Brandweerman over brand in Hoge Venen: "Blus- en beschermingsmiddelen nauwelijks aanwezig in ons land"
De brandweer in ons land is onvoldoende voorbereid en beschermd tegen natuurbranden zoals in de Hoge Venen. Dat zegt Peter Vandenberk, brandweerman in de zone Luik en ook vakbondsafgevaardigde voor VSOA. "Het is altijd een verhaal van personeel, middelen en opleiding. Vandaag zien we dat specifieke beschermings- en blusmiddelen in ons land nauwelijks aanwezig zijn."
Al sinds maandagavond woedt een brand in de Hoge Venen. Tegen de verwachtingen in laaide die gisteravond harder op dan verwacht. Het provinciaal rampenplan werd afgekondigd en de hulpdiensten bleven de hele nacht actief op het terrein. Vanmorgen ziet de situatie er iets beter uit. Of er al of niet Duitse en Nederlandse steun komt, is nog niet beslist, maar in ieder geval houden beide landen wel blushelikopters klaar. De brandweer hier beschikt maar over één blushelikopter.
De hulpdiensten kregen het lastiger dan verwacht. Peter Vandenberk, brandweerman in de zone Luik en afgevaardigde voor de vakbond VSOA, waarschuwde vorig jaar al voor een dergelijk scenario. "Het blijft inderdaad zo dat België wat betreft de aanpak van natuurbranden achterblijft in vergelijking met onze buurlanden", klinkt het in "De ochtend" op Radio 1.
"Het is altijd een verhaal van personeel, middelen en opleiding. Vandaag zien we dat grote blusmiddelen en specifieke beschermings- en blusmiddelen in ons land nauwelijks aanwezig zijn. Het is maar mondjesmaat beschikbaar. Branden als deze vragen een langdurige inzet, het vergt veel van een zone. We zien dat gedurende een langere periode personeel en middelen overbevraagd worden. Gelukkig is dit soort branden nog vrij uitzonderlijk, maar we zien dat we in een ander scenario aan het belanden zijn."
De brandweer van de betrokken zone (dat is niet Luik, waar Vandenberk werkt, red) zei ook dat het gebied moeilijk toegankelijk was. "De oorsprong van de brand is blijkbaar een tussenkomst van menselijke aard. Wij gaan ervan uit dat, als toeristen toegang hebben, dat ook voor de brandweer toegankelijk moet zijn."
Steeds minder vrijwilligers
Naar wie kijkt Vandenberk om iets aan de situatie te veranderen? "De minister van Binnenlandse Zaken (die verantwoordelijk is voor politionele en civiele veiligheid, waaronder ook de brandweer valt, red), speelt daar een belangrijke rol in. Ook de zones zelf, die een risico-analyse maken over het eigen werkgebied. En de lokale besturen, die de nodige middelen voor personeel en materiaal moeten vrijmaken."
Vandenberk merkt ook op dat het steeds moeilijker wordt om vrijwilligers te vinden. "In de zone Rand bijvoorbeeld, die het gebied van de Kalmthoutse Heide omvat, zien we jaren dat ze tot 10 procent van hun vrijwilligerspotentieel verliezen. Dat is enorm en laat zich zeker voelen als er langdurige en grootschalige inzet van personeel nodig is."
We zijn snel genoodzaakt om een beroep te doen op de buurlanden. Maar de vraagt stelt zich naar de toekomst: gaan zij steeds aan die vraag kunnen voldoen?
"Waarom vrijwilligers afhaken, daar zijn allicht verschillende redenen voor. Bij opdrachten die veel inzet vragen, zijn we daardoor wel snel genoodzaakt om een beroep te doen op de buurlanden. Maar die vraagt stelt zich ook naar de toekomst: gaan zij steeds aan die vraag kunnen voldoen? Nederland is al vrij gevoelig geworden voor natuurbranden".