CijferonderzoekHoe gaat het nu met ons?

De Belg geeft het leven net geen 7 op 10. Maar niet iedereen is oké

Het Verenigd Koninkrijk scoort het slechtst op het vlak van algemeen welbevinden. Deze foto werd genomen in 2021 in Clevedon, Sommerset, in het VK.© © Martin Parr/Magnum Photos

Na corona kwam de oorlog, dan de stress om de energiecrisis, toen werd plots alles duurder en er was ook die lange grijze winter. We zijn er relatief goed doorgekomen, blijkt uit internationaal onderzoek van UAntwerpen. Maar de depressiecijfers zijn ­onrustwekkend, zeker onder jongeren.

Lieve Van de Velde

Hoe gaat het met ons? Ironisch genoeg is het een vraag die we ons intenser stelden in slechtere tijden. Tijdens de corona­pandemie waren de onderzoeken en enquêtes naar onze psychische gezondheid bijna een traditie. En ze gaven niet zo’n fraai beeld. In de 46 golven van de Grote Corona Studies en de Covid-19 Gezondheidsenquêtes van Sciensano zagen we zo dat hoe langer de pandemie aansleepte, hoe meer mensen aangaven dat ze worstelden met depressie en angststoornissen. Die percentages liepen op tot respectievelijk 21 en 24 procent van de volwassen bevolking­, volgens Sciensano-onderzoek. Maar hoe is het vandaag met ons gesteld, nu de pandemie zo goed als achter ons ligt?

Een bevraging van de Universiteit Antwerpen* probeert daar een antwoord op te vinden en polste in maart-april 2023 aan de hand van een aantal gestandaardiseerde vragenlijsten naar de psychische gezondheid van 18-plussers in veertien West-Europese landen. Dat gebeurde bij wetenschappelijk gekalibreerde panels van telkens duizend­ personen. Het is een moment­opname. Nagaan hoe covid ons op dat vlak veranderd heeft, is strikt genomen onmogelijk, omdat er geen longitudinale vergelijkbare gegevens zijn verzameld bij dezelfde respondenten van tijdens en voor covid. Bovendien is het leven na de coronacrisis niet gewoon weer naar normaal gegaan. Het bleef spannend, met de oorlog in Oekraïne, de energiecrisis en de koopkrachtcrisis. En daar kwam dan nog eens een uitzonderlijk grijze winter bovenop. Maar uit de momentopname kunnen we wel een en ander afleiden.

1. Het leven is geslaagd, vindt de Belg

Op de vraag ‘Hoe tevreden bent u vandaag met uw leven?’ geeft de Belg 6,83 op 10. Geslaagd dus, als je het in termen van een examenrapport zou bekijken. En een cijfer dat in dezelfde orde zit als de peiling van de Vlaamse overheid in het najaar. Die kwam uit op een score van 7,1. Andere methoden, andere steekproef (Vlaams versus nationaal), maar toch. En het blijft verleidelijk – maar onkatholiek – om te vergelijken, al geeft het ons wel een idee: op het einde van corona, in het voorjaar van 2022, lag de Belgische score volgens Statbel op 7,4.

2. Oorlog en geld baren ons zorgen

De cijfers volgen wat we voelen. De oorlog in Oekraïne (39%) en de stijgende energieprijzen (40,5%) worden het vaakst genoemd als bron van zorgen. Klimaatverandering haalt 27,6%, maar dat is, aldus de onderzoekers, een constante. De pandemie houdt nog amper 4,1% van de proefpersonen uit hun slaap.

3. Financiële en fysieke zorgen hebben de grootste impact op psychisch welzijn

Er zijn verschillende factoren die ons psychisch (on)welzijn mee bepalen, zoals de onvoorspelbare dingen des levens, maar ook vaste zaken als opleiding, al dan niet alleen wonen, al dan niet single zijn. Maar de allerbelangrijkste factoren, zegt gezondheidseconoom en onderzoeker Philippe Beutels, zijn de financiële onzekerheid en de algemene gezondheidstoestand. ‘Wie al gezondheidsproblemen heeft, riskeert op andere vlakken onderuit te gaan en ook vatbaar te zijn voor depressie en een­zaamheid.’

Psycholoog Kris Van den Broeck: ‘Over financiële draagkracht weten we uit ander onderzoek dat het een belangrijke predictor is voor mentale gezondheidsproblemen. Als de omstandigheden mensen verplichten om hun budget te berekenen, is hun cognitieve capaciteit daarop gefocust. Op zulke momenten worden er minder goede levensbeslissingen genomen. ­Bovendien wordt de zorgvraag dan dikwijls uitgesteld, simpelweg omdat andere kosten voorrang krijgen.’

Sociologe Sarah Van de Velde valt hem bij: ‘Andere studies die de impact van een economische crisis hebben nagegaan, noteren hetzelfde. In landen waar meer ongelijkheid is op het vlak van inkomen, zie je ook dat de mentale gezondheid veel slechter is bij de hele bevolking, maar nog meer bij specifieke groepen: mensen die in armoede leven, vrouwen en etnisch culturele minderheidsgroepen.’

Misschien speelt ook het omgekeerde? Als je een depressie meemaakt, heb je wellicht­ ook een grotere kans om in een kwetsbare financiële situatie terecht te komen. Van de Velde: ‘Als je één risicofactor meemaakt, vergroot dat inderdaad de kans op andere risicofactoren, en dat speelt nog sterker in tijden van economische crisis.’

4. Twintigers zitten slechter in hun vel dan vijftigers

Het bleek ook al uit de studies naar psychisch welzijn tijdens de coronajaren: jongvolwassenen scoorden systematisch slechter. Ook uit dit onderzoek komt dat naar voren. Het is bij de jongere groepen – het onderzoek startte bij achttien – dat depressie en algemeen onwelbevinden de hoogste toppen scheren. 20 procent van de twintigers geeft antwoorden die op depressie wijzen. Het is niet de eerste keer dat dit vastgesteld wordt. Ook tijdens de pandemie haalden we dat soort percentages.

Het aantal rode vlaggen dat de laatste jaren gehesen wordt als het over psychisch welzijn bij jongeren gaat, valt amper nog te tellen. Er speelt veel. De druk van sociale media, de economische onzekerheid, maar misschien ook nog een na-effect van corona en de bijbehorende sociale isolatie. Bij studenten bijvoorbeeld.

‘Sociale contacten en sociale steun zijn voor iedereen belangrijk, maar bij jongeren speelt ook dat ze door de pandemie op dat vlak ontwikkelingskansen hebben gemist’, zegt Kris Van den Broeck. ‘Hun persoonlijkheid ontwikkelt zich in interactie met anderen. Ze hebben peers nodig om zich aan te spiegelen en zich tegen af te zetten, om te experimenteren met identiteit. Op dat vlak hebben we toch een paar disruptieve jaren achter de rug, met die sociale isolatie en lockdowns. Het zijn jaren waarin hun persoonlijkheid gevormd is. Je kunt veronderstellen dat dat sociaal gemis toch sporen heeft nagelaten.’

Wat ook kan spelen, aldus Van den Broeck, is dat jonge mensen op het vlak van psychische gezondheid opener zijn geworden en ook in dit soort vragenlijsten minder geremd zijn om toe te geven dat ze niet optimaal functioneren. ‘Dat het taboe wegvalt, is op zich een goede zaak; dan kan er sneller gewerkt worden aan oplossingen. We zijn immers geneigd om psychische zorg relatief lang uit te stellen.’ Het is ook die leeftijdsgroep van twintigers die zich vandaag wil settelen, die een huis wil kopen of huren en ook daardoor misschien met financiële besognes zit. Of met financiële zorgen tout court.

5. Vrouwen worstelen meer dan mannen

Het is een constante in dit soort studies: vrouwen vermelden meer psychische problemen dan mannen. Op de depressieschaal zit 12% van de vrouwen in de slechtere waarden, tegenover 8% van de mannen. Bij algemeen welbevinden is dat respectievelijk 15 en 12%. Kris Van den Broeck: ‘Vrouwen en mannen hebben andere copingmechanismen. Mannen uiten het meer in hun gedrag wanneer ze zich slecht voelen, ze grijpen bijvoorbeeld makkelijker naar alcohol. Vrouwen interioriseren meer en zoeken ook meer steun bij elkaar.’ Dat zie je, zeker als je naar de internationale steekproef kijkt, vertaald in verschillende scores op eenzaamheid. Mannen komen er steevast als eenzamer uit in vergelijking met vrouwen.

6. Een op de zes is erg eenzaam

Ter illustratie: op de zwaarste momenten in de coronapandemie (bijvoorbeeld kerstperiode 2020) bleek uit de Grote Corona Studie dat 22% van de Belgen zich eenzaam voelde. Andere steekproef, alweer, maar het was toen toch een serieuze reden tot bezorgdheid. Vandaag is dat percentage lager, met 17%. Als je buiten de abstractie van de percentages denkt, is dat nog altijd ontluisterend: een op de vijf tot zes mensen lijdt onder eenzaamheid. Het wordt nog pijnlijker als je naar de antwoorden op aparte, concrete vragen kijkt. Zo geeft 15% aan dat er zelden tot nooit iemand is met wie ze goed kunnen praten. Een even groot percentage zegt zich vaak tot altijd van andere mensen geïsoleerd te voelen. 26,2% zegt zelden tot nooit deel uit te maken van een groep vrienden. Het stemt tot nadenken: een op de zes mensen heeft niemand om een goed gesprek mee te voeren.

Uit steeds meer geluksonderzoek blijkt tegelijk en steeds opnieuw dat sociale contacten en connectie erg belangrijke zijn voor een gelukkig leven. Van den Broeck: ‘We weten uit onderzoek ook dat bij eenzaamheid kwaliteit doorslaggevender is dan kwantiteit. Het gaat niet alleen over de hoeveelheid contacten, maar ook over de diepgang. Het is, zoals de volkswijsheid zegt, beter een goeie buur dan een verre vriend.’

7. België is verre van de beste van de klas, maar het VK is in elk geval de slechtste

De studie liep in veertien West-Europese landen, telkens bij een even grote representatieve steekproef. Het Verenigd Koninkrijk scoort het slechtst. De Britten staan voor elke schaal in de top vijf van slechtst scorende landen. Ze doen het dus slecht op het vlak van depressies, algemeen welbevinden, eenzaamheid en veerkracht. Frankrijk scoort het slechtst op veerkracht, Spanje op welbevinden, Noorwegen op depressie. Oostenrijk telt het minst eenzamen, Portugal de mensen met de grootste veerkracht, in Frankrijk is het algemeen welbevinden het grootst en Finland scoort het laagst qua depressie, iets wat we ons ook nog herinneren van het ­wereldgeluksonderzoek.

Als u denkt dat België buiten schot blijft, think again: we bengelen mee aan de staart qua eenzaamheid, veerkracht en algemeen welbevinden. Alleen voor depressie scoort ons land iets beter dan de slechtste. Ook Spanje en Italië zitten samen met ons in de achterhoede.

Sarah Van de Velde: ‘Als het over depressieklachten gaat, zie je bijna altijd dat de Zuid-Europese en Oost-Europese landen (die laatste zaten niet in het onderzoek, red) het een pak slechter doen dan de Scandinavische landen en de Noordwest-Euro­pese landen. De impact van de financiële crisis vertaalt zich ook in die internationale vergelijking. We zien verder dat de verschillen tussen mannen en vrouwen kleiner worden naarmate een land beter scoort. Dat werkt in verschillende richtingen, wat ook al bleek uit een onderzoek dat ik in 2015 samen met Piet Bracke deed (U Gent). Genderongelijkheid veroorzaakt meer depressies. Hoe meer landen inzetten op gelijkheid tussen man en vrouw, hoe kleiner de verschillen in psychische klachten. Dat Finland hier net als in het World Happiness Report op alle fronten goed scoort, is dan ook niet zo verbazingwekkend.’

*Het onderzoek werd uitgevoerd door UAntwerpen (Philippe Beutels, Koen Pepermans), samen met UHasselt/KULeuven (Thomas Neyens, Yessika Natalia) en marketingbureau Bilendi en met financiële steun van de EU (Epipose) en het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (de Grote Corona­ ­Studie).

Hoe gaat het met ons? En met u? Universiteit Antwerpen zocht het uit in een internationaal onderzoek. Wij verwerkten hun vragen in een zelftest die u op onze app kunt doen. En we brengen een reeks van vijf verhalen over psychisch welzijn. 


Morgen: praten over depressie in de klas.