© ATV

Toby Alderweireld. Met de A van Antwerpen: “Dit is het allermooiste moment uit mijn carrière”

Uitgerekend hij. Toby Alderweireld, de man die Antwerpen letterlijk op zijn lichaam vereeuwigd heeft staan, knalde de Great Old de geschiedenisboeken in. “Dit is voor mijn stad.”

Pieter-Jan Calcoen

Eigenlijk is wat in Genk gebeurde niet in een tekst te beschrijven. Desondanks: een poging. Antwerp had twee goals nodig tegen Racing Genk om kampioen te worden – no way dat Union nog met punten zou morsen tegen Club. Tot dat plots wel gebeurde. De Antwerp-assistenten maakten dat vanop de bank duidelijk met een simpel gebaar: één vingertje ging de lucht in.

En dan, uit het niks: een schicht van gelegenheidsspits Toby Alderweireld. Onhoudbaar. Los de winkelhaak in. Genk verstomde. Antwerp ontplofte. Boem.

Alderweireld sprintte het hele terrein over richting de supporters van Antwerp – Usain Bolt-gewijs, en dat op zijn 34ste. Mark van Bommel deed net hetzelfde. “Terwijl ik niet eens zéker wist dat mijn doelpunt volstond voor de titel”, aldus Alderweireld. De verdediger brabbelde maar wat, overmand door de emoties, maar dan nog kwam er zinnige praat uit zijn mond – zoals het een echte leider/aanvoerder betaamt. Nochtans beweerde hij ten onrechte: “Ik kan dit niet onder woorden brengen.”

“Het is het allermooiste moment uit mijn carrière”, probeerde Alderweireld het toch. “Ik heb het geluk gehad veel mooie wedstrijden te spelen. Ik heb in de Champions League-finale gestaan. Er was de halve finale met de Rode Duivels op het WK in Rusland. Maar dit is anders. Béter.”

© BELGA

Kathedraal op de arm

Het kwam er zeer geloofwaardig uit. De passie van Alderweireld voor Antwerpen is bekend. Op zijn arm staat de kathedraal getatoeëerd. Toen hij als tiener naar Amsterdam moest, huilde hij tranen met tuiten – het gemis was te groot. Zijn bedrijf – Antverpia – is volledig met A vergroeid. Na zijn avontuur bij Tottenham heeft hij er alles aan gedaan om in zijn stad te belanden, maar toen was het gewoonweg niet mogelijk en was er een tussenstap in Qatar nodig. Maar ook daar had Alderweireld maar één gedachte in zijn hoofd: ik wil en moet naar Antwerpen. Ook al werd het hem afgeraden.

“Toen ik naar Antwerp kon, heb ik verschillende mensen uit het voetbal gebeld”, sprak hij met een uitgelaten bezoekersvak in zijn rug. “Negen op de tien zei dat ik het niet moest doen. De club is niet klaar, meenden die mensen. Ik heb het toch gedaan, uit liefde. En kijk nu…”

© BELGA

Alderweireld straalde, zijn voorhoofd blonk – nat van het zweet en van de champagne. “Dit is voor de stad. Voor de club. Voor mijn vrienden. Voor mijn gezin. Voor mijn ouders. Ze hebben sinds mijn vijftiende veel voor me opgeofferd. Dit is de beloning. Iets legendarisch. Het is 66 jaar geleden dat Antwerp kampioen is geworden. Het is de eerste dubbel in de geschiedenis van de club. Ik merkte dat de buitenwereld het ons niet gunde. Dat was een extra motivatie. Fantastisch.”

Het moet gezegd: zonder de hulp van Club was het niet gelukt. “Bedankt Club”, toeterde Ritchie De Laet in de catacomben. Alderweireld was simpelweg blij dat het spel fair gespeeld was. Hij haastte zich de bus in. De pizza’s in de kleedkamer werden aan de pers geserveerd: Antwerp wilde zo snel mogelijk naar de Bosuil.

Getraind als spits

Wat Antwerp in de slotfase deed – Alderweireld voorin droppen – leek zomaar wat, tegen beter weten in. Dat was het niet, zei Alderweireld. “We hebben hier op getraind. Toen ging het heel goed. Ik vond dat een beetje ambetant, vreesde dat het op de match zelf niet zou marcheren. Ik kreeg ongelijk.”

Het was een ongelofelijke rollercoaster geweest. Mark van Bommel gaf achteraf toe dat hij en zijn spelers diep hadden gezeten. Tegen Union een week geleden leken ze het zwaarste werk te hebben gedaan, maar was de klap bijzonder hard. “Ik heb het maandag en dinsdag heel moeilijk gehad”, aldus Van Bommel. “Ik moest zogezegd het goede voorbeeld geven, de ploeg weer oppeppen, maar dat kon ik niet. Gelukkig was mijn omgeving er om er me op te wijzen dat het nog altijd kon.” Alderweireld vulde al roepend aan – zoveel lawaai was er: “We zijn mentaal heel sterk geweest.”

© BELGA

Het valt te hopen voor Alderweireld dat zijn lichaam dat ook is. In Deurne Noord werd hij ontvangen als een held, iedereen hing letterlijk aan zijn brede bast. En de komende (en voorbije) uren zal er waarschijnlijk héél veel alcohol door zijn keel gaan. Het wordt doorgaan. Op adrenaline. Zoals in Genk.

Of moet Alderweireld toch een klein beetje fris blijven met het oog op de nationale ploeg? Hij is toch gestopt als international, horen we u denken? Klopt, maar midden het feestgewoel verraste Alderweireld – al zijn overige quotes kwamen er met een zekere controle. Maar de volgende dus niet: “Als de bondscoach me nodig heeft, moet hij maar bellen. Voor mijn land spelen is heel speciaal.” We durven zelfs stellen: bijna even bijzonder als het shirt van het stamnummer één dragen – dat betekent wel wat.

Regisseur Erik Van Looy is een grote Antwerp-fan. Wel, dit scenario zou hij zelfs niet dúrven bedenken.

© BELGA

Aangeboden door onze partners
Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer