camera closecorrect Verwijs ds2 facebook nextprevshare twitter video

interview Nic Bauweraerts en René Aerts

‘Dat ze onze zoon als een agressieve gek afschilderden, is vreselijk’

Pieter Aerts was in de ogen van zijn ouders een perfecte zoon. Pas toen hij ziek werd, doken er problemen op. ‘Jarenlang hebben we ons afgevraagd: wat hebben we verkeerd gedaan?’

zaterdag 17 juni 2023 om 3.25 uur

Nic Bauweraerts en René Aerts, de ouders van Pieter Aerts. Kees van de Veen

Jarenlang hadden Nic Bauweraerts en René Aerts het ideale gezin. Ze werkten beiden in de zorg, hadden twee jonge zonen en besteedden hun vrije tijd aan verbouwingen, familie-uitstapjes en de activiteiten van hun jongens. In de ogen van zijn ouders was ‘onze Pieter’ een perfecte zoon. ‘Mocht ik kunnen, zou ik wel iets slechts vertellen, maar zelfs toen hij ziek werd, viel er niets op hem aan te merken’, zegt moeder Nic.

Pieter Aerts werd geboren op 15 augustus 1983, Moederdag in Antwerpen. ‘Hij haalde goeie punten op school, ging elk weekend naar de scouts’, vertelt zijn vader. ‘Pieter had een groot muzikaal talent. Hij was misschien een beetje vroeg volwassen. Hij trok graag op met de oudere jongens uit zijn school, om samen muziek te maken. Ook zijn vriendinnetjes waren altijd een beetje ouder.’

Maar Pieter werd ziek. In zijn tienerjaren kwamen de eerste signalen. Irritatie, licht paranoïde opmerkingen. Tienerkuren, zo leek het. ‘Niets waarvan we toen opkeken, maar wel opmerkelijk als je er later op terugkijkt’, zegt zijn moeder. Een vriendin vertelde haar later dat Pieter maar bleef klagen over ‘een vreemd gevoel in zijn hoofd’.

Saxofoon door venster gegooid

De jaren na het middelbaar waren een zwerftocht langs verschillende opleidingen en toekomstdromen. Conservatorium, muziekonderwijs, sociologie, logopedie. Toen er iets misliep met de kleppen van zijn saxofoon tijdens zijn eerste eindproef aan het conservatorium van Rotterdam, gooide hij het instrument door het open raam van de eerste verdieping.

‘Tijdens zijn studie logopedie leek het even te lukken, tot er een onrustwekkend telefoontje kwam van een oude vriend die in de opleiding les gaf’, vertelt zijn vader. Er was iets mis met Pieter. Hij voerde redeneringen vooraan in de aula, zonder dat hem iets gevraagd was. Hij sprak tegen zichzelf en trok rare gezichten zonder aanleiding. Pieter was 23 toen hij voor het eerst in behandeling ging. Niet veel later trok hij voor de eerste keer naar het buitenland, naar Griekenland – hij was al een tijd de taal aan het leren.

‘Hij had rust nodig, zei hij’, zegt zijn moeder. Maar Pieter was niet in staat om voor zichzelf te zorgen. Een maand lang zwierf hij door de straten van Athene tot zijn ouders hem konden laten opnemen in de psychiatrie en lieten repatriëren. Het was een patroon dat zich keer op keer zou herhalen. Pieter ging in behandeling, keerde terug naar zijn appartement en stopte met zijn medicatie. Vervolgens verzonk hij weer in een psychose en trok hij opnieuw naar Griekenland, waarna zijn ouders niets anders konden doen dan hem als vermist opgeven. In totaal werd Pieter vijf keer gerepatrieerd.

Geen hulp aan huis

‘Jarenlang hebben we ons afgevraagd: wat hebben we verkeerd gedaan’, vertelt zijn moeder. ‘Het is een ziekte, en toch leg je onvermijdelijk de schuld bij jezelf’, zegt ook haar man. Ze probeerden tot elke prijs de relatie met hun zoon intact te houden. ‘Pieter was volwassen en een volwassene heeft recht op zijn vrijheid’, zegt zijn vader. ‘Tegelijkertijd ben je als ouder natuurlijk bezorgd om je zoon. En in België hebben we nu eenmaal weinig opties buiten totale vrijheid of gedwongen opname. Dat maakt barsten.’

Het verhaal van Pieter is behalve een verhaal over politie en justitie ook een verhaal over de gebrekkige opvangmogelijkheden voor psychiatrische patiënten. In de laatste jaren van zijn leven had Pieter een goede relatie opgebouwd met een kliniek buiten de stad. ‘Als het moeilijk werd, liet hij zich daar even opnemen’, vertelt zijn moeder. Maar dat ziekenhuis lag net te ver om hulp aan huis te krijgen. ‘Zijn appartement lag net buiten de zone. Als ouder ben je dan volledig op de politie aangewezen. We hadden geen andere keuze.’

‘Het was de enige hulp die we hadden’, zegt ook zijn vader. ‘Elke dag opnieuw overlopen we alles in ons hoofd, of nemen we dat gruweldossier weer vast.’ Ze vinden het vreselijk dat hun zoon als ‘een agressieve gek’ is voorgesteld. ‘Wij kunnen dat niet geloven. Pieter is altijd tegen geweld geweest.’

Binnenland
Buitenland
Cultuur en media
Biz
Opinies
Sport
Life & Style