die een licht inhaalmanoeuvre heeft gemaakt, zijn de meisjes uit het aso, die nu op het gemiddelde uitkomen.

Uiteraard zijn er verschillen qua leeftijd: bij de 13- tot 14-jarigen heeft 4 procent van de jongeren ­geslachtsgemeenschap gehad. Bij de 17- tot 18-jarigen is dat 42,5 procent. Er zijn wat dat betreft geen verschillen tussen jongens en meisjes.

Die zijn er wel als je de jongeren opsplitst volgens hun opleidingsniveau. Jongeren uit het aso ­hebben minder ervaring met ­geslachtsgemeenschap dan jongeren uit het tso, die minder ervaring hebben dan jongeren uit het bso. Het verschil tussen beide uitersten is frappant: 21 procent voor het aso, 46 procent voor meisjes uit het bso.

2. Eerste keer vaker zonder condoom

Vier jaar geleden zei 72 procent van de jongeren dat er bij de eerste keer seks een condoom was gebruikt. Vier jaar later zijn dat er nog twee op de drie. ‘Wij hebben enkele ­hypotheses voor die daling, maar geen echte verklaring’, zegt Boris Cruyssaert, de woordvoerder van Sensoa, het expertisecentrum voor seks en relaties. ‘Jongeren zaten minder vaak op school en meer thuis, maar hun ouders ook. Ze hadden minder toegang tot informatie en misschien ook minder toegang tot condooms. Ze gingen minder naar festivals, waar je ­gratis condooms krijgt. Maar het goede nieuws is dat het verschil ­inzake condoomgebruik bij “de laatste keer seks” is weggevlakt.’

Bij de recentste seks valt het condoomgebruik naar iets minder dan de helft terug, maar dan zijn al meer meisjes aan de pil. Twee op de drie zeggen die te gebruiken. Dat is toch ook een daling in vergelijking met 2018: toen slikte 73 procent de anticonceptiepil. ‘Jammer genoeg is niet gevraagd of ze een ander ­anticonceptiemiddel gebruiken’, zegt Cruyssaert. ‘Het zou kunnen dat meer meisjes weg willen van hormonale anticonceptie, maar dat weten we dus niet.’

3. Duidelijke stijging van ‘#MeToo’

Grensoverschrijdend seksueel ­gedrag is toegenomen. Het wordt in elk geval vaker gemeld. Het aandeel jongeren dat in 2022 zegt minstens één keer ongewenst aan­geraakt te zijn, bedroeg ruim een kwart, terwijl dat in 2018 nog maar 18,9 procent was, of minder dan een op de vijf. Meisjes melden dit beduidend vaker (een op de drie heeft er ervaring mee). Een op de tien jongeren zei ook al minstens één keer verplicht te zijn geweest om iemand anders seksueel aan te raken – in 2018 was dat nog maar 6,9 procent.

‘Het is best mogelijk dat dat met de MeToo-beweging te maken heeft, die meer ruchtbaarheid heeft gegeven aan grensoverschrijdend seksueel gedrag’, zegt Cruyssaert. ‘Door die grote aandacht durfden misschien meer jongeren over negatieve ervaringen te praten. Daar zijn helaas ook 13- tot 14-jarigen bij. We zien in ieder geval dat minder jongeren weigerden om op deze vraag te antwoorden, wat een goede zaak is.’

‘Sensoa ontwikkelde met het Vlaggensysteem een methodiek om daar op school, of elders, mee om te gaan. Ook met onze campagne “Wij grijpen in” probeerden we de bespreekbaarheid te verhogen, door omstanders te wijzen op hun verantwoordelijkheid: zie je iets wat ongepast is, blijf dan in de buurt, spreek de dader aan of leid hem/haar af, neem het slachtoffer in bescherming.’

4. Gender en seksuele ­voorkeur

Tot slot werd in deze bevraging ook voor het eerst gepeild naar de genderidentiteit en de seksuele aantrekking van de jongeren. Een klein aandeel (2,5 procent) identificeerde zich als non-binair – meer meisjes voelen zich ‘meisje noch jongen’ dan jongens. Een kleinere fractie identificeert zich als trans: het geslacht waarmee ze geboren zijn, komt niet overeen met hun gender. Het aandeel heterojongeren bedroeg 88,3 procent.