Onze reporter reist door Niger en komt (opnieuw) Mohammed tegen, die uit Mali vluchtte voor het oprukkende jihadisme

VRT NWS brengt deze week verslag uit vanuit Niger, een van de allerarmste landen van de Sahel, op de grens tussen de Saharawoestijn en het Afrikaanse regenwoud. Het land is een kruispunt op het vlak van klimaat, migratie en etnisch geweld. Vandaag brengt VRT NWS-journalist Katrien Vanderschoot het verhaal van de Malinese Toeareg Mohammed Sagid, die in 2012 naar Niger moest vluchten.

In het vluchtelingenkamp in Ouallam zitten ze ons op te wachten onder een rieten beschutting. Een payotte, een typisch rond afdak van de Toearegs. Wat schaduw is welkom, want het is hier nu bijna 45 graden heet. Tussen de mannen met hun kleurrijke gewaden en tulbanden zit de Malinese Toeareg Mohammed Sagid uit Menaka. Toen in het noorden van dat land het jihadisme overwaaide uit het ineengestorte Libiƫ, braken daar de eerste onlusten uit in 2012.

Mohammed vluchtte toen naar Niger, naar de grensstad MangaĆÆzĆ©, 40 kilometer van hier. "Daar ben ik ooit ook nog geweest", zeg ik. "Ja hoor, ik heb je toen ontmoet", zegt de man. Wanneer ik naar de contouren van zijn gezicht kijk, onder zijn tulband, komt die foto weer in mijn geheugen. "Ja, natuurlijk, jij bent het!"

Wat een onvoorstelbaar toeval dat ik Mohammed hier opnieuw voor mij zie zitten en hoe triest dat er op die 11 jaar tijd niets voor hem is verbeterd, integendeel. "In februari 2019 ben ik naar Ouallam gevlucht, na een aanval van gewapende groepen op de veiligheidsdiensten en de burgers. Sindsdien woon ik hier in dit kamp en heb ik me helemaal aangepast aan de plaatselijke gebruiken en levenswijze. Ik ben eigenlijk een halve Nigerees geworden."

Geen kamp maar een dorp

De voorbije jaren is de situatie nog verslechterd. In Mali is er een militair bewind en is een plaatselijke tak van de terreurgroep IS actief. In een ander land, Burkina Faso, is ook al een groot deel van het grondgebied ingepalmd door Al Qaeda-getrouwen. De Nigerese dorpen in deze regio TillabƩri, dicht bij Mali, en ook de regio Torodi, aan de grens met Burkina Faso, worden geregeld aangevallen. "De toevloed van vluchtelingen en interne ontheemden is echt een groot probleem. Zonder hulp van het buitenland kan Niger dat niet alleen aan", zegt Mohammed. "Zeker een land dat al te kampen heeft met verwoestijning en met armoede."

Hier in Ouallam worden zo'n 8.000 vluchtelingen opgevangen. De VN-Vluchtelingenorganisatie en de Internationale Organisatie voor Migratie proberen het op een vernieuwende manier aan te pakken. Ze hebben van dit kamp een nieuwe stadswijk gemaakt. De vluchtelingen zelf hebben een opleiding gekregen en huizen gemetst. Die zijn meer bestand tegen de hitte en het noodweer dan de strooien tentjes.

In deze "wijk" wonen vluchtelingen Ć©n plaatselijke inwoners. "Dat is goed voor de sociale cohesie", zegt Mohammed, "en bovendien doet de regering veel inspanningen om mogelijke conflicten tussen de bevolkingsgroepen te voorkomen, door bewustmakingscampagnes over het klimaat bijvoorbeeld."

Een dam tegen rekrutering

Mohammed is in het kamp verantwoordelijk voor het onderwijs. Onderwijs en meer werkgelegenheid vindt hij de grootste uitdagingen om te voorkomen dat jongeren worden meegetrokken in de propaganda van de jihadisten en zelf mee gaan vechten. "Daar moeten de regering en haar buitenlandse partners volop op inzetten. Ze moeten die jongeren perspectief geven."

Mohammed droomt van vrede in zijn land Mali en in de hele regio. Hij is niet tegen de grotere militaire aanwezigheid van landen als Frankrijk en Belgiƫ, die Niger nu als een soort van bufferzone zien. Maar hij hoopt toch vooral dat de leiders van Niger, Mali en Burkina Faso rond de tafel gaan zitten om te onderhandelen. "Iedereen moet samenwerken voor de vrede. Dat is erg belangrijk."

Meest gelezen