Direct naar artikelinhoud
InterviewGert Peersman

Econoom Gert Peersman: ‘Onze koopkracht zal het komende jaar stevig dalen’

Gert Peersman: ‘Ik roep iedereen op om niet te negeren dat er een probleem zal zijn voor lagere inkomens. Die zullen nu pas de crisis moeten uitzweten.’Beeld Damon De Backer

Maken banken monsterwinsten die ze niet met spaarders delen? Doet ons land het echt beter dan de rest van Europa? Een gesprek met econoom Gert Peersman (50): ‘Als we niet meer groeien, is het klimaat slechter af.’

“Het debat wordt zonder veel nuance gevoerd”, zegt Gert Peersman, hoogleraar economie aan de UGent. “Om te beginnen zijn er behalve winnaars ook verliezers. Wie nu meer rente krijgt op zijn spaargeld, wint een beetje. Maar wie wil investeren in vastgoed, of wie leent tegen een variabele rente, zal verliezen. Als er iemand krijgt, is er altijd iemand die betaalt. Men heeft de voorbije dagen ook gedaan alsof de banken enorm veel winst maken omdat de Europese Centrale Bank de rente had opgetrokken tot 3,25 procent. Maar dat is niet zo. Een rentestijging door de Europese Centrale Bank is slécht voor de winst van de banken. Daar is geen discussie over, dat is een consensus in de wetenschappelijke literatuur.”

Dat begrijp ik niet.

“Er zijn drie redenen waarom dat toch zo is. Eén: hogere rente leidt tot een daling van de waarde van vastgoed − en op de balans van banken staat ook altijd vastgoed. Twee: als de rente stijgt, zal de economie afkoelen, gaan meer bedrijven failliet en moeten banken meer verliezen incasseren. En drie: als de rente stijgt, krimpt de winstmarge van de banken.”

Ook dat moet u mij uitleggen.

“Wat doet de bank? Spaargeld ophalen voor de korte termijn, en dat omzetten in leningen voor de lange termijn tegen een vaste rente. Als de ECB de rente optrekt, zal dat spaargeld meer kosten, terwijl die uitstaande leningen niet meer opleveren. En dus maakt ze minder winst. Dat is gewoon een feit.”

Dat lees je niet vaak.

“Inderdaad. Ik heb voor dit gesprek data opgevraagd die blijkbaar nog niemand bekeken heeft. De winstmarge van banken op uitstaande leningen is vandaag bijna nul. De spaarder betaalt voor een stuk de prijs voor het feit dat velen hier tegen een vast tarief lenen. Ik lees dat collega Paul De Grauwe zegt dat banken zich daarvoor kunnen verzekeren, maar dat is slechts deels het geval.”

Toch maken banken veel mensen boos. Zo zijn ze altijd snel bij het verhogen van de rente op leningen, maar sloom bij het verhogen van de spaarrente.

“Akkoord. Impliciet is dat een samenspel: ze schieten pas in actie als de concurrentie het doet. En sommige banken verplichten hun klanten om een nieuwe rekening te openen, om van die hogere rente te kunnen genieten. Daarmee leggen ze een transactiekost op, en dat is ongeoorloofd − als de rente daalt, hoeven we geen nieuwe rekening te openen. Er is een gebrek aan competitie. Maar de overheid heeft ook boter op het hoofd.”

Wat doet ze verkeerd?

“Ze geeft een fiscaal voordeel op spaarboekjes: voor 980 euro rente is er een vrijstelling van roerende voorheffing. En dus parkeren Belgen massaal spaargeld bij de bank. Veel te veel. Er is werkelijk een overaanbod. Waarom zouden banken er dan veel rente op geven? Dat fiscaal voordeel is eigenlijk een transfer van de overheid naar de banken. In landen waar dat voordeel niet bestaat, is de rente op spaarboekjes veel hoger. Op termijnrekeningen krijgen we in België wel een hogere rente dan andere landen, maar dan krijg je geen vrijstelling.”

