Agentschap Zorg en Gezondheid controleerde contactopsporing tijdens coronacrisis niet goed, zegt onderzoek van Rekenhof

Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid controleerde onvoldoende of de contactopsporing tijdens de coronacrisis goed werkte. Callcentra belden toen in opdracht van de overheid besmette personen en hun contacten op. Ook de facturatie van de callcentra werd niet goed opgevolgd. Dat blijkt uit een audit van het Rekenhof. De overheid slaagde er wél in om op korte tijd een succesvol systeem uit te rollen, ondanks het gebrek aan een volledig uitgewerkt crisisplan voor pandemieën van deze omvang.

Aan het begin van de covid-pandemie in 2020, zette de overheid in een mum van tijd contactopsporing op: een systeem om mensen die positief testten op covid-19 op te bellen, hen te informeren over hun isolatieverplichting, en hun risicocontacten op te lijsten. Daarvoor werden zes bestaande callcentra ingeschakeld in een consortium, onder andere in samenwerking met de ziekenfondsen.

Ondanks die versnippering slaagde de overheid erin op heel korte tijd de contactopvolging met succes uit te rollen. Maar ze schoot tekort in de controle van het systeem. Zo oordeelt het Rekenhof nu in een audit van de contactopsporing. 

De audit kwam er in opdracht van het Vlaams Parlement, nadat er in november 2021 onregelmatigheden aan het licht kwamen. Een van de callcentra, "Yource", zou uren gefactureerd hebben voor werknemers die zogezegd met contactopsporing bezig waren, maar eigenlijk andere taken uitvoerden. Een eerste "forensische" audit door Deloitte kon toen geen uitsluitsel geven over vermeende fraude bij de zes callcentra, maar het gerechtelijk onderzoek naar Yource loopt nog. Over mogelijke financiële fraude is dus nog geen duidelijkheid.

In deze nieuwe audit focust het Rekenhof daar niet op, maar op het beheer en de opvolging van de contactopsporing in zijn geheel. Daaruit blijkt dat het Agentschap Zorg en Gezondheid tot eind 2021 te weinig gecontroleerd heeft of de contactopsporing goed uitgevoerd werd en of ze correct gefactureerd werd.

De informatie uit het telefoniesysteem, die nodig is voor de controle, was bovendien niet snel genoeg beschikbaar voor de callcentra om hun eigen werking te kunnen controleren. Pas in de laatste maanden stroomden de nodige gegevens vlot door en werd er werk gemaakt van de opvolging. 

Volgens het Rekenhof speelde het personeelstekort op het agentschap zeker een rol in de gebrekkige controle, maar hechtte de overheid er ook te weinig aandacht aan: de resultaten van de opsporing waren belangrijker. 

Al wijst het Rekenhof ook op een probleem dat dieper zit. Er  "ontbrak een geüniformiseerd controlesysteem": de overheid was simpelweg niet voldoende voorbereid om een dergelijke crisis te beheersen én er een degelijke controle op uit te voeren. In het kluwen van 14 haastig opgestelde contracten stonden dan ook geen duidelijke afspraken over controles. 

Volgens Vlaams minister van Volksgezondheid Hilde Crevits (CD&V) is het agentschap sinds 2022 wél voorbereid met een crisiscel die de contracten beter zou managen en snel reservepersoneel kan voorzien. Ook komen er zestien vaste personeelsleden bij.

Het Rekenhof oordeelt wel dat de taken die in de contracten waren vastgelegd over het algemeen allemaal zijn uitgevoerd. De overheid slaagde er wel in op korte tijd en onvoorbereid een grootschalige contactopvolging op poten te zetten.

Meest gelezen