Direct naar artikelinhoud
AchtergrondEconomie

Is België het economische wonder van Europa? ‘We zijn niet meegegaan in het mantra van ‘besparen, besparen, besparen’’

Shoppers op de Meir in Antwerpen.Beeld Tine Schoemaker

De Belgische economie doet het in vergelijking met de rest van Europa behoorlijk goed. We knopen aan met hogere groeicijfers en hebben een lagere inflatie. Dat is niet voor het eerst zo. Hoe komt dat?

We mogen niet klagen in België. Dan hebben we het niet alleen over de lentezon die eindelijk ontluikt. Ook wie deze week binnenskamers bleef om de laatste economische cijfers te volgen, zag daar weinig reden tot mopperen. Zo bleek donderdag uit cijfers van de Nationale Bank dat het bruto binnenlands product (bbp) van ons land in het eerste kwartaal van dit jaar met 0,5 procent gestegen was tegenover de laatste drie maanden van vorig jaar.

Dat de Belgische economie lichtjes groeide, is vooral te danken aan de dienstensector, die 0,8 procent aandikte. Twee andere belangrijke sectoren, de industrie (-0,6 procent) en bouw (-0,3 procent), krompen dan weer. Maar het is vooral de vergelijking met de rest van Europa die opvalt. Gemiddeld groeide het bbp in de Europese Unie met 0,25 procent. Maar vooral in vergelijking met het bbp van buurlanden Duitsland (-0,3 procent) en Nederland (-0,7 procent) doen we het een pak beter.

Daarnaast bleek donderdag ook nog eens dat ons land de op een na laagste inflatie kende van de hele eurozone. Volgens Eurostat, de statistische dienst van de Europese Unie, bedroeg de inflatie in ons land in mei 2,7 procent. Gemiddeld was dat in Europa 6,1 procent.

Loonindexering

“Ik denk dat de belangrijkste oorzaak voor onze economische groei de automatische loonindexering is”, zegt professor economie Paul De Grauwe (London School of Economics). “Die heeft ertoe geleid dat de koopkracht van de gemiddelde Belg niet is afgenomen en dat die op een normaal niveau kon blijven consumeren.”

Andere landen kennen ons mechanisme van automatische loonindexering niet. “Het is niet dat de lonen in die landen niet aangepast zullen worden”, zegt De Grauwe. “Alleen zal dat langer duren, waardoor de koopkracht en dus consumptie pas later weer op peil komen.”

Eerder deze week wees arbeidsmarkteconoom Ive Marx (UAntwerpen) in zijn column in De Standaard ook al op het belang van onder andere de loonindexering als buffer voor onze economie. Opvallend genoeg schreef Marx die column nog voor de Nationale Bank en Eurostat hun laatste cijfers bekendmaakten. Klaagde hij aan het begin van de week nog over het feit dat zijn boodschap - de Belgische economie doet het goed door het net niet te veel over een andere boeg te gooien - weinig weerklank vond, werd zijn argument relevanter met de dag.

Marx’ argument reikt overigens verder dan louter vandaag. Zo verwijst hij ook naar de goede manier waarop ons land uit de financiële crisis van 2008 kwam. “Je kan de Belgische economie een beetje als een diesel zien”, zegt Marx. “We tuffen vaak gewoon een beetje door zonder grote hoogtes of laagtes die andere landen wel kennen.”

De Grauwe volgt Marx daarin. Ze maken allebei dezelfde analyse, namelijk dat het soms logge Belgische (staats)systeem ons voor te drastische hervormingen behoedt. Zo blijven buffers die in ons systeem ingebakken zitten, zoals de automatische loonindexering, behouden. “Net toen wij bezig waren aan onze recordpoging van aantal dagen zonder regering in 2010-’11 was het mantra in de rest van de Europese Unie: besparen, besparen, besparen”, zegt De Grauwe. “De Nederlandse regering is toen volop op die kar gesprongen. Wij hadden simpelweg geen regering die dat kon doen. Gevolg: de Nederlandse economie ging in recessie en wij bleven gespaard van zottigheden.”

Staatsschuld

Al deelt niet iedereen het optimisme van Marx en De Grauwe. Zelfstandigenorganisatie Unizo vindt bijvoorbeeld dat “we ons niet mogen laten meeslepen door een hoerastemming”. Volgens de organisatie is de groei te danken aan de inspanningen van bedrijven en de vele investeringen die de overheid heeft gedaan - wat volgens Unizo-topman Danny Van Assche dan weer leidt tot een veel te groot begrotingstekort. “We hebben deze groei op de poef gekocht”, zegt hij.

Ook econoom Ivan Van de Cloot (denktank Itinera) waarschuwt voor overdreven optimisme. Eerst en vooral zegt hij dat we ons moeten hoeden om al te grote conclusies te trekken op basis van de inflatiecijfers - iets wat overigens ook De Grauwe doet. Daarnaast vindt Van de Cloot dat we “meer het verschil tussen de korte en lange termijn moeten zien”. “En wat is nu net een structureel kenmerk van de politieke economie in ons land? Dat ze weinig prudentie op lange termijn hanteert, maar wel probeert te scoren op de korte termijn. Zo kom je aan een staatsschuld van meer dan 500 miljard euro.”

Volgens Van de Cloot “worden we gebombardeerd door aanbevelingen” van internationale organisaties als het Internationaal Monetair Fonds (IMF) om de overheidsfinanciën te saneren, de pensioenen te hervormen om ze betaalbaar te houden, en de arbeidsmarkt te hervormen. “Het is goed dat we het nu op de korte termijn goed doen, maar laat ons die focus niet verliezen”, zegt hij.

De Grauwe heeft het allemaal al eens gehoord, die waarschuwingen. “Het is altijd hetzelfde riedeltje: we gaan ten onder als we niet hervormen”, zegt hij. “Wel, ik wacht nog altijd op die ondergang. Bedrijven bijspringen met tijdelijke werkloosheid tijdens de coronacrisis? Dat namen we over van Duitsland. De staatsschuld: die moet inderdaad naar beneden, maar eigenlijk is die bij ons niet veel groter dan in Frankrijk, Groot-Brittannië, de VS of zeker de zuiderse EU-landen. Neen, we mogen net blij zijn dat ons systeem stevige buffers kent die ons beschermen tegen grote schokken.”