Nicolas Maeterlinck

Minister Van Quickenborne: "Dreiging tegen België is verminderd na ruil Vandecasteele en Assadi"

Door de overbrenging van de veroordeelde terrorist Assadollah Assadi aan Iran in ruil voor Olivier Vandecasteele is de dreiging tegen ons land en onze landgenoten verminderd. Dat heeft minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) gezegd in de Kamer, op basis van informatie van de veiligheids- en inlichtingendiensten. Hun lot was "een-op-een verbonden", benadrukte de minister.

Na 455 dagen onschuldige gevangenschap in een Iraanse cel kwam Olivier Vandecasteele net geen week geleden terug aan in ons land. In ruil voor zijn vrijlating werd de veroordeelde terrorist Assadollah Assadi overgedragen aan Iran. Assadi werd in ons land tot 20 jaar cel veroordeeld voor zijn rol in het beramen van een verijdelde terreuraanslag in 2018 in de buurt van Parijs.

Het terughalen van Vandecasteele was geen evidente operatie. Eentje waarbij oppositiepartijen met gemengde gevoelens naar kijken. Peter De Roover (N-VA), Ellen Samyn (Vlaams Belang) en Sophie Rohonyi (DéFI) vuurden tijdens interpellaties in de Kamer dan ook een pak vragen af over de deal met Iran richting minister Van Quickenborne (Open VLD) en zijn collega van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib (MR). Zij wilden vooral weten wat de toekomst brengt en hoe een volgende geval als dat van Olivier Vandecasteele zal worden voorkomen.

BEKIJK - "Dit blijft een deal met een donkere kant", zegt journalist Pieterjan De Smedt in "Terzake":

Videospeler inladen...

Veel nieuwe informatie kwam uit de antwoorden van de ministers niet naar voren. Wel zou de dreiging tegen ons land en onze landgenoten verminderd zijn. Van Quickenborne herhaalde dat sinds de arrestatie van de verdachten voor de aanslag eind juni 2018, ons land het mikpunt was van dreigingen uit Iran.

"Het is die dreiging en de latere veroordeling van Assadi die het lot van Olivier Vandecasteele hebben bepaald en niet het verdrag" dat ons land met Iran sloot over de overbrenging van elkaars veroordeelden.

Dat verdrag werd uiteindelijk niet gebruikt om Vandecasteele vrij te krijgen. Er werd naar een alternatieve weg gezocht nadat het Grondwettelijk Hof het verdrag had geschorst dat een ruil tussen Belgische en Iraanse gevangenen mogelijk maakt. Er werd teruggegrepen naar een artikel uit de Grondwet. Die piste werd bevestigd door "meerdere constitutionalisten", luidde het. "Omdat in 99,9999 procent van de gevallen een schorsing wordt gevolgd door een vernietiging, zei Van Quickenborne. "We konden de schouders toch niet laten hangen?"

Artikel 167 van de Grondwet:

"De Koning heeft de leiding van de buitenlandse betrekkingen, onverminderd de bevoegdheid van de gemeenschappen en de gewesten om de internationale samenwerking te regelen, met inbegrip van het sluiten van verdragen, voor de aangelegenheden waarvoor zij door of krachtens de Grondwet bevoegd zijn".

"Dat betekent dat de koning (in dit geval de premier, red.) zelfstandig de bevoegdheid heeft om buitenlands beleid te voeren", duidt grondwetspecialist Paul Van Orshoven (KU Leuven). Hij bevestigt dat de regering hiervoor niet de toestemming van het parlement nodig heeft, maar uiteraard wel achteraf ter verantwoording kan worden geroepen door de Kamer. 

"Hier stopt het niet", ging Van Quickenborne voort. "Er zit nog een 25-tal Europeanen onschuldig vast in een Iraanse cel. Dat zijn 25 Olivier Vandecasteeles. We blijven ons inzetten, samen met onze Europese bondgenoten, om hen vrij te krijgen."

"U hebt moeten toegeven dat de piste van het verdrag een vergissing was en hebt verschrikkelijk veel tijd verloren, terwijl de oplossing blijkbaar voor het grijpen lag", reageerde De Roover. "Iran heeft ons aangevallen in onze principes en u hebt dat machteloos moeten ondergaan." Samyn laakte dat de regering het pad heeft geëffend voor nieuw machtsmisbruik en buitenlanders op te sluiten om ze als pasmunt te gebruiken.

Meest gelezen