Om de klimaatopwarming te beperken tot 1,5°C, moet de uitstoot volgens het klimaatpanel van de Verenigde Naties (IPCC) tegen 2050 netto-nul bedragen. Dat wil zeggen dat er niet meer broeikasgassen mogen vrijkomen dan dat er kunnen worden opgeslagen of uit de atmosfeer worden weggenomen. Uit nieuw onderzoek van McKinsey blijkt dat die doelstelling voor België haalbaar blijft, al is er nood aan “grootschalige, doortastende en gecoördineerde actie in alle sectoren”.

McKinsey schat dat geleidelijke investeringen van 415 miljard euro, ongeveer 2 à 3 procent van het Belgische bbp over die periode, nodig zijn zodat uitstootverminderingen tot netto-nul tegen 2050 mogelijk blijven. Meer dan de helft daarvan is nodig om de uitstoot van voornamelijk particuliere gebouwen (5,5 miljoen in totaal) te reduceren. Veel huishoudens hebben namelijk niet de middelen om hun woning energie-efficiënt te maken. 

Voor de industrie is het belangrijk dat dergelijke grote investeringsbeslissingen gepaard gaan met een stabiele energiemix en prijsvooruitzichten om het concurrentievermogen van bedrijven te waarborgen. Volgens het adviesbureau investeert de industrie tegen 2050 bijkomend 30 tot 45 miljard euro. McKinsey kijkt daarbij vooral naar een beperkt aantal grote industriële clusters die wereldwijd concurreren.

Een netto-nultransitie kan leiden tot een verdubbeling van de vraag naar elektriciteit en veroorzaakt daardoor uitdagingen voor de toekomstige elektriciteitsbevoorrading. Het rapport stelt voor de regelgeving om geschikte locaties te identificeren en hernieuwbare energiebronnen uit te bouwen aan te passen. Versterkte interconnecties voor elektriciteitsimport en een kleinere vraag naar elektriciteit uit hernieuwbare bronnen door te kijken naar alternatieven (onder meer kernenergie) moeten volgens McKinsey de bevoorrading veiligstellen.