Minister Frank Vandenbroucke.© Guy Puttemans

Vandenbroucke dwingt Limburgse artsen op grote schaal samen te werken: “Ik wijk niet af van criteria”

Brussel -

“Ik verplicht geen enkele wachtpost om ’s nachts te sluiten.” Dat zegt federaal minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit). Maar hij stuurt de Limburgse artsen wel naar de onderhandelingstafel. Een grondige hertekening van het medische landschap dringt zich op.

Thomas Jansen

Een vuistje, geen hand. Als federaal minister van Volksgezondheid sleep je de coronacrisis duidelijk wat langer mee. Maar welkom zijn we op het kabinet van Frank Vandenbroucke des te meer. Hij is oprecht blij met de aandacht voor de functionele samenwerkingsverbanden tussen huisartsenwachtposten in ons HBvL Onderzoekt-dossier. Vanaf 1 januari 2025 moeten die wachtposten minstens per drie samenwerken voor een regio van minstens 300.000 inwoners. Voor dunbevolkte gebieden kan een uitzondering gemaakt worden, waarbij twee wachtposten samenwerken en een regio bestrijken van 225.000 inwoners. In de diepe nacht, tussen 23 uur en 8 uur, moet in zo’n verband telkens minstens één wachtpost openblijven.

“Het is een heel belangrijke kwestie”, opent Vandenbroucke. “25 jaar geleden was een huisarts vaak helemaal alleen verantwoordelijk voor de wacht, maar die kreeg dat alleen niet georganiseerd. Daardoor is men begonnen met de organisatie van wachtposten in het weekend. Ik heb de eerste nog ingehuldigd, nu twintig jaar geleden. Intussen is dat model breed verspreid en is bijna heel Vlaanderen erdoor gedekt. Maar we mogen niet denken dat we er daarmee zijn. Het slechtste wat je kan doen als politicus, is op je lauweren rusten.”

De volgende stap zijn die functionele samenwerkingsverbanden. Waarom zijn die nodig?

“Het gaat erom dat we met betrekking tot de diepe nacht, tussen 23 uur en 8 uur, een opschaling van de samenwerking doorvoeren. Er zijn zeer weinig patiënten die dan een huisarts nodig hebben. Dan kunnen we het beter op voldoende grote schaal organiseren, zodat de artsen toch wat patiënten zien. En zeker ’s nachts moet dat in een veilige omgeving kunnen. Net daarom willen we hen voorzien van een bemand onthaal en een wagen met chauffeur voor nachtelijke huisbezoeken.”

Minister Frank Vandenbroucke.© Guy Puttemans

Veel artsen zien het als een besparingsoperatie.

“De functionele samenwerkingsverbanden zijn goedgekeurd door de vorige regering, de Zweedse coalitie. Met Open Vld en cd&v, maar zonder Vooruit. In de vorige regering dacht men wel zuiniger over gezondheidszorg dan in de huidige, die erin investeert. Er is wat mij betreft vandaag geen sprake van een besparingsoperatie. In het jaar 2020 gaven wij met de federale ziekteverzekering 23 miljoen euro uit aan de organisatie van wachtposten. Dat is niet voor de vergoeding voor de artsen, maar wel voor de chauffeur, het vervoer, de onthaalbediende, de operationele kosten enzovoort. Nu hebben we het bedrag verdubbeld, we zitten aan 48 miljoen. Als we onze plannen uitgerold hebben, zal dat 68 of 69 miljoen euro zijn. Drie keer meer dan op het einde van de vorige legislatuur. We gaan die budgetten ook blijven indexeren. We investeren massief in dit verhaal, net omdat goed georganiseerde wachtposten zo belangrijk zijn.”

“Er zijn zeer weinig patiënten die dan een huisarts nodig hebben. Dan kunnen we het beter op voldoende grote schaal organiseren”

Frank Vandenbroucke, minister van Volksgezondheid

U hebt het dossier inderdaad geërfd. Zal u er nog iets aan veranderen?

“Met het algemene kader wil ik wel werken, dat ga ik niet opnieuw bedenken. Met een goedwerkend triagesysteem via het noodnummer 1733 is er echt wel reden om tijdens die diepe nacht die schaal van 300.000 inwoners te hanteren. Dat is vastgelegd in de vorige regering en er is niemand die daar een bedenking bij had. Uitzonderlijk kan je dat afschalen naar een regio van 225.000 mensen in dunbevolkte gebieden. Ik heb daar nooit vragen over gehoord.”

