Na mirakel in Colombiaanse jungle: ook Juliane overleefde als 17-jarige vliegtuigcrash in het regenwoud

Alleen in het regenwoud, zonder eten en zonder ouders. Het Colombiaanse junglemirakel doet denken aan het door Werner Herzog verfilmde verhaal van de Duitse Juliane Koepcke. In 1971 crashte het toen 17-jarige meisje in het Peruviaanse regenwoud. Elf dagen zwierf ze rond tot houthakkers haar vonden.

Anton Goegebeur

Op kerstavond 1971 stapte Juliane Koepcke op de luchthaven van Lima aan boord van LANSA-vlucht 508. Juliane woonde op dat moment in de Peruviaanse hoofdstad. Haar ouders waren gereputeerde biologen en hadden een eigen natuurreservaat, Panguana, opgericht in het Amazonewoud. Juliane’s vader was al daar. Samen met haar moeder zou zij erheen reizen om met heel het gezin Kerstmis te kunnen vieren.

Haar moeder wou eigenlijk enkele dagen eerder vertrekken, maar dan had Juliane haar diploma-uitreiking op de 23ste moeten missen. Ze kon haar moeder overtuigen en de reis werd uitgesteld tot kerstavond, de 24ste. “Mijn moeder en ik zouden naar Pucallpa vliegen en van daar naar het onderzoeksstation in de jungle rijden”, vertelde ze later in een interview met luchtvaartmagazine Austrian Wings.

Het was een vlucht van nog geen uur, maar het passagiersvliegtuig, een Lockheed L-188A Electra, kwam nooit aan. Kort voor de landing dook het een noodlottig onweer in. “Het was echt eng, de wolken vlogen rond het vliegtuig als levende wezens. De lucht was pikdonker, non-stop opgelicht door bliksemschichten”, aldus Koepcke. “Een onweer barstte los enLater onderzoek wees uit dat één van de brandstoftanks werd getroffen door de bliksem waardoor het vliegtuig in brand vloog.

De Lockheed stortte neer van zo’n 3.000 meter hoogte en viel tijdens die duikvlucht uit elkaar. Voor de crash werd Koepcke uit het vliegtuig geslingerd. “Ik was plotseling buiten in de lucht, vrij vallend, vastgebonden aan de stoel, kijkend naar het bos dat onder me ronddraaide.”

Ze verloor het bewustzijn. Toen ze weer wakker werd, was ze in de jungle, helemaal alleen.

Een rivier in de buurt van Panguana© Klaus Schönitzer

Krokodillen

“Ik werd de volgende ochtend pas om negen uur wakker. Dat weet ik omdat mijn horloge nog werkte. Ik moet dus de hele middag en nacht bewusteloos zijn geweest”, zei ze in 2018 in een interview met CNN.

Negen dagen dwaalde Koepcke door het regenwoud. Net als de Colombiaanse kinderen een halve eeuw later was ze, dankzij haar ouders, al vertrouwd met de jungle. De helft van haar tijd bracht ze door in het natuurreservaat, daarnaast ging het gezin geregeld kamperen elders in het Amazonewoud en in de Andes. “Voor mij was het nooit een groene hel, maar een habitat die ik wist te waarderen”, zei ze later. Ze zocht en vond een stroom en volgde die tot ze bij een grotere rivier uitkwam. “Dat is wat mijn vader altijd had gezegd: als je verdwaalt in de jungle, volg dan een beek in de richting van de stroming. Je zal een rivier en uiteindelijk hulp vinden.”

Een deur van het neergestorte vliegtuig in 2004

Tijdens haar tocht kwam ze geregeld krokodillen tegen. “Soms zag ik ze vanop de oever het water inspringen, mijn kant uit. Maar ik was niet bang. Ik wist dat krokodillen niet de neiging hebben om mensen aan te vallen.”

Onderweg kwam ze ook wrakstukken tegen en slachtoffers die minder geluk hebben gehad. “Ik vond nog een rij stoelen met drie dode vrouwen, nog steeds vastgebonden. De klap moet hard geweest zijn want ze waren bijna een halve meter in de grond begraven. Ik was geschokt. Ik wilde ze niet aanraken, maar ik wilde er zeker van zijn dat mijn moeder niet een van hen was. Dus pakte ik een stok en sloeg een schoen van een van de lichamen. De teennagels hadden nagellak, ik wist dat het mijn moeder niet kon zijn, ze gebruikte nooit nagellak.”

Na tien dagen vond Koepcke een boot en een schuilplaats. Daar, op 3 januari, troffen lokale houthakkers haar aan. “Hun stemmen klonken als het geluid van engelen.” Een helikopter bracht Koepcke naar een ziekenhuis. Door de val had ze een gebroken sleutelbeen, een oogletsel en een hersenschudding opgelopen. Ze stond ook vol insectenbeten en maden hadden hun weg gevonden naar een diepe snee in haar rechterarm.

Juliane Koepcke in 2019© Cancillería del Perú

Werner Herzog

Juliane Koepcke was de enige overlevende van LANSA-vlucht 508. In totaal stierven 91 inzittenden. Later bleek dat 14 van hen de crash hadden overleefd, maar in de jungle zijn omgekomen. Het lichaam van haar moeder werd gevonden op 12 januari.

Werner Herzog maakte in de jaren 90 de documentaire Wings of Hope van haar verhaal. De beroemde Duitse regisseur had zelf een ticketje voor de noodlottige vlucht om filmlocaties te verkennen voor Aquirre, the Wrath of God (1972), maar door een last minute wijziging is hij nooit aan boord gestapt.

Koepcke studeerde biologie, doctoreerde in Duitsland en keerde daarna terug naar het Peruaanse regenwoud. In 2000, na de dood van haar vader, werd ze directeur van het door haar ouders opgerichtte natuurreservaat.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer