reeks Hoe gaat het nu met ons?

Belgische jongeren door de ogen van jonge expats

Tiril Høye Rahn uit Noorwegen.© Kristof Vadino

In België worstelen vooral jongeren met depressieve gevoelens. Hoe ervaren buitenlandse jongeren die hier wonen dat? ‘Jullie werken wel heel veel.’

Karlien Beckers,Kristof Vadino

Robin Turner (28) uit Nederland

De grootste shock? ‘Jullie gaan allemaal naar de Chiro of scouts’, merkt ze lachend op. Robin Turner verhuisde twee jaar geleden naar Brussel voor de liefde. Ook daarvoor had ze een relatie met een Belg. ‘Ik hou dus zeker van België’, lacht ze. En toch ondervond ze een kleine cultuurshock. Die verschillen blijken ook uit het onderzoek. Nederland staat in de top vijf als het over veerkracht en algemeen welzijn gaat. Voor dat laatste is België juist een van de slechtst presterende landen. Ook als je Nederlanders vraagt naar eenzaamheid en depressieve gevoelens, doen ze het beter dan de gemiddelde Belg.

‘Belgen kijken anders naar psychisch welzijn’, denkt Turner. Zo’n 70 procent van haar vrienden in Nederland ging al eens naar een psycholoog. De gesprekken gaan eerder over ‘hoe je de juiste psycholoog vond’. In België lijkt het taboe toch nog iets groter, denkt Turner: ‘In gesprekken worden depressieve gevoelens vaker weggerelativeerd. Vanuit het idee dat er ‘altijd anderen zijn die het erger hebben’, lijkt het. ‘Mijn Belgische vrienden die het moeilijk hadden tijdens covid, leken bijna bezwaard om hulp te zoeken, alsof ze de plek innemen van iemand die het meer nodig heeft dan zij.’ Al ziet ze wel wat bewegen bij een jongere generatie.

Het is niet alleen wat bespreekbaar is, maar met wie je erover kunt praten, denkt Turner. ‘In België gebeurt dat vooral met je beste vrienden.’ Die maken we opvallend jong, aldus Turner: ‘Iedereen lijkt een hechte klik uit de jeugdbeweging te hebben. Dat maakt het moeilijker op latere leeftijd je plek te vinden in zo’n vriendengroep.’ Al ziet ze er ook schoonheid in: ‘In Nederland kun je met meer mensen praten, maar daardoor blijft het soms oppervlakkig. Belgische vrienden, dat is voor het leven.’

Blanca Lorente.

Blanca Lorente (27) uit Spanje

Die verschillen in vriendschappen waren ook Blanca Lorente opgevallen toen ze in 2017 voor het eerst via Erasmus naar Leuven kwam. ‘Sindsdien ben ik niet meer weggegaan, omdat het me hier zo beviel’, zegt Lorente. Dat Spanje, net als België, bij de slechtste leerlingen zit als het gaat over depressiecijfers, verbaast Lorente niet. ‘Dat debat woedt al een hele tijd in Spanje: hoe dat komt en hoe we daarmee om kunnen gaan.’

Voor veel mensen die enkele jaren ouder zijn, speelde jobonzekerheid, merkt ze op. Bij leeftijdsgenoten is er een nieuwe angst: de klimaatopwarming. ‘Toegegeven, wat meer zon in België zou leuk zijn’, zegt ze lachend. ‘Maar jaar na jaar meer hittegolven, dat is niet beter.’ Hoe leefbaar haar geboorteland zal blijven, daar ligt Lorente van wakker.

Maar de grootste aanpassing is het sociaal leven. ‘In België wordt veel vooruitgepland. Iets drinken, uitgaan, alles lijkt minstens twee weken op voorhand vast te liggen.’ Bovendien lijken vriendengroepen in België soms erg statisch. ‘Zodra die gevormd is, is het moeilijker anderen mee te brengen. Als je op café zit met vrienden van het middelbaar, dan is het bijna not done mensen die je van ergens anders kent ook uit te nodigen.’

Dat kan ook nadelen hebben, merkte Lorente al. ‘Iemand worstelde met depressie. Omdat er altijd in groep werd afgesproken, was het moeilijk en raakte die persoon sneller geïsoleerd. Slechts een paar mensen spraken een op een met haar af. Uiteraard kun je daar geen heel land op afrekenen, maar het viel me wel op. In mijn ervaring zullen in Spanje je vrienden op zo’n moment sneller gewoon langskomen.’

Astrid Satovich.

Astrid Satovich (29) uit Oostenrijk

Belgen zullen misschien iets sneller in categorieën denken, zegt Astrid Satovich. Zeven jaar geleden kwam de Oostenrijkse voor een stage van zes maanden naar Brussel, ‘een geweldige ervaring’, waardoor ze besloot na haar studies terug te keren.

Dat Oostenrijk zowel op veerkracht, algemeen welzijn, depressiecijfers als eenzaamheid bij de top vijf van alle bevraagde landen zit, verbaast de Oostenrijkse niet per se, al ‘heeft België ook heel veel mooie kwaliteiten’. Satovich: ‘De Belgische bevolking is veel diverser dan Oostenrijk. Ik vind het bewonderenswaardig hoe tolerant Belgen daarin zijn.’

Die diversiteit zie je trouwens niet enkel in een grootstad als Brussel, vindt ze. Sinds haar terugkeer naar België leerde ze hier haar vriend Cedric kennen, met wie ze naar Aalst is verhuisd. ‘Al is het een heel andere biotoop dan Brussel, waar je echt een grote internationale gemeenschap hebt’, zegt ze. Het is misschien daar dat ze het grootste verschil opmerkte: hoe snel de vraag naar je job opduikt. ‘Ergens is dat natuurlijk heel normaal’, zegt ze. ‘Het is een gemakkelijke manier om iemand nieuw te leren kennen.’ Maar het lijkt toch een iets grotere rol te spelen: ‘In Oostenrijk gaan de gesprekken misschien sneller van wat je doet naar wie je bent. Je job is ook maar een deel daarvan. Hier lijkt het meer mee te spelen in hoe mensen je percipiëren.’

Høye Rahn.

Tiril Høye Rahn (26) uit Noorwegen

‘Wat mij vooral opviel, is het aantal uren dat jullie werken’, zegt Tiril. De Noorse verhuisde bijna een jaar geleden vanuit Oxford naar onze hoofdstad voor een job bij de Navo. Een geweldige kans, niet alleen qua job. ‘Ik woon samen met negen in een cohousing, dat vind je in Noorwegen niet.’

Vooral de verschillende werkuren vallen haar hier op. ‘In België lijkt toewijding bij een job deels te worden beoordeeld door het aantal uren dat je aanwezig bent.’ Dat speelt minder in Noorwegen. Een werkdag van 8 uur tot 15.30 uur (15.00 uur voor het gros van de werknemers met kinderen) is er normaal. Zolang je je werk goed doet, zal niemand je daarop afrekenen. ‘Het maakt het iets makkelijker om de werkdag achter je te laten’, denkt ze.

Dat Noren goed scoren op veerkracht, zit volgens Tiril vervat in een Noors gezegde: ‘Er bestaat niet zoiets als slecht weer, alleen slechte kledij.’ Perspectief is belangrijk, maar ook letterlijk valt dat toe te passen: ‘In België is het eerste wat ik heb gekocht een regenponcho voor op de fiets’, zegt ze lachend, ‘Jullie doen het weer in Engeland bijna goed lijken. Maar als het mooi weer is, zie je alle Belgen wel direct op de terrasjes’, zegt ze. Een gewoonte die voor de Noorse ook vreemd is: bijna dagelijks alcohol drinken. ‘In Noorwegen is alcohol meer iets wat je in het weekend drinkt’, zegt ze. ‘Alcohol en drugs lijken hier iets meer aanwezig. Dat kan natuurlijk gevolgen hebben als mensen daarin te ver gaan. Tegelijk, in Noorwegen kan de jeugd ook echt drinken met bedoeling zich te bezatten, ook dat kan nefast zijn.’

Dat Noorwegen slechter scoort dan België qua depressie, vindt ze moeilijk in te schatten na nog geen jaar hier. ‘Al moet ik toegeven dat dat in Noorwegen iets is wat je met je allernaasten bespreekt. Die eigenschap zie ik hier misschien ook wel?’

Theo Lecarpentier.

Theo Lecarpentier (29) uit Frankrijk

‘Eerlijk, dat jullie het slechter doen qua aantal depressies, verbaast me’, zegt Theo Lecarpentier. Ook in Frankrijk woedt het debat over een stijgend aantal mensen die antidepressiva nemen, vertelt hij. Dat Frankrijk het beter doet op het vlak van algemeen welzijn, daar merkte hij vooralsnog weinig van, al vindt hij het belangrijk dat er genoeg aandacht voor is. ‘De context waaruit je komt is natuurlijk wel heel belangrijk.’

Lecarpentier komt uit Parijs. De Belgische hoofdstad heeft volgens hem veel voor op zijn Franse tegenhanger. ‘Brussel is veel meer een stad op mensenmaat’, zegt hij. ‘Belgen zijn een pak hartelijker.’ De chaos van België weet de Fransman wel te appreciëren: ‘Het is hier allemaal wat gemoedelijker, iets minder strikt.’ Dat werd erg duidelijk tijdens de verschillende lockdowns, die Lecarpentier grotendeels in België doorbracht. ‘In Frankrijk mocht je op die momenten nog geen blokje om. Dat woog zwaar op de mensen.’

Dat Brussel een evenwaardig alternatief is voor de Franse hoofdstad, is een mening die veel van zijn landgenoten delen, vertelt Lecarpentier. ‘Er is hier een grote Franse gemeenschap.’

Ook de betere verloning in België (toch als het over zijn leeftijdsgenoten gaat), speelt mee. Het enige nadeel? Het aantal verlofdagen. ‘Telkens als ik vertel dat twintig dagen hier standaard is, zijn mijn vrienden in Frankrijk verbaasd.’