De Belg spaart te veel.

“De Belg zet te veel geld op het spaarboekje. Er zijn ook andere manieren om te sparen, met overheidsobligaties, bijvoorbeeld: die geven een mooi rendement, maar dan betaal je roerende voorheffing, die je bij het spaarboekje niet betaalt. Dat maakt deel uit van onze Belgische cultuur. De overheid zou die fiscale vrijstelling van 980 euro beter uitbreiden naar andere spaarproducten. Dan zou er iets bewegen. Terzijde: de overheid heeft op een andere manier zelfs contractbreuk gepleegd.”

‘Men heeft nu gedaan alsof de banken enorm veel winst maken. Maar dat is niet zo. Een rentestijging door de ECB is slécht voor de winst van de banken.’Beeld Damon De Backer

Vertel.

“De regering heeft e-DEPO geïntroduceerd, een rekening waarmee je bepaalde transacties kunt betalen en waar je ook geld op kunt zetten. De rente die je daarop kreeg, was die van de Europese Centrale Bank, ruim 3 procent. Alleen heeft minister van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v) beslist om die rente plotseling naar 2,5 procent te verlagen. En als je je geld weghaalt, krijg je niets. Dat is contractbreuk. Onbegrijpelijk. De regering zou met die rekening meer competitie op de bankenmarkt kunnen organiseren, en zo de rente op spaarboekjes opdrijven, maar dat doet ze niet.”

Laten we eens kijken naar het goede nieuws van de week: de Belgische economie groeit meer dan het Europees gemiddelde.

“Ach, dat is een pyrrusoverwinning. Noem het pyrrusgroei.”

Zijn we blij met een dode mus?

“Ja. Akkoord, we groeien een half procentpuntje meer dan het Europees gemiddelde, maar als je ziet wat ons dat gekost heeft, welke voorafname we daarvoor hebben moeten doen op de begrotingen en loonstijgingen van de toekomst, dan stelt dat toch niet veel voor. Die extra groei is het resultaat van het vele geld dat de overheid tijdens de energiecrisis heeft uitgedeeld, van het feit dat ze daarvoor het overheidstekort heeft laten oplopen, en van de loonindexatie.”

Van die loonindexatie bent u geen voorstander.

“Nee, absoluut niet.”

Waarom niet?

“Kort samengevat is dit mijn bezwaar: als de inflatie hoog is, drijf je die door de indexatie verder de hoogte in, omdat de loonkosten van bedrijven stijgen. Het resultaat is een verslechtering van de competitiviteit en dus banenverlies. Omgekeerd zullen lonen door de index weinig stijgen wanneer de inflatie laag is en bedrijven competitief zijn, terwijl er dan juist ruimte is voor loonstijgingen.”

Was die indexatie hier de voorbije jaren geen zegen?

“Nee. Er zit ook een fout in het systeem waar we nog spijt van gaan krijgen. Het voorbije jaar hebben we een nooit geziene stijging van de koopkracht gekend, hoewel de inflatie zo hoog was. Er is namelijk een fout gebeurd bij de opname van de energieprijzen in de berekening van de inflatie. De werkelijke energiefacturen zijn veel minder gestegen dan de factuur die in die index zit.”

Hoe kan dat?

“De inflatie wordt berekend op basis van nieuwe energiecontracten met variabele tarieven. Maar heel veel mensen hadden nog een vast contract voor verschillende jaren, en die hebben die stijging van de prijzen dus nooit of slechts gedeeltelijk gevoeld. De lonen zijn daardoor gemiddeld 3 à 4 procent meer gestegen dan de koopkracht die we door de inflatie verloren zouden hebben.”

Vandaar de economische groei.

“Dat heeft zeker een kleine boost gegeven. Vooral mensen met een hoger inkomen hebben geprofiteerd, en in mindere mate de middenklasse. Al hebben hoge inkomens veel van dat extra geld gespaard, omdat ze zich dat konden permitteren. Maar mensen met een lager inkomen hebben dat extra geld goed kunnen gebruiken, voor hun maandelijkse uitgaven.”

Doordat vooral voeding duurder wordt, hebben we volgens u een sterk vertekend beeld van de inflatie.

“Omdat we vaak voeding kopen, die inderdaad duurder is geworden, overschatten we de inflatie. Terwijl zaken die we minder frequent kopen minder in prijs zijn gestegen. De perceptie is ook gevoed doordat de officiële inflatiecijfers het voorbije jaar dus systematisch overschat werden.”

De Belgische werknemer kan er maar blij mee zijn.

“De voorbije twee jaar wel. We kregen een indexering die in andere landen niet bestaat, en de inflatie werd overschat zodat lonen sterker stegen dan de prijzen. Alleen zullen we nu het omgekeerde zien. Onze inflatie is nu zogezegd bij de laagste van Europa, maar dat komt doordat de energieprijzen die voor de berekening worden gebruikt, kelderen − waardoor we nu de inflatie ónderschatten.”

‘Er is een fout gebeurd bij de opname van de energieprijzen in de berekening van de inflatie. De werkelijke energiefacturen zijn veel minder gestegen.’Beeld Damon De Backer

Hoezo?

“De energieprijzen dalen sterk. Maar wie bijvoorbeeld een vast tarief voor energie heeft afgesloten bij hoge prijzen, zit nu vast en zal daar niet van profiteren. Voor velen wordt het een erg zwaar jaar, en dat in de aanloop naar de verkiezingen. Dat is geen goed nieuws. Onze koopkracht zal het komende jaar stevig dalen. Onze lonen zullen minder stijgen dan de werkelijke inflatie.”

Welke impact kan de oorlog in Oekraïne nog hebben?

“Er was een tijdelijk effect op energieprijzen, maar voorts bleef de economische impact beperkt. De voedselprijzen zouden nog wat kunnen stijgen, maar een diepe recessie hoeven we niet te vrezen. Tenzij het gebruik van kernwapens paniek veroorzaakt. Dat is wat we weten over conflicten: ze tasten het consumentenvertrouwen aan. Mensen zijn bang en sparen liever dan dat ze geld uitgeven.”

Over die energiekosten: die heeft de overheid toch deels gecompenseerd?

“Dat klopt, gezinnen hebben ongeveer 1.000 euro gekregen. Maar opnieuw door de wijze waarop de index wordt berekend, gaan we dat bedrag de komende twaalf maanden integraal terugbetalen door een lagere indexatie van de lonen. Voor wie gespaard heeft, is dat geen probleem. Voor wie dat extra inkomen nodig had om de rekeningen te betalen, zal dat een groot probleem worden. Voor sommige gezinnen zal de koopkracht dit jaar met meerdere procenten dalen. Dat zal mensen met een laag inkomen frustreren. Men zal zich vragen stellen over de elite en de mainstreammedia.”

Waarom over de media?

“Zij zullen zich afvragen waarom er deze week zo’n goed nieuws was over onze economie, waarom er zulke positieve berichten verschenen over onze koopkracht. Want de prijzen zullen het komende jaar blijven stijgen omdat de lonen die geïndexeerd werden nu stilaan aan de consument worden doorgerekend. Dat is de loon-prijsspiraal: lonen stijgen, dat wordt doorgerekend in de prijzen, enzovoort. Het goede nieuws is dat de forse daling van energieprijzen nu tot een omgekeerde spiraal zal leiden. Maar dat proces zal enkele jaren duren.”

Denken media en politiek te veel aan de middenklasse?

“Dat is een risico. Daarom roep ik iedereen op om niet te negeren dat er een probleem zal ontstaan voor lagere inkomens. Die zullen nu pas de crisis moeten uitzweten.”

Goed nieuws moet je toch ook brengen?

“Akkoord, maar nuanceer dat. Leg uit wat er aan de hand is.”

We zullen uw raad ter harte nemen, want deze week bleek dat u in de top 5 van Belgische economen staat met de meeste wetenschappelijke impact. Samen met uw collega Stijn Baert. Geniet u daarvan?

“Ja, dat is leuk. Ik heb een paar jaar op nummer 1 gestaan in die lijst. Maar je moet dat ook relativeren, wij staan in de top 5 van Belgen die aan Belgische universiteiten werken. De beste Belgen zitten in het buitenland. Maar ik geef toe: zo’n ranking is mooi meegenomen.”

U werkte mee aan het advies voor de fiscale hervorming waarover de federale regering volgend weekend zal vergaderen. Wat verwacht u daarvan?

“Ik ben bang voor het resultaat. Ik weet niet of dit moment, een jaar voor de verkiezingen, wel geschikt is om hierover knopen door te hakken. Het plan ziet er te rooskleurig uit. Het is goed dat belastingen op arbeid dalen, maar dat slaat een gat in de begroting. Er moeten lasten verschuiven naar consumptie en vermogen. En de extra inkomsten die men voorziet, uit bijvoorbeeld een verdubbeling van de effectentaks, worden overschat. Vooral de deelstaten zullen het voelen.”

Waarom is dat zo?

“Minder lasten op arbeid: dat voelen de regio’s ook. En alle lastenverhogingen komen het federale niveau ten goede. Daardoor zal Vlaanderen moeten besparen. Nu is dat voor Vlaanderen geen probleem, maar voor Wallonië wel. Ik denk dat het beter is dat een volgende regering de fiscaliteit hervormt. Die regering zal de consequenties ervan voelen en kan er door de kiezer dan ook op afgerekend worden. Nu wil men vooral voor iedereen de belastingen op arbeid verlagen. Op een inefficiënte manier dan nog.”

Wat maakt die lastenverlaging inefficiënt?

“Men wil de belastingvrije som verhogen, waardoor iedereen meer zal overhouden, ook mensen met een hoog inkomen. Dat kost de begroting veel geld. Maar mensen met een hoog inkomen zullen daardoor niet meer gaan werken. Integendeel, in sommige gezinnen zal men beslissen dat een van beide partners misschien wat minder zal gaan werken. Terwijl het juist de bedoeling moet zijn om nieuwe jobs te creëren. Onze werkzaamheidsgraad moet naar de 80 procent, en onze productiviteit moet omhoog, zodat de staat meer inkomsten heeft.”

BIO

geboren op 25 april 1973 in Gent • doctoreerde op het monetair beleid van de ECB • macro-econoom en hoogleraar aan UGent • columnist in De Standaard • schreef samen met zijn collega Koen Schoors De perfecte storm (2012)

Als vijf mensen een dag minder werken, ontstaat er dan een nieuwe fulltime job?

“Nee, zo werkt dat niet. Dat is dezelfde redenering als die achter het idee dat ouderen moeten plaatsmaken voor jongeren op de arbeidsmarkt. Dat is een fabeltje. Het inkomen van de ene betekent werk voor de andere, er is niet een vaste hoeveelheid arbeid.”

Is dat een zombie-idee: een idee dat eigenlijk dood is, maar nog rondwaart?

“Juist. Net zoals het idee dat btw verlagen een sociale maatregel is. Lagere btw leidt tot meer ongelijkheid. Dat komt onder andere doordat de consument die btw niet zelf betaalt. Wij kopen een product voor een bepaalde prijs. De verkoper geeft een deel daarvan als btw aan de overheid. Maar de prijs wordt bepaald door de wet van vraag en aanbod, en de btw heeft daar slechts een geringe impact op. We weten uit onderzoek dat van de 100 euro btw-verlaging in Europese landen 93 euro naar de producent gaat, en 7 euro als prijsverlaging naar de consument.”

U bent voor hogere btw-tarieven.

“Ja, want de lastenverlaging moet gefinancierd raken. Minister Van Peteghem wil de btw netto weliswaar verhogen, door een aantal tarieven te schrappen. Anderzijds wil hij ook nul procent btw op gezonde voeding, fruit en groenten. Maar wij gaan daardoor niet minder betalen. De prijs van de tomaten wordt bepaald door wat de consument ervoor wil betalen. De tomatenverkoper moet ze hoe dan ook verkopen. Anders worden ze rot. Zo werkt de markt, daarop heeft meer of minder btw geen impact.”

U zei daarnet dat Vlaanderen het zal voelen als de lasten op arbeid verlagen, omdat er geen extra inkomsten voor de deelstaten voorzien zijn. Is dat erg?

“Vlaanderen heeft nu een begroting die geen tekorten vertoont. Dat lijkt slim, maar dat is niet noodzakelijk gezond. Je mag schulden maken, als je die gebruikt om te investeren. In infrastructuur, in opleiding, in productiviteit van de bevolking, in nieuwe technologie. Vlaanderen investeert vandaag te weinig. De voorbije decennia leefde men volgens het principe dat iedereen de tering naar de nering moet zetten. En dat klopt als het over consumptie gaat, maar niet als het over investeringen gaat.”

Overheden willen groei. Media vinden het positief als België, tegen de trend in, groeit. Waarom is degrowth dan zo in de mode? Wat vindt u van die beweging?

“Ik vind degrowth surrealistisch. Het uitgangspunt deel ik: we mogen de focus niet alleen op het bruto binnenlands product leggen. Maar dat doen we niet. Economen kijken ook naar het algemeen welzijn. Ontgroeiers willen dogmatisch het omgekeerde doen van wat zij verwerpen. Maar wat zij verwerpen, bestaat niet meer. Al decennia gaan alle macro-economische modellen voor een maximalisatie van de welvaart − daarin zit ook vrije tijd, gelijkheid, schoon milieu enzovoort. Maar groei is ook een fundamentele behoefte van de mens.”

Jason Hickel, een van de goeroes van degrowth, pleit ook voor grote herverdeling van Noord naar Zuid.

“Ook dat idee botst op grenzen. Degrowth zal tot sociale onrust leiden. In het plan van Hickel zal een doorsneegezin fundamenteel moeten inleveren, en daartoe zijn mensen niet bereid. Dat is niet haalbaar. Degrowth is contraproductief. Om het klimaatprobleem aan te pakken, hebben we groei nodig, om massale investeringen te kunnen doen. Dat gaat allemaal veel geld kosten. Als we niet meer groeien, is het klimaat slechter af − met dien verstande dat we groei loskoppelen van het gebruik van fossiele brandstoffen.”

Dat is in een aantal landen al aan het gebeuren.

“Ja, maar het gaat te traag. Ik ben voor een heffing op CO2, het is goed om de uitstoot van broeikasgassen te belasten. Maar niet alle groei is slecht voor het klimaat. Neem Zoom: dankzij die doorbraak hoef ik voor een congres niet meer naar de andere kant van de wereld te vliegen. Ouderenzorg: dat duwt het bruto binnenlands product ook omhoog. Maar goed, het debat wordt erg emotioneel gevoerd, en daarom zit het vast.”

Kunnen we het klimaat nog redden? Bent u hoopvol?

“Wat is hoopvol? Ik heb onderzoek gedaan naar de impact van extreem weer op oogsten en voedselprijzen. Wat blijkt: die impact zal groter zijn in landen met hoge inkomens. Wij voelen slechte oogsten het hardst. We zullen ze niet kunnen vermijden, ze zijn er al, maar we moeten de schade zo beperkt mogelijk houden.”

