De stemming van het wetsontwerp in het Oegandese parlement op 21 maart veroorzaakte internationale verontwaardiging. Museveni stuurde de wet daarop eind april terug met voorstellen om hem op punten te versoepelen. Er was onder meer de suggestie om te preciseren dat “het feit van homoseksueel te zijn” geen misdaad is, maar dat alleen de seksuele relaties dat zijn.

In een nauwelijks gewijzigde en begin mei bijna unaniem gestemde versie namen de parlementsleden in de tekst op dat “een persoon van wie vermoed wordt of die ervan verdacht wordt dat hij homoseksueel is, en die geen seksuele daad heeft gesteld met een andere persoon van hetzelfde geslacht, geen homoseksueel delict pleegt”.

Levenslang

Op “homoseksuele daden” staat in Oeganda levenslang sinds een wet die dateert van de Britse kolonisatie. In de nieuwe versie van de tekst behielden de parlementsleden, tegen het advies van Museveni in, een schikking die van “homoseksualiteit met verzwarende omstandigheden” een zwaar misdrijf maakt. Dat betekent dat recidivisten de doodstraf kunnen krijgen. Die wordt in Oeganda al jaren niet meer toegepast. Op het “promoten” van homoseksualiteit staat een maximumstraf van twintig jaar.

Mensenrechtenorganisaties, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, de Europese Unie en de Verenigde Naties hadden het initieel goedgekeurde wetsontwerp van 21 maart al fors bekritiseerd. Verschillende landen waarschuwden dat de wet gevolgen kan hebben voor financiële steun aan Oeganda. Het Witte Huis dreigde met “economische gevolgen”. Ook bedrijven met investeringen in Oeganda tekenden protest aan.