Het Nationaal Slavernijmonument in het Oosterpark in Amsterdam.

Onderzoek naar slavernijverleden: "Nederlandse koningshuis verdiende minstens 545 miljoen euro aan kolonies"

Het Nederlandse koningshuis heeft in de 17e en 18e eeuw omgerekend naar hedendaagse prijzen zeker 545 miljoen euro verdiend aan de Nederlandse kolonies, waar slavernij wijdverbreid was. Dat is een van de resultaten van een onderzoek naar het slavernijverleden van Nederland dat het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties heeft laten uitvoeren. De Nederlandse staat was op "grootschalige" wijze betrokken bij de slavernij, stellen de onderzoekers ook.Ā  Ā Ā 

"Staat en slavernij: het Nederlandse koloniale slavernijverleden en zijn doorwerkingen", zo heet een nieuwĀ boek dat een dertigtal onderzoekers hebben uitgebracht. Het boek kwam er nadat de Nederlandse Tweede Kamer in 2021 via een motie om een onafhankelijk onderzoek naar het slavernijverleden en de gevolgen daarvan had gevraagd. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties maakte daarop geld vrij voor het onderzoek.Ā (Herbekijk hier de presentatie van het boek.)

Het meest nieuwswaardige resultaat van dat onderzoek is dat voor het eerst een inschatting is gemaakt van de financiĆ«le belangen van het Nederlandse koningshuis, de familie Van Oranje-Nassau,Ā bij de koloniale overheersing van het toenmalige Nederlands-IndiĆ«, Suriname en de CaraĆÆbische eilanden. Historici zeggen al langer dat de familie daar nauw bij betrokken was, nu is daar ook voor het eerst een cijfer opgeplakt.

Volgens de onderzoekers verdienden de Oranjes - eerst als stadhouders en daarna als koningen - omgerekend naar hedendaagse prijzen minstens 545 miljoen euro aan de Nederlandse kolonies, waar slavernij wijdverbreid was. Let wel: het gaat om een eerste schatting over de periode van 1675 tot 1770, op basis van de nu bekende bronnen. Het gaat onder meer om vergoedingen voor het uitoefenen van hun functie en om opbrengsten van deelname aan koloniale ondernemingen.Ā 

De Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) was bijvoorbeeld een belangrijke koloniale inkomstenbron. De adellijke familie heeft niet geĆÆnvesteerd in de VOC, maar de aandeelhouders hebben bij oprichting geregeld dat de Oranjes geld uitbetaald kregen alsof zij ongeveer 3 procent van de aandelen hadden. Zij hebben vervolgens regelmatig hun invloed gebruikt om problemen op te lossen voor de handelsonderneming.

Zonder slavernij geen koloniaal rijk

De Oranjes hebben dus op uiteenlopende manieren geprofiteerd van de kolonies en dus van de slavernij, valt te lezen in het onderzoek. De belangrijkste algemene conclusies van het onderzoek zijn dan ook dat er zonder slavernij geen Nederlands koloniaal rijk was geweest. De politieke en economische elites waren in de periode van de 16e tot en met de 19e eeuw nauw met elkaar verbonden. De slavernij vormde toen het speerpunt van hun beleid. De Nederlandse staat was op "grootschalige" wijze betrokken bij de slavernij, stellen de onderzoekers. De gevolgen daarvan zijn tot op de dag van vandaag over de hele wereld waarneembaar, schrijven ze.

Het idee dat Nederland in die overzeese kolonies goede dingen ging doen, is niet langer houdbaar, stellen de onderzoekers. "Geweld, uitbuiting en onderdrukking waren essentieel voor het Nederlandse koloniale project. Dat moet je weten als je de "VOC-mentaliteit" looft, zoals premier Balkenende indertijd deed", zegt historicus Esther Captain, een van de samenstellers van het boek, in een interview met de Nederlandse krant NRC.

"Nederland in zijn geheel profiteerde van slavernij"

Een opvallende vaststelling is daarbij dat niet alleen de Nederlandse elite van de kolonies en slavernij profiteerde. De overzeese expansie droeg weliswaar bij tot een groeiende ongelijkheid in Nederland, de rijken werden rijker, maar op de lange termijn heeft de Nederlandse samenleving en economie als geheel "enorm profijt gehad van die koloniale baten", duidt Matthias van Rossum, een andere samensteller van het boek, in NRC.

De Nederlandse premier Mark Rutte heeft de publicatie van het onderzoek niet afgewacht. Eind vorig jaar bood hij namens de Nederlandse staat excuses aan. De samenstellers van het boek benadrukken echter dat met hun werk allerminst een streep is getrokken onder het onderzoek naar het Nederlandse slavernijverleden. Van Rossum: "Bijna elke bijdrage eindigt met de opmerking dat er meer onderzoek nodig is. Over veel zaken weten we echt nog te weinig."

Copyright (c) 2018 Dima Moroz/Shutterstock. No use without permission.

Meest gelezen