Moeten we niet meer investeren in onderzoek en ontwikkeling, om technologie te vinden die het klimaat kan helpen beheersen? Nieuwe vormen van kernenergie, machines om CO2 uit de atmosfeer te halen enzovoort?

“Dat is Europa wel aan het doen, hoor. Er wordt enorm geïnvesteerd. Ook in de VS. Over kernenergie kan ik moeilijk oordelen. Op korte termijn hebben we het nodig om fossiele energie te vervangen, maar op lange termijn? Dat weet ik niet. Los daarvan moet onderzoek en ontwikkeling inderdaad een prioriteit zijn voor overheden. Je kunt niet alles aan de private markt overlaten. Van gps tot covidvaccins: het echte durfkapitaal waarmee nieuwe technologie wordt ontwikkeld, komt vaak van de overheid.”

Over vaccins gesproken: zijn economen het nu eens over de stelling dat het virus zelf evenveel economische nevenschade veroorzaakte als de lockdowns?

“Ja, dat is wetenschappelijk aangetoond. Ook voor de Spaanse griep. Hoe strenger men initieel was, hoe meer men daar later de vruchten van heeft geplukt. Het virus gewoon loslaten had een negatief effect op de economische groei.”

'De werkkrachten zitten hier niet op de juiste plaats. Bedrijven die willen groeien, vinden de juiste mensen niet.’ Beeld Damon De Backer

Maar voor het vaccin zouden restaurants ook gesloten zijn, omdat de chef misschien dood was, het personeel ziek en de klanten te bang om nog uit eten te gaan. De lockdown heeft tenminste nog levens gered.

“Hetzelfde geldt voor winkels. Al gaat dit uiteraard over de eerste en de tweede golf. Toen was de angst veel groter, ik merkte dat bij mezelf: als ik iemand kruiste op straat, liep ik in een boogje om die persoon heen. Het vaccin heeft uiteraard een enorm verschil gemaakt.”

Even een ander actueel thema: ongelijkheid. Hoe staat het daar nu mee?

“Wat België betreft, is het moeilijk om daar sterke uitspraken over te doen, omdat we te weinig data hebben. We hebben geen vermogenskadaster, namelijk.”

Zou dat er moeten komen?

“Uiteraard, alleen al daarom: om feiten te kunnen observeren. Er zit te veel ongelijkheid in onze fiscaliteit. Behalve klassenjustitie bestaat er ook klassenfiscaliteit. De verschillen zijn enorm. Wie het ouderlijke huis erft, betaalt successierechten. Wie aandelen op naam doorgeeft aan de volgende generatie, ontsnapt daaraan. Mensen met een klein bedrijfje betalen eerst vennootschapsbelastingen, daarna belastingen op dividenden. Voor meerwaarde op aandelen betaal je dan weer geen belastingen.”

Wat kunnen we doen aan die ongelijkheid?

“Alles gelijktrekken, de discriminatie eruit halen. Belastingen op huurinkomsten zijn bijvoorbeeld laag. Zo zet je vermogende mensen aan om te investeren in vastgoed, in plaats van in bedrijven. Bakstenen die in waarde stijgen, leveren geen welvaart op. Als geld naar bedrijven gaat, creëert het jobs. En toch is het precies dat geld dat we belasten. Dat is inefficiënt en zou moeten veranderen. Zodat het geld als het ware op de juiste plaats terechtkomt.”

Wat met de wereldwijde ongelijkheid tussen landen? Neemt die toe of af?

“Het is niet echt mijn specialiteit, maar daar zie je volgens mij een afname. Landen zoals China zijn de voorbije decennia een beetje bijgebeend, bijvoorbeeld. De toename van de ongelijkheid zit vooral binnen landen zelf − in de VS, zelfs in Scandinavische landen. Dat proces is bezig sinds de jaren 1970 en 80.”

Ligt dat aan het neoliberalisme, dat toen werd ingevoerd?

“Zeker. Voor die tijd waren veel belastingen superprogressief: in de VS had je tarieven tot 70 procent en meer. Die zijn enorm gedaald. En alle markten zijn geliberaliseerd. De centrale observatie van de Franse econoom Thomas Piketty klopt: vermogens zijn sneller gegroeid dan de economie, waardoor de ongelijkheid toenam. Die data zijn niet robuust genoeg om naar de toekomst te extrapoleren, maar de cijfers spreken voor zich. Wat ik nu interessant vind, is de recente ommekeer in de VS, post-covid.”

Wat is daar aan de hand?

“De Amerikaanse lonen zijn echt aan het stijgen, vooral de lage lonen. Dat is interessant, omdat we dat in Europa niet zien. We kennen de oorzaak nog niet, maar na een aantal congressen bestaat nu een theorie, die nog bewezen moet worden: het zou liggen aan de verschillende manier waarop Amerika en Europa de steun tijdens covid hebben aangepakt. In Amerika werden werknemers beschermd: ze waren hun job kwijt, maar kregen steun. Ze bleven dus niet verbonden aan het bedrijf waar ze vóór covid werkten.”

En in Europa was dat wel zo?

“Precies. Europa heeft het Belgische model van de tijdelijke werkloosheid gevolgd. Ik was daar ook een voorstander van, overigens. De overheid gaf ook uitkeringen, maar mensen bleven aan hun bedrijf verbonden. Daardoor zit vandaag iedereen weer op dezelfde plek en zijn de lonen niet gestegen, omdat bedrijven elkaar niet hoeven te beconcurreren voor werknemers. In de Verenigde Staten gebeurt dat wel. De bedrijven die financieel gezond zijn gebleven en nu het productiefst zijn, betalen de beste lonen.”

Wat betekent dat voor Europa? Dat wij nog faillissementen mogen verwachten?

“Niet noodzakelijk. Het betekent vooral dat de werkkrachten hier niet op de juiste plaats zitten. Bedrijven die willen groeien, vinden de juiste mensen niet. In België hebben we ook nog de loonnorm: lonen mogen niet stijgen, om onze exportpositie te beschermen. Dat is een goed idee, maar het is te rigide. Het geeft bedrijven te weinig prikkels om te investeren. In de VS kunnen sterke bedrijven groeien.”

In België groeit vooral de overheidsschuld, zoals deze week bleek uit een OESO-rapport, dat erg zorgelijk klinkt: onze schuld is te groot, en de automatische index wordt ter discussie gesteld. Krijgen we ons budget en schulden onder controle?

“De kost van de vergrijzing is ingezet, en zal toenemen tot minstens 2035. Daardoor zal het begrotingstekort ook toenemen. De vraag is hoever je dat tekort kunt laten stijgen zonder in de problemen te komen met je schulden. Beeld u in dat we in een recessie terechtkomen en snel 50 miljard moeten lenen, en we vinden dat geld niet meer op de markt, omdat niemand ons nog geld wíl lenen. Dan zitten we met een groot probleem.”

Kan ons dan hetzelfde overkomen als Griekenland destijds, waar internationale instellingen de touwtjes in handen namen en zélf orde op zaken stelden, onder meer door zwaar in te grijpen in de pensioenen?

“Dat is het worstcasescenario. Al is er een groot verschil tussen Griekenland en België. De markten hebben nog vertrouwen in ons, omdat wij een rijke bevolking hebben. Dan zijn we terug aanbeland bij dat spaargeld. De markten weten dat België schulden heeft, maar ze weten dat we er ooit in geslaagd zijn om die af te bouwen, in de jaren 80. Maar ze weten ook dat er enorm veel spaargeld bij de gezinnen zit, en dus denken ze: als het écht nodig is, kan de overheid dat spaargeld zwaar belasten om haar schulden af te betalen.”