Voor Limburg zou dat neerkomen op amper vier wachtposten die ’s nachts kunnen openblijven.

“Dat klopt niet. We laten voldoende ruimte voor lokaal verschil. Onze benadering laat keuzes aan het terrein. Wil je liever veel wachtposten openen tijdens de nacht? Dat kan, maar dan ga je iets minder middelen hebben voor bijvoorbeeld wagens en chauffeurs. Wil je liever minder wachtposten openen tijdens de nacht en meer inzetten op huisbezoeken en dus meer op wagens met chauffeur, dan is dat ook mogelijk. Die keuzes zijn mogelijk dankzij een groeipad van middelen en investeringen.”

Zal het wel haalbaar zijn om met minder middelen een goede, veilige wachtpost te organiseren?

“Er is geen sprake van minder middelen, we investeren hierin. Maar men moet keuzes maken: zet je meer in op het openhouden van veel wachtposten tijdens de nacht, en verwacht je dat patiënten daar zelf naar toe komen? Of zet je meer in op wagens met chauffeur om de patiënten thuis te bezoeken?”

Frank Vandenbroucke.© Guy Puttemans

In Limburg ligt een scenario met vier verbanden van telkens twee wachtposten voor de hand. Alleen: drie van de vier regio’s tellen geen 225.000 inwoners. Kan dat door de vingers gezien worden?

“We zijn niet van plan om af te wijken van de minimumcriteria. Er is veel overleg met de huisartsen en dat verloopt constructief. Ons doel is dat overbevraagde huisartsen niet onnodig moeten opblijven ’s nachts voor een paar patiënten. Het gaat over wachtposten, niet over nachtwinkels. Daarom is samenwerking op een hoger niveau echt wel nuttig. Ook Limburg kan kiezen. Wil je alle wachtposten openhouden? Dat kan, maar dan ga je minder middelen hebben voor wagens en chauffeurs. We laten de keuze. Maar die 225.000 zou ik niet in vraag stellen.”

Dan moet het medisch landschap in Limburg wel grondig hertekend worden. Moet de ‘grotere’ regio Hasselt-Beringen dan gemeenten afstaan aan ‘kleinere’ zones?

“Uw woordkeuze is interessant. Zijn we dan niet bezig met territoriumgevechten? ‘Laat het allemaal maar zoals het is’, hoor je vaak. Gezondheidszorg mag daar niet van vertrekken. Twintig jaar geleden was die eerste wachtpost ook controversieel. Toen zeiden de mensen ook: ‘Laat het zo’. Het was geen goede raadgever.”

Wat met huisartsenkringen die niet meedoen? In Tongeren wordt de weekendwacht bijvoorbeeld nog niet in een wachtpost georganiseerd.

“Conservatisme is des mensen. Huisartsen zijn al langer verplicht om de wacht te organiseren. Die verplichting is door de vorige regering, in 2019, in een wet gegoten. Dat lijkt me logisch. De vorige regering heeft ook bepaald dat die wacht voor de diepe nacht op een hoger niveau moet verlopen. We hebben nu veel overleg over hoe we dat goed uitvoeren. Maar een achterhoedegevecht waarin mensen het been stijfhouden en vinden dat er niets moet veranderen, daar is geen plaats voor.”

“Wil je alle wachtposten openhouden? Dat kan, maar dan ga je minder middelen hebben voor wagens en chauffeurs. We laten de keuze”

Frank Vandenbroucke, minister van Volksgezondheid

Hebt u een maximumafstand voor ogen waarbinnen een huisartsenwachtpost voor de patiënt ’s nachts beschikbaar moet zijn?

“Ik weet niet of we dat op die manier moeten bekijken. Maar we hebben wel die chauffeur. Bij een behoorlijke afstand kan het beter zijn dat de huisarts de verplaatsing naar de patiënt maakt, als daar redenen voor zijn.”

Artsen halen ook aan dat sommige inwoners sneller bij een ziekenhuis dan bij een wachtpost zullen zijn en vrezen extra drukte bij de spoeddiensten.

“Dat argument gaat voor mij niet op. Via het noodnummer 1733 moet er een goede triage gebeuren. Een patiënt die medische hulp nodig heeft, belt dat nummer. Aan de andere kant van de lijn overloopt iemand de situatie met je en die schat de beste oplossing in. Moet je zelf je naar de huisartsenwachtpost gaan, is een huisbezoek door de huisarts wenselijk, of moet je naar de spoed? Of kan de zorg wachten tot het dag is? Dat zou je via de 1733 moeten vernemen.”

