Jouw vraag over Brussel: Waar haalden ze de inspiratie voor Mini-Europa?

Bruparck aan de Heizel in Brussel ligt er nu maar wat mistroostig bij, bijna alles is er afgebroken. Geen treinwagons meer waar je cocktails kan drinken, geen wildwaterbanen van Océade. Het gigantische complex van Kinepolis staat er wel nog, met in de schaduw daarvan de publiekstrekker gevuld met alles in het klein: Mini-Europa. Maar waar komt de inspiratie voor dat park vandaan?

BRUZZ beantwoordt elke week een interessante lezersvraag over onze hoofdstad Brussel in de reeks Big City. 

Al bij de opening in 1989 was Mini-Europa een groot succes. Het was de bedoeling bezoekers op een ludieke manier iets bij te leren over de Europese Unie, door belangrijke gebouwen van Europa in miniatuurvorm weer te geven. Alles werd nauwkeurig nagebouwd op schaal 1/25ste. Zo is de Eiffeltoren bijvoorbeeld hier nog altijd een flinke 13 meter hoog. Je loopt er onder meer ook langs de Big Ben van Londen, de kathedraal van Compostella en de Trevi­fontein van Rome.

Achtentwintig landen hebben er nu met trots een monument staan, maar het idee voor deze succesformule was niet uniek. In de jaren 1960-1970 waren miniatuurparken in Europa duidelijk een trend. Zo had je er eentje in Den Haag in Nederland, in Düsseldorf in Duitsland en in Lugano in Zwitserland. Allemaal met hetzelfde concept: bekende gebouwen namaken op kleine schaal.

Mini-Belgique

Vóór Mini-Europa had België ook al zo'n attractiepark. In Naninne in Namen bestond er een restaurant met de toepasselijke naam: Lilliput. Om klanten te lokken, bouwden ze in hun gigantische tuin verschillende Belgische monumenten na in het klein. Hun attractie kreeg de naam Mini-Belgique.

Het was een populaire beleving voor veel kinderen uit de regio. Het restaurant en het park sloten in de jaren 1970. Van de attractie en het restaurant is vandaag niets meer te zien. De bushalte draagt nog wel de naam "Lilliput".

Photonews

Bijna gesloopt

Mini-Belgique vormde alvast nooit concurrentie voor Mini-Europa dat tien jaar na de sluiting van Lilliput opende. Het was minister Paul Vanden Boeynants die het idee had om op de Heizelvlakte in een recreatieve zone te voorzien. Mini-Europa was de uitschieter van Bruparck. Hoewel het meteen een publiekstrekker was, was het door de jaren heen wel zoeken naar een formule om nieuwe bezoekers aan te trekken. Het park aantrekkelijk maken voor toeristen bleek een geslaagd plan. Duizenden bezoekers per jaar wandelen er langs de miniaturen, drie vierde van hen komt uit het buitenland.

 (Toen nog) Prins Filip bij inhuldiging Mini-Europa in 1989
Paul Versele / Photo News

Toch kwam in 2020 het nieuws over de sluiting. De onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst met Brussel-Stad liepen moeizaam. En zo besloot de directie van het park er een punt achter te zetten. De sloopvergunning was al aangevraagd. Uiteindelijk werd na onderhandelingen toch een akkoord bereikt over het voortbestaan van Mini-Europa. Je kan er dus nog altijd een foto nemen met de gigantische oranje schildpad aan de ingang of met een druk op de knop de mini-Vesuvius nog een keer doen uitbarsten.

Meest gelezen