Wrakingsverzoek van Jihad Van Puymbroeck in zaak Schild & Vrienden ongegrond verklaard

Jihad Van Puymbroeck en haar advocaat Abderrahim Lahlali.© Belga

In de zaak rond Schild & Vrienden is het wrakingsverzoek tegen de voorzitter van de correctionele rechtbank, ingediend door burgerlijke partij Jihad Van Puymbroeck, ongegrond verklaard. Dat heeft het Gentse hof van beroep donderdag beslist. Rechtbankvoorzitter Jan Van den Berghe moet zich dus niet terugtrekken van het hof, maar mogelijk tekent Van Puymbroeck cassatieberoep aan.

Belga

Het parket van Oost-Vlaanderen was een strafonderzoek gestart naar aanleiding van een Pano-reportage op 5 september 2018. Die toonde aan dat in geheime chatgroepen van Schild & Vrienden racistische en antisemitische berichten gedeeld werden. In juni 2019 werd Dries Van Langenhove officieel in verdenking gesteld. De Schild & Vrienden-oprichter werd vrijgelaten onder voorwaarden en moest onder meer een geleid bezoek volgen aan de Kazerne Dossin in Mechelen.

Op 2 mei werd de zaak ingeleid en werd een conclusiekalender afgesproken. De rechtbank legde de behandeling van de zaak vast op 12 september, maar burgerlijke partij Jihad Van Puymbroeck probeerde zich daartegen te verzetten. ‘Ik ga dan trouwen. Het is zeer belangrijk voor mij dat ik zelf het woord kan nemen’, zei de vrouw. ‘Het is niet mogelijk om voor elke partij een uitzondering te maken’, reageerde rechtbankvoorzitter Jan Van den Berghe.

Ook haar advocaat Abderrahim Lahlali ving bot en hij besliste een wrakingsverzoek in te dienen. Rechter Van Den Berghe besliste om zich niet terug te trekken, waardoor het Gentse hof van beroep zich over het wrakingsverzoek moest uitspreken.

Hof van Cassatie

Lahlali betwistte voor het hof van beroep dat alles rond de pleitdatum draait. ‘Ik was twee minuten te laat toegekomen en heb mijn cliënte in tranen aangetroffen. Er was een conclusiekalender opgelegd door de voorzitter, zonder debat. Mijn cliënte is zeer betrokken bij dit dossier, maar de voorzitter was resoluut dat de datum niet verplaatst kon worden. De voorzitter heeft de schijn opgewekt dat haar burgerlijkepartijstelling niet belangrijk is. De schijn van partijdigheid is voldoende om gewraakt te worden. Deze wraking is er dus niet om de zaak uit te stellen.’

Het openbaar ministerie was het daar niet mee eens. ‘Tegen het bepalen van een rechtsdag staat geen enkel middel open. Het wrakingsverzoek moet ongegrond verklaard worden want het wordt oneigenlijk gebruikt om een andere pleitdatum te krijgen’, zei de aanklager.

Het hof verklaarde het wrakingsverzoek inderdaad ongegrond. De rechtbankvoorzitter ‘heeft haar (Van Puymbroeck) correct geïnformeerd door te melden dat zij zich op de zitting van 12 september 2023 kan laten vertegenwoordigen door haar raadsman zodat haar rechten van verdediging door het niet bepalen van een andere rechtsdag niet worden geschonden’, stelt het arrest. ‘De vrees van Jihad Van Puymbroeck voor een partijdige behandeling van haar zaak, door de weigering ter zitting om een andere rechtsdag te bepalen, is niet objectief gerechtvaardigd.’

Van Puymbroeck kan nog in beroep gaan bij het Hof van Cassatie. Daardoor zou de zaak opnieuw enkele weken uitstel kennen en zou de conclusiekalender mogelijk niet meer gehaald kunnen worden.