Direct naar artikelinhoud
InterviewMelissa Depraetere (Vooruit)

Melissa Depraetere: ‘Al die mensen die hun belastingbrief juist invullen, zijn de dupe van een elite die het systeem belazert’

Melissa Depraetere: ‘Met een advocatenzoon of een Bouchez-type had ik thuis niet moeten afkomen.’Beeld Marco Mertens

Voor Melissa Depraetere (31), een absolute vertrouwelinge van Conner Rousseau en de coming lady van Vooruit, ligt volgend jaar bijna zeker een ministerpost klaar. De dochter uit een Harelbeeks arbeidersgezin dwong de voorbije vier jaar haar plaats af in de Wetstraat, snel en complexloos: ‘Als ik mijn vrienden vraag om eens mee naar Antwerpen of Brussel te gaan, kijken ze me aan alsof ik een citytrip naar Kaboel voorstel en waarschuwen hun ouders dat ze extra voorzichtig moeten zijn.’

Melissa Depraetere: “Ik kom uit een totaal ander milieu dan de meeste politici. Mijn moeder is poetsvrouw bij het OCMW in Harelbeke, en mijn vader werkte tot vorig jaar als lasser in een fabriek. We hadden het thuis niet breed, maar leerden om tevreden te zijn met wat we hadden. In mijn jeugd zijn we één keer op reis geweest: een weekje Mallorca. Mijn broer heeft twee keer het vliegtuig ondergekotst (lacht). Als je daar dan een heel jaar voor moet werken en sparen…”

Hoe zagen uw zomers er doorgaans uit?

“Ik ging met de Chiro op kamp en was vaak bij mijn grootouders in Deerlijk. Zij hadden een huisje op het platteland, zonder badkamer, warm water of toilet binnen. Het was een primitievere manier van leven, maar ik vond het daar zalig: ik kon er gewoon spelen in het bos, zonder stress of sociale media. We aten wel vaak rare dingen, zoals Zwanworstjes in tomatensaus, met appelmoes erbij. Dat heb ik later nooit meer gegeten.”

Wat voor een kind was u?

“Ik was superactief, geen meisje dat stilletjes met de poppen speelde. Vanaf mijn 14de werkte ik in een bakkerij, ging ik babysitten en deed ik andere vakantiejobs. Over een studie of een carrière werd bij ons niet nagedacht. Mijn ouders gingen ervan uit dat ik op mijn 18de zou gaan werken. Pas toen ik in het zesde jaar wetenschappen-wiskunde zat, begon het te dagen dat ik beter nog niet stopte met studeren. Ik wilde op kot om mijn wereld te verruimen.

“Ik woon graag in West-Vlaanderen, maar ik ben ook blij dat ik in Brussel werk. Ik hou van de tijdreis tussen stad en platteland. In Harelbeke kent iedereen elkaar. Sommigen gaan al sinds hun jeugd elk weekend naar hetzelfde café. Jaren aan een stuk. Daarom vraag ik mijn vrienden graag eens mee naar Antwerpen of Brussel. Soms kijken ze mij wel aan alsof ik een citytrip naar Kaboel voorstel en waarschuwen hun ouders dat ze extra voorzichtig moeten zijn (lacht).”

U hebt in Gent politieke wetenschappen gestudeerd. Droomde u van een politieke carrière?

“Nee, ik vond geschiedenis het interessantste vak op school, en in het zesde middelbaar ging het vaak over politiek en oorlog. Mijn ouders lieten me kiezen, maar ze begrepen niet wat ik met die studie kon aanvangen. Ze vreesden dat ik nooit een job zou vinden (lacht).

“Ik mocht als eerste van de familie naar de universiteit, op voorwaarde dat ik elk jaar zou slagen. Er was geen geld om me een jaar te laten overdoen, maar dat wilde ik zelf ook niet. Ik vond een goedkoop kot dat mijn ouders betaalden, en kreeg 20 euro leefgeld per week. Mijn elektriciteit, internet en uitgaanskosten betaalde ik zelf.”

Stond uw familie ook wantrouwig tegenover de politiek?

“Ja, dat was onze wereld niet. In het middelbaar wilde ik eigenlijk economie-wiskunde volgen, maar dan moest ik verhuizen naar een dikkenekkenschool. Daarom heb ik maar een andere richting gekozen. Mijn ouders zeiden ook altijd: ‘Kies geen lief van een andere stand, hè.’ Met een advocatenzoon of een Bouchez-type had ik niet moeten afkomen. Daar zouden ze zich ongemakkelijk bij gevoeld hebben. Dat minderwaardigheidsgevoel zie je in veel arbeidersgezinnen.”

Dreef dat gevoel u naar de toenmalige SP.A?

“Ik had lang geen politieke voorkeur, tot Caroline Gennez me wist te overtuigen op een debat dat door professor Carl Devos werd georganiseerd. Zij zei wat ik dacht. Het was ook logisch dat ik niet bij pakweg Open Vld zou belanden. Als hoofdleidster van de Chiro wist ik hoe moeilijk sommige mensen het hebben. Op een dag kwamen drie kindjes van hetzelfde gezin niet meer opdagen, terwijl we wisten dat ze er deugd van hadden om eens een andere omgeving te zien. Toen we hun ouders bezochten, bleek dat ze het lidmaatschapsgeld van 30 euro per kind niet meer konden betalen. We hebben dat toen zelf geregeld.

“In het laatste jaar van mijn studie liep ik stage op het kabinet van Johan Vande Lanotte en John Crombez, die minister waren in de regering-Di Rupo. Bij de parlementsverkiezingen van 2014 raakte Alain Top, onze burgemeester in Harelbeke, verkozen. We hadden samen campagne gevoerd en ik werd zijn parlementaire medewerker. Tot mijn teleurstelling moest hij als nieuwkomer defensie opvolgen. Ik kende daar niks van en was bang dat we voortdurend oorlogsgebieden zouden moeten bezoeken (lacht).”

Zo stootte u wel op de omstreden aankoop van de F-35-gevechtsvliegtuigen. Met uw hulp bracht John Crombez allerlei onfrisse zaken naar boven.

“Dat was het spannendste dossier uit mijn loopbaan. De legertop had die F-35’s opgedrongen aan Steven Vandeput, de N-VA-minister van Defensie, terwijl die toestellen peperduur waren en technische mankementen vertoonden. Met tientallen documenten konden we bewijzen dat er informatie werd achtergehouden en dat het perfect mogelijk was om de levensduur van de F-16’s nog tien jaar te verlengen.”

Crombez zei me: ‘Ik zag het talent in Melissa en wilde eens zien hoe ze met zo’n gevoelig dossier zou omgaan, maar ze bleek koelbloediger dan ik.’

“Ja, John liet zich meeslepen door dat dossier. Om drie uur ’s nachts zaten we al klaar om te zien wat de kranten online brachten. Het was dagenlang groot nieuws, maar er waren sterke tegenkrachten aan het werk die niet wilden dat we die informatie naar buiten brachten. Als bronnen in het leger met ons wilden praten, eisten ze dat we onze smartphones op een andere verdieping legden, of dat we op een snelwegparking afspraken, waar ze ons dan een enveloppe bezorgden. Zo bang waren ze om afgeluisterd te worden. Onze belangrijkste bron is later ook gestraft door het leger.”

Nu zijn we in oorlog met Rusland. Zijn die F-35’s achteraf bekeken een goede investering geweest?

“Wij krijgen de eerste toestellen pas in 2025, maar onze F-16’s vliegen nu ook niet boven Oekraïne, hè. We hadden beter een betrouwbaar Europees jachtvliegtuig gekozen. Op het moment van onze bestelling stond de F-35 nog in de kinderschoenen. Dan weet je dat het lang zal duren en veel meer zal kosten dan verwacht.”

Wat hebt u van John Crombez geleerd?

“Dat politiek niet altijd lelijk of negatief is. John stond heel dicht bij de mensen. Als hij de trein van Brussel naar huis nam, praatte hij onderweg met mensen. Dan nam hij notities en begon hij rond te bellen om hun problemen op te lossen. Net als ik kon hij oprecht kwaad worden van onrecht. In het parlement doen veel politici alsof: ze verkondigen voor de camera’s andere dingen dan achter de schermen. Ik word misselijk van die schijnheiligheid. Als nieuwkomer stoorde ik me ook aan collega’s die de zaak probeerden te blokkeren met allerlei procedures en reglementen. Jan met de pet ligt niet wakker van artikel 149 bis, maar wil dat er nog een bankautomaat is in zijn dorp en dat hij een huis kan kopen zonder zich blauw te betalen aan notariskosten. Voor díé concrete problemen zit ik daar.”

Veel mensen wantrouwen de politiek. Bijna een op de vijf walgt er zelfs van. Voelt u dat ook?

“Ik ben nog jong en nieuw, waardoor de meeste mensen mij nog niet als een onderdeel van het establishment beschouwen. Maar er is een groot verschil tussen wat mensen online uitbraken en wat ze persoonlijk tegen je zeggen. De bagger op sociale media lees ik nog amper.”

Hebt u ook meer aanbidders dan vroeger?

“Ik krijg helaas meer doodsbedreigingen dan huwelijksaanzoeken. Maar sommige mannen vragen me weleens om af te spreken, ja. Daar ga ik nooit op in, ik ben gelukkig met mijn vriend.”

In Het Laatste Nieuws zei u dat u zich schaamt voor uw loon.

“Mijn broer combineert zijn werk als postbode met een flexi-job bij Pizza Hut. Hij werkt keihard en toch verdient hij veel minder dan ik. Daar voel ik me ambetant bij. Zelf maalt hij er niet om: ‘Ik zou niet tot elf uur ’s avonds in Brussel willen zitten, zoals jij.’”

Maar als de PVDA voorstelt om de lonen van politici te halveren, zegt u nee.

“Ik kom uit een arbeidersmilieu: van mij mag het parlementaire loon gerust naar omlaag. Maar veel collega’s uit hoogopgeleide gezinnen willen deze job niet doen voor 2.000 euro netto. Het is nu al moeilijk om nieuw talent aan te trekken door alle bagger die we moeten slikken en de weinige vrije tijd die we hebben.”

De PVDA stelt een loon van 3.000 euro voor een parlementslid voor.

“Hun parlementsleden hangen altijd de heilige boontjes uit die ‘leven zoals de gewone mensen’, maar zij kosten de belastingbetaler evenveel als andere parlementsleden. De rest van hun loon gaat naar de partij, die dat geld uitgeeft aan Facebook-propaganda. Wat mij het meest frustreert, zijn alle extra’s die rond ons loon worden gebreid: onkostenvergoedingen en uittredingsvergoedingen van tienduizenden euro’s… We moeten het parlementaire statuut grondig hervormen, het aantal parlementsleden verlagen en de partijfinanciering verminderen, want sommige partijen zwemmen in het geld.”

‘Conner en ik hebben elkaars vertrouwen nog nooit beschaamd. Als ik zijn mening vraag over iets in het parlement, zegt hij: ‘Doe maar wat je denkt te moeten doen.‘’Beeld Maxime Petit

BALEN OP PUKKELPOP

Na een jaar in het parlement werd u al fractieleider. Hebt u leergeld betaald?

“Ik moest drie stielen tegelijk leren: ik ben parlementslid, fractieleider en afdelingshoofd van onze beweging in West-Vlaanderen. Ik werd in het water gegooid en moest zwemmen. Natuurlijk ga ik dan al eens kopje-onder. In het begin merkte ik dat mensen me niet serieus namen. Een CEO wilde John spreken, maar haakte af toen hij naar mij werd doorverwezen. Iemand vroeg zelfs of ik zijn dochter was (lacht). Maar de moeilijkste periode was de coronacrisis, toen ik als enige van onze fractie naar het parlement mocht gaan. Toen was ik eenzaam. Ik moest mezelf in de match boksen, maar had niemand om mee te overleggen.”

Toch komt u erg zelfverzekerd over.

“Ik ben erg overtuigd van waar wij voor staan en ben niet gauw onder de indruk van het politieke spel. Ik win niet elk debat, maar ik gooi me vol in de strijd. Waarom zit ik daar anders?”

Uw band met Conner Rousseau schijnt zeer hecht te zijn.

“We hebben hetzelfde parcours afgelegd. Als partijmedewerkers deelden we onze frustraties over hoe het in de partij liep. Er was geen teamgeest. Conner wilde de werking helemaal omgooien. Op een zondag hebben we een plan geschreven en dat hebben we aan het partijbureau overhandigd. Enkele anciens rolden met hun ogen: ‘Die snotneuzen van 25 denken dat ze het beter kunnen.’ Maar bij de verkiezingen kregen we een mooie plaats op de lijst, omdat John in ons geloofde. Wat Conner nu doet met de partij, komt van diep, dat is niet zomaar communicatie. Zijn ideeën zijn ontstaan tijdens zijn jeugdkampen in De Barkentijn in Nieuwpoort en hij heeft daar járen aan geschaafd. Hij heeft ook het lef om knopen door te hakken en heilige huisjes te slopen.”

U bent een van de weinigen die hij blindelings vertrouwt.

“Wij hebben elkaars vertrouwen nog nooit beschaamd. Conner is een controlefreak die de touwtjes graag in handen heeft, maar als ik zijn mening vraag over iets in het parlement, zegt hij: ‘Doe maar wat je denkt te moeten doen.’ Toch weet ik niet of we elkaar waren tegengekomen als we niet in dezelfde partij hadden gezeten. We komen uit een verschillend milieu en hebben andere voorkeuren. We zijn eens samen naar Pukkelpop geweest en daar wilde hij voortdurend naar de boenketenten, terwijl ik gitaarbands wilde zien. Hij is die avond vroeg in zijn auto gaan liggen, omdat hij het niet plezant vond (lacht).”

Alles wijst erop dat hij u minister zal maken in de volgende regering.

“Daar ben ik niet mee bezig, de verkiezingen zijn pas in juni 2024. Ik hoop vooral dat we bij de regeringsonderhandelingen sterker zullen staan. Als Vlaams Belang 30 procent haalt, wordt het lastig.”

PVDA-fractieleider Jos D’Haese betreurt het dat jullie geen linkse regering overwegen.

“Misschien moet hij eens leren tellen. Met PVDA, Groen, cd&v en Vooruit samen kom je volgens geen enkele peiling aan een meerderheid. We kunnen Vlaams Belang enkel buitenhouden door een regering te vormen met de N-VA, ook al zijn de onderlinge verschillen groot. Vooruit is het enige alternatief voor een extreemrechtse regering.”

Jullie hebben onlangs enkele ophefmakende voorstellen gelanceerd, maar wil Vooruit de kinderopvang nu verplichten of niet?

“Wij willen de kinderopvang zo aantrekkelijk maken dat een verplichting niet nodig is.”

Op jullie website staat dat kinderen minstens één dag per week naar de opvang moeten als ze 1 jaar oud zijn, en minstens twee dagen per week in het tweede levensjaar.

“Het is onze bedoeling dat alle kinderen naar de crèche gaan, maar die verplichting is niet de essentie. De kleuterschool is óók niet verplicht, maar 95 procent van de ouders stuurt zijn kind er wel naartoe.”

Hoort een baby in de eerste duizend dagen niet vooral bij papa of mama te zijn?

“Het gaat om één, maximaal twee dagen per week. Studies tonen aan dat een goede kinderopvang een positief effect heeft op de ontwikkeling. Kinderen leren de taal, krijgen gezond eten en ontwikkelen sociale vaardigheden. Zo creëer je gelijke kansen voor elk kind. Door de dalende kwaliteit van het onderwijs en de kinderopvang schiet de Vlaamse regering tekort.”

Minister van Welzijn Hilde Crevits (cd&v) tweette dat baby’s voor Vooruit ‘precies staatseigendom zijn vanaf de dag dat ze het licht zien’.

“Hilde Crevits is bevoegd voor een sector in crisis en cd&v levert al twintig jaar de minister van Welzijn. Als je dan niet verder komt dan een karikatuur van mensen die wél met een doordacht langetermijnplan komen, is dat pijnlijk.”

Maar is een verplichte kinderopvang geen utopie? De sector zoekt nu al zevenduizend medewerkers.

“Uiteraard moeten we eerst dat probleem oplossen. De regering zegt dat er geen geld is, maar wij willen fors investeren om alle barrières weg te nemen. Voor sommige mensen loont het amper om te gaan werken, omdat ze 600 euro per maand betalen voor de kinderopvang. Daarom willen we de crèche 130 dagen per jaar gratis maken.”

Volgens socioloog Wim Van Lancker (KU Leuven) is dat een transfer naar mensen met hoge inkomens: 80 procent van hen maakt gebruik van de kinderopvang, tegenover 20 procent van de laagste inkomens.

“De prijs mag voor niemand een hinderpaal zijn. Voor tweeverdieners is goede kinderopvang een basisbehoefte. Het is niet normaal dat die hier zo duur is. In Scandinavië betalen gezinnen veel minder.”

Ook op jullie voorstel om het groeipakket, de vroegere kinderbijslag, te hervormen kwam harde kritiek.

“De 2 miljard euro die wij willen investeren in onderwijs en kinderopvang, moet in de eerste plaats komen van een hogere erfbelasting voor mensen met grote vermogens, en van een efficiëntere organisatie van ons onderwijs. Gedaan met lessen Grieks voor drie leerlingen. Scholen moeten beter samenwerken en klassen van minstens tien leerlingen vormen. We halen ook een half miljard euro uit het groeipakket, waarmee scholen kinderen een gezonde maaltijd kunnen aanbieden. Zo lossen we eindelijk het probleem van de lege brooddozen op.”

Professor Wim Van Lancker vindt het not done om geld uit de pot van het groeipakket te halen. Uit zijn onderzoek blijkt dat die pot de kinderarmoede met 53 procent vermindert. Groen en cd&v sluiten zich daarbij aan.

“Dan moeten ze ons plan beter lezen. De rode draad is dat het voor iedereen beter wordt, wij nemen van niemand iets af. Het basisbedrag van het groeipakket blijft hetzelfde, maar het wordt niet geïndexeerd. Voor een professor of een advocaat maken die paar euro’s extra niet veel verschil. Maar de toeslagen voor gezinnen die het moeilijk hebben, verhogen we wél. Bovendien maken we de kinderopvang voor iedereen goedkoper en willen we er via de fiscale hervorming voor zorgen dat werkende gezinnen meer overhouden.”

Cd&v-voorzitter Sammy Mahdi stelde een ultimatum: ‘Wij stappen niet in een volgende regering zonder de volledige indexering van het kindergeld.’

“De enige die op het kindergeld heeft bespaard, is hun eigen minister Wouter Beke! Het is lachwekkend dat ze zich nu profileren als de partij die opkomt voor de gezinnen.”

Vooruit wil ook het kleuteronderwijs verplichten vanaf 3 jaar. Ook dat betekent: meer personeel en meer geld.

“De vraag is niet: is er geld genoeg? De vraag is: vinden we onze kinderen belangrijk genoeg? De criticasters moeten eens berekenen wat het kost als we dat níét doen. Als we de kinderopvang verder laten verzuipen, blijven meer kinderen thuis en stoppen grootouders vroeger met werken. Als we niet voor een betere kinderopvang zorgen, blijven duizenden kinderen per jaar met een taalachterstand beginnen aan het eerste leerjaar, waardoor ze meer risico lopen op vervroegde schooluitval en werkloosheid.”

‘Voor sommige mensen loont het amper om te gaan werken, omdat ze 600 euro per maand betalen voor kinderopvang.Daarom willen we de crèche 130 dagen per jaar gratis maken.’Beeld Marco Mertens

BASISBAAN

Over werklozen gesproken: u wilt langdurig werklozen verplichten om na twee jaar een baan te aanvaarden, anders verliezen ze hun uitkering. De PS reageerde daar furieus op.

“De PS was ook niet enthousiast over de activering van de langdurig zieken, maar nu ze zien welke resultaten Frank Vandenbroucke boekt, zijn ze dat wel. Tachtigduizend mensen zitten al in een terug-naar-werktraject. Het probleem van de langdurig werklozen is in Wallonië en Brussel nog veel groter dan hier. Uit onderzoek blijkt dat het na twee jaar heel moeilijk wordt om hen nog aan de slag te krijgen. Wij willen die mensen vanaf dag één intensief begeleiden. Als je na acht maanden nog geen job hebt, moet je een opleiding voor een knelpuntberoep volgen, en na twee jaar krijg je een job bij de overheid, met volwaardige rechten en een volwaardig loon. In Kortrijk is er het sociale restaurant Vork, waar je voor weinig geld kunt eten. Daar werken ook mensen die door het OCMW zijn geactiveerd. Sommigen zijn al doorgestroomd naar andere horecazaken, maar ze hadden dat opstapje van de basisbaan nodig.”

Volgens Open Vld kan de overheid die staatsbanen niet betalen. Zij willen de uitkering na twee jaar stopzetten.

“Nochtans smeken het onderwijs, de gevangenissen, het openbaar vervoer en de zorg om mensen. Het kost minder om langdurig werklozen een basisbaan aan te bieden en hen daarna te laten doorstromen naar de reguliere arbeidsmarkt, dan hen voor eeuwig thuis te laten zitten.”

België telt ruim één miljoen inactieven die niet in de werkloosheidscijfers zitten. In Het Nieuwsblad vertelde Conner Rousseau over een discussie met een huismoeder. ‘Ze zei: ‘Ik kies ervoor om geen uitkering te krijgen en thuis te blijven voor mijn kinderen. Dan moet ik toch niet werken?’ Maar die vrouw rijdt op onze wegen, haar kinderen gaan naar school en als ze ziek is, kan ze rekenen op de gezondheidszorg. Ik vind dat iedereen die kan werken, zijn deel moet doen, al hoeft dat geen voltijdse job te zijn.’ Zijn huisvrouwen profiteurs?

“Dat heeft Conner nooit gezegd. Veel moeders bieden zich niet aan op de arbeidsmarkt door allerlei barrières: dure kinderopvang, culturele gewoonten, discriminatie op de arbeidsmarkt, het hoofddoekenverbod in het onderwijs… Wij willen hen activeren, maar er is altijd een vrije keuze. Een moeder die zonder uitkering thuisblijft voor haar kinderen, kun je niet dwingen, maar je kunt wel de randvoorwaarden aantrekkelijker maken zodat ze later, al dan niet deeltijds, aan de slag gaat.”

Conner Rousseau gebruikt dezelfde truc waarmee Bart De Wever zichzelf al vijftien jaar de belangrijkste politicus van Vlaanderen maakt: straffe uitspraken of ideeën lanceren, waarmee je dagenlang de media haalt en waarop de anderen moeten reageren.

“Als Bart De Wever de belangrijkste politicus van de vorige generatie is, dan is Conner dat voor deze generatie. Hij wil foute systemen en vastgeroeste problemen aanpakken, zonder taboes. Helaas beperken de meeste reacties zich tot: ‘Wij zijn tegen.’ Waarom kunnen partijen niet constructiever reageren op elkaars plannen en er de goede elementen uit halen? Het is jammer dat iedereen direct met de bazooka klaarstaat, alleen maar om te scoren op sociale media.”

Volgens Bart Eeckhout, commentator bij De Morgen, grijpt Conner Rousseau vaak terug naar verplichtingen en wantrouwen in mensen. ‘Denk ook aan zijn oudere ideetjes om drugsverslaafde vrouwen het recht op moederschap te ontzeggen of om ouders die onvoldoende Nederlands leren een boete te geven.’

“Links zijn is voor mij: de problemen benoemen en opkomen voor de gewone man. Voor andere partijen is het: zwijgen over de problemen en voortdoen zoals ze al twintig jaar bezig zijn.

“Ik kan u in primeur trouwens nog enkele nieuwe voorstellen meegeven.”

Voor de dag ermee!

“Wij willen de zogenaamde graaiflatie aanpakken door de macht van de grote spelers te breken. De stijgende prijzen blijven een groot probleem voor gezinnen en zelfstandigen, maar sommige grote bedrijven verergeren dat nog door buitensporige winsten te boeken. In tegenstelling tot de bakker om de hoek kunnen zij hun prijzen fors optrekken, omdat ze een monopolie hebben en onmisbare producten verkopen – iedereen heeft voeding, energie en een bankrekening nodig.”

Gaan jullie Procter & Gamble en Nestlé dan verplichten om de prijzen van hun pampers en koekjes te verlagen?

“Dat kan de regering perfect doen, maar het is al jaren taboe. Het Prijzenobservatorium vergelijkt de prijzen in België met die in het buitenland. Elk jaar blijkt uit hun rapporten dat het in onze buurlanden goedkoper is om te winkelen, maar er gebeurt niks mee. Daarom willen we een tijdelijk plafond op overdreven hoge prijzen invoeren. Op ons congres van 4 juni zullen we onze leden ook een structurele overwinstbelasting voor alle sectoren voorstellen. Vorig jaar hebben we die ingevoerd voor de energiesector – die belasting bracht minder op dan verwacht, maar ze had wel een afschrikkingseffect. De leveranciers hebben hun prijzen snel verlaagd.”

‘Waarom zouden we de voedselprijzen en woekerwinsten niet mogen blokkeren? De multinationals en de aandeelhouders vieren feest, terwijl de lonen van de gewone mensen wel geblokkeerd worden.'Beeld Marco Mertens

Wat verstaat u onder overwinsten?

“Meer dan 8 procent. Een kwart van de bedrijven zit daarboven, en het zijn vooral multinationals.”

Dat slikken de liberalen toch nooit?

“Ze hebben de overwinstbelasting voor de energiesector toch ook aanvaard? ‘De markt is gek geworden’, zei premier De Croo toen, maar dat is nog altijd zo. De multinationals en de aandeelhouders vieren feest, terwijl de lonen van de gewone mensen geblokkeerd worden. De liberalen vinden het logisch om de minimumpensioenen en de lonen minder snel te laten stijgen. Waarom zouden we dan de voedselprijzen en de woekerwinsten niet mogen blokkeren?”

Vooruit wil ook het tarief van de internationale minimumbelasting voor grote bedrijven optrekken naar 25 procent. U beseft toch dat het al bloed, zweet en tranen heeft gekost om het tarief van 15 procent erdoor te krijgen?

“We gaan niet wachten tot alle landen klaar zijn voor die 25 procent. Met de digitaks en de minimumbelasting voor multinationals lopen we nu al voorop. Het moet gedaan zijn met de race to the bottom. Alle partijen vinden dat de lasten op arbeid naar omlaag moeten. Maar als je geen eerlijke bijdrage van grote vermogens en multinationals vraagt, komt er niks van in huis.”

Volgens de liberalen zullen die vermogenden en bedrijven dan vertrekken, waardoor we aan welvaart inboeten.

“Studies tonen aan dat 99 procent níét vertrekt. Ik heb mijn buik vol van die drogredenen. België is te streng voor werkende mensen en te laks voor grote vermogens. We hebben een bankgeheim, geen belasting op aandelen en geen vermogenskadaster. Dat worden belangrijke strijdpunten bij de verkiezingen.”

Het vermogenskadaster komt er toch nooit?

“Wat is dan het alternatief? Fiscaal misbruik blijven toestaan, waardoor we elk jaar tientallen miljarden mislopen? De rechtse partijen willen geen kadaster wegens de privacy, maar ze controleren wel de buitenlandse bezittingen van sociale huurders. Dán is de privacy geen probleem.

“De overheid weet perfect wat elke loontrekkende verdient, maar al die mensen die hun belastingbrief juist invullen, zijn de dupe van een elite die het systeem belazert. En blijkbaar slaagt die erin om meerdere partijen voor haar kar te spannen. Die partijen beweren op 1 mei dat ze voor de werkende mensen opkomen, maar door vermogensbelastingen af te wijzen maken ze een lastenverlaging voor de werkenden onmogelijk. Je kunt het geld ook elders halen, door melk en brood duurder te maken, zoals Vincent Van Peteghem (cd&v-minister van Financiën, red.) voorstelt. Maar dan tref je wéér de werkende mens.”

Alexia Bertrand (Open Vld), staatssecretaris voor Begroting en Consumentenzaken, zegt dat België met een overheidsbeslag van 54 procent vooral in de uitgaven moet snijden, in plaats van nóg meer belastingen te heffen.

“Wij willen de belastingen niet verhogen, maar van arbeid naar kapitaal verschuiven. En we zijn de eersten om te hervormen en de inefficiëntie van de overheid aan te pakken, zoals Frank Vandenbroucke bewijst in de gezondheidszorg.”

Maar de socialisten blokkeren wel de pensioenhervorming, waardoor Europa 850 miljoen euro aan relancesteun inhoudt. Is de begroting nog niet rampzalig genoeg?

“Jawel, die impasse mag niet lang meer duren. Europa eist terecht dat we de pensioenuitgaven aanpakken. Ook de PS heeft al voorstellen gedaan.”

Voorstellen die de uitgaven nog verhogen.

(zucht) “We hebben hard gevochten voor het optrekken van de minimumpensioenen, maar nu moeten we ervoor zorgen dat mensen langer werken en daar ook voor beloond worden. Alleen is dat niet voor iedereen haalbaar. Mijn vader is op zijn 16de begonnen en op zijn 60ste met pensioen gegaan. Dat had geen half jaar langer meer moeten duren. Hij kan nog amper een wandeling maken. Hoogopgeleiden die willen voortwerken tot 67 jaar of langer, moeten dat zeker doen. Maar mensen die 42 jaar hard gewerkt hebben, mogen van mij stoppen. Dat is eerlijker en haalbaarder voor technisch geschoolden en mensen met een zwaar beroep.”

In het VTM-programma Special Forces maakte MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez kennis met het zware beroep van topmilitair. Hij hield het anderhalve dag vol.

“Ik heb de commentaren van de legerchefs en zijn teamgenoten gelezen: hij is geen ploegspeler, denkt alleen aan zichzelf en trekt de hele groep naar beneden. Als politicus gedraagt hij zich ook zo, het zit in zijn karakter. Ik hoor dat de BV’s opgelucht waren, toen hij opgaf. Dat gevoel zouden wij in de regering ook hebben. Misschien moet de premier hem even hard toespreken als de legerchefs, zodat de groep verder kan zonder zijn tegenwerking (lacht).”

© Humo