Van dat noodnummer 1733 is al lang sprake. Toch moeten Limburgers nog altijd naar een specifiek nummer bellen om de wachtpost te bereiken. Hoe ver staat u met de uitrol?

“Ik werk daarvoor samen met mijn collega Annelies Verlinden (minister van Binnenlandse Zaken, nvdr.), die verantwoordelijk is voor de aanwerving van de operatoren. We verdubbelen het budget nu naar zes miljoen euro. Ik dring er bij mijn collega Verlinden op aan dat het geld nu snel omgezet wordt naar extra operatoren. Maar het is geen evidente functie, wat meteen ook een van de moeilijkheden is. Er waren te weinig mensen, waardoor er te veel druk op hen was. Daarom is dat extra geld nu erg belangrijk.”

© ROBIN UTRECHT

Is 1733 een voorwaarde om met de functionele samenwerkingsverbanden van start te kunnen gaan?

“Het is een parallel verhaal. 1733 is een sterke verbetering, maar het vraagt tijd. Noem het gerust een hobbelig parcours. Maar ik kies niet voor de weg van de minste weerstand.”

De samenwerkingsverbanden zouden moeten ingaan op 1 januari 2025. Is dat nog haalbaar?

“Dat moet lukken, ja. We zijn volop aan het overleggen. Ik weet dat er veel weerstand is, maar ik betreur dat het vaak op verkeerde informatie gebaseerd is.”

1 januari 2025…. Zal u dan nog minister zijn?

“Dat hangt van de verkiezingen en van de regeringsonderhandelingen af. Maar wat mij betreft ben ik heel gemotiveerd om verder te hervormen en te investeren in gezondheidszorg.”

U blijft dus in de politiek?

(lacht) “Ook dat is afhankelijk van de verkiezingen natuurlijk, maar er liggen nog belangrijke uitdagingen voor ons. Corona heeft ons veel geleerd, maar daardoor zijn er ook veel dingen blijven liggen. Er ligt nog veel werk op de plank en we zijn actief op veel werven. Tot 9 juni, de dag van de verkiezingen, ga ik dus nog heel druk bezig zijn. Het zou kunnen dat we daarna in een lange periode van lopende zaken terechtkomen, dus u bent van mij nog niet verlost.”

“Terugkijkend durf ik zeggen dat ik 25 jaar geleden, samen met een aantal hardwerkende huisartsen, de huisartsengeneeskunde in Vlaanderen gered heb”

Frank Vandenbroucke, minister van Volksgezondheid

En u wil die werven ook graag afwerken, neem ik aan.

“Een werf opstarten en afmaken vraagt soms veel tijd. Terugkijkend durf ik zeggen dat ik 25 jaar geleden, samen met een aantal hardwerkende huisartsen, de huisartsengeneeskunde in Vlaanderen gered heb, maar dat heeft tijd gevraagd.”

Verklaar…

“De huisartsengeneeskunde zat compleet in het slop. Het beroep was ondergewaardeerd en onderbetaald. Er was een verouderd model en een gebrek aan investeringen. Ik heb toen aan dr. Karel Van de Meulebroecke gevraagd om mij een plan te geven dat draagvlak heeft om de huisartsengeneeskunde te redden. Hij heeft dat uitgeschreven en met veel andere enthousiaste huisartsen en centra hebben we dat uitgerold. Mijn bijdrage daarin is bescheiden, maar dat was echt een ommekeer. Vandaag staan we sterker dan twintig jaar geleden. De organisatie van de eerstelijnszones door de Vlaamse regering is heel zinvol geweest. Maar toch staat het beroep opnieuw onder druk. Oudere patiënten hebben meer zorg nodig, terwijl er ook een pensioneringsgolf bij de huisartsen bezig is. Jonge artsen zijn niet meer bereid om tachtig uur per week te werken. Vroeger deed de vrouw van de huisarts het huishouden én het secretariaat. Dat model van vijftig jaar geleden is voorbij. Ik zie nu bij jonge huisartsen opnieuw de wil om te hervormen. Het verhaal van de wachtposten past daarin en moet in de goede plooi gelegd worden. Maar verandering gaat altijd gepaard met veranderingspijn.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer