© LD

“Investeringen in cultuur verdienen zichzelf terug”

“Cultuur is meer dan enkel schone kunsten, voor mij is het een way of life. Cultuur zegt veel over wie we zijn en waar we naartoe willen. Het is ons kompas bij onze zoektocht naar steeds een nieuwe identiteit.” Dat zegt Patrick Dewael, die ook als geen ander beseft dat cultuur een multiplicatoreffect heeft en dat in zijn eigen stad Tongeren bewijst met het zomerfestival Moment. “Alle steden willen zich als shoppingstad profileren. Terwijl het vooral de steden die investeren in cultuur het meest aantrekkelijk zijn voor de mensen”, zegt hij.

Eric DONCKIER

Wanneer je tien mensen zou vragen om cultuur te definiëren, dan is de kans groot dat ze allemaal iets anders zeggen. Patrick Dewael omschrijft het als wegen openen naar ontroering, naar wat mensen sensibiliseert, in vervoering brengt en emotioneel raakt. “Het belang van kunst en cultuur ligt zijn belangeloze schoonheid”, voegt hij eraan toe. Dat laatste heeft hij wel van Immanuel Kant geleend en hij geeft het ook grif toe.

Way of life

We willen het vandaag dus hebben over cultuur en meer bepaald over het belang van cultuur. Dat is niet vanzelfsprekend. De overheidsfinanciën staan onder druk, er moet bespaard worden. Voor velen lijkt het logisch dat er dan ook bespaard wordt op cultuur. Vooral op cultuur. Want het wordt snel beschouwd als iets voor… de elite. Maar is dat ook zo?

Patrick Dewael: “Neen, integendeel. Cultuur is veel meer dan alleen de zogenaamde schone kunsten. Het is ook architectuur, design, mode en zelfs gastronomie. Het is een way of life. Vlaanderen is cultureel een rijke regio, we mogen daar trots op zijn. We zijn het te weinig. Wat de Fransen soms te veel hebben aan chauvinisme, hebben wij te weinig. Het gevolg is dat onze artiesten vaak eerder in het buitenland naam en faam verwerven voor ze hier erkend worden.”

Vernieuwing

De voormalige minister Cultuur gaat voort op zijn elan.

Patrick Dewael: “Cultuur is nodig. Het maakt van de mensen kritische en mondige burgers, want kunstenaars stellen de maatschappij constant in vraag. Dat is nodig om steeds nieuwe inzichten te krijgen. Vernieuwing is super belangrijk voor elke maatschappij en samenleving. Anders blijft men stilstaan. Cultuur is voor onze maatschappij vergelijkbaar met wat het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek is voor onze economie. Bij dat fundamenteel wetenschappelijk onderzoek zijn de wetten van vraag en aanbod niet van toepassing. Men doet het omdat men weet dat het op termijn zal renderen. Dat is net zo met cultuur. Soms duurt het wel 40 jaar voor we zullen weten of iets de moeite waard was.”

Erfgoed van morgen

Pieter Paul Rubens. Elke Vlaming kent hem. Maar wie zijn de Rubensen van vandaag? Patrick Dewael waarschuwt.

Patrick Dewael: “Ik zei het al, we zijn heel rijk qua kunst en cultuur. We moeten wel opletten dat we geen conservators worden van ons historisch en cultureel erfgoed. We moeten dus niet alleen geld uittrekken om dat erfgoed te bewaren. We moeten ook en vooral geld uittrekken om scheppende kunstenaars te ondersteunen. Voor schilders en beeldhouwers, voor muzikanten en theatermakers. De creaties van vandaag zijn ons erfgoed van morgen. En we moeten veel creëren om weinig over te houden. 1791 was een grond cru op muzikaal vlak. Er waren kelders en kelders nodig om de partituren te stockeren van al de muziek die toen werd gecomponeerd. Wel, de muziekstukken van toen die nu nog worden gespeeld, kan men op een salontafeltje leggen.”

Hedendaagse creaties

Dat mag dan al zo zijn. Het zijn wel de klassiekers die ook vandaag nog altijd en in hoofdzaak worden gespeeld. Hedendaagse creaties vinden moeilijk hun weg naar het grote publiek.

Patrick Dewael: “Wanneer de minister van Cultuur een symfonisch orkest subsidieert, dan heeft hij ook het recht om van dat orkest te eisen dat het ook een aantal hedendaagse composities in zijn repertoire opneemt. Wanneer een stad een cultureel centrum subsidieert, dan heeft de stad het recht om te vragen dat men ook hedendaagse dans zou programmeren naast meer klassieke balletvoorstellingen. Scheppende kunstenaars, uitvoerende kunstenaars en het publiek zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.”

Subsidies

Subsidies. Het woord is gevallen. Het is een woord waar we in Limburg, althans op cultureel vlak, slechte herinneringen aan hebben. Patrick Dewael weet waarover we het hebben. Ook in zijn tijd werd er al eens aan zelfbediening gedaan door de deskundigen in de adviescommissie. Dat is misschien nu minder, de adviescommissie zijn multidisciplinair samengesteld. Maar toch, het water blijft naar de zee vloeien. Ook omdat bij de Vlaamse regeringsvorming werd beslist om extra geld uit te trekken voor de grote cultuurhuizen. Waarmee we dan in het buitenland kunnen uitpakken.

Patrick Dewael: “We moeten een tweesporenbeleid voeren. Je kan het vergelijken met de sport. Wanneer je een Kim Clijsters hebt, dan zie je meteen veel jongeren die willen gaan tennissen. In de cultuur is het niet anders. We hebben ook hier grote namen en huizen nodig die inspirerend werken. Dat kost geld. We moeten wel opletten dat het geen administratieve dozen worden. Met de Opera van Vlaanderen was dat op een gegeven ogenblik het geval. Na vernieuwing en hervorming is die nu opnieuw springlevend.”

Durven

Er is nog iets anders.

Patrick Dewael: “Wanneer men de grote huizen meer geld geeft, dan mag men die ook meer vragen. Ze moeten creatieve talenten een kans geven. De Vlaamse kunsteninstellingen moeten dat doen van minister van Cultuur Sven Gatz en dat is een heel terecht keuze. En dan nog iets. Wanneer men vaststelt dat een bepaalde regio of een bepaalde kunststroming onderbedeeld zijn, dan moet de minister van Cultuur het aandurven om tegen de adviezen in toch subsidies te geven aan deze regio of die discipline. Enkel op die manier krijgen ze de kans om zichzelf op de kaart te zetten en daarna volwaardig mee te draaien. Sven Gatz heeft dat gedaan. Het geeft aan dat hij wel degelijk een visie heeft.”

Gemeenschap

Ik weet niet hoe u naar cultuur kijkt. Voor mij is het verwondering. Ik geeft het grif toe, ik ben geen muziekkenner, ik weet niet hoe een hedendaagse dansproductie ineen wordt gestoken, ik begrijp niet altijd wat schilders juist bedoelen, videokunst gaat zowat helemaal aan mij voorbij. Maar wat maakt het uit. Het verruimt mijn blik. Het verwondert mij. Ik kijk met andere ogen. Het maakt mij toleranter.

Patrick Dewael: “Kunst heeft een aparte taal en die is per definitie internationaal. De kruisbestuiving van talen, culturen en disciplines is verrijkend voor de samenleving. Kunst en cultuur heeft dan ook niet te maken met volksverbondenheid, het is grensoverschrijdend. Het is mee een verklaring waarom kunst en cultuur gemakkelijker in steden gedijt. Men kan dus zeggen dat cultuur de gemeenschap versterkt, zorgt voor verbondenheid. Enkel wanneer religie de norm wordt, wanneer religie zich boven de wet wil stellen, is er een probleem. We aarzelen soms om daar tegenin te gaan. Dat is verkeerd begrepen verdraagzaamheid. Ook aan de tolerantie zijn er grenzen.”

We zitten hiermee op de grens tussen cultuur en politiek.

Patrick Dewael: “Cultuur kan ook misbruikt worden om de eigen achterban te bedienen ten koste van de gemeenschap en op kosten van de gemeenschap. Dat kan niet de bedoeling zijn. In feite hebben we dan eerder te doen met vormingsactiviteiten. Indien men die zou willen subsidiëren, dan moet dat niet met middelen voor cultuur dienen. Want net zoals onderwijs moet cultuur de mensen vooral kritisch opvoeden zodat ze kunnen functioneren in de maatschappij.”

Economie

We hadden het er al over, wanneer de overheid moet besparen is cultuur een gemakkelijk doelwit. Omdat het ervaren wordt als een luxeproduct. Daarmee gaat men wel voorbij aan de realiteit. Ook cultuur is economie.

Patrick Dewael: “Ik zou het kunnen hebben over de tewerkstelling in de culturele sector. Dat is niet het belangrijkste. Wel belangrijk is dat cultuur de kritische geest en de creativiteit van de mensen aanscherpt. Daar heeft het bedrijfsleven grote nood aan. Ik weet van mijn verleden als Vlaams minister van Buitenlandse Handel ook dat cultuur een uitstekend glijmiddel is bij economische missies. Maar het allerbelangrijkste is dat cultuur een multiplicatoreffect heeft. Investeringen in cultuur verdienen zichzelf terug. Dat ziet men in steden die in cultuur investeren.”

Misschien wel het best gekende voorbeeld hiervan is het Guggenheim Museum in Bilbao dat de stad een nieuw leven bezorgde. In eigen Vlaanderen plukken Gent en Mechelen nu de vruchten van hun investeringen in cultuur. Dat zou ook in Limburg moeten kunnen. Ook Patrick Dewael weet dat, maar is voorzichtig.

Patrick Dewael: “Nu de provincie haar bevoegdheid inzake cultuur verliest, zouden Hasselt en Genk samen het voortouw kunnen nemen. Dat gebeurt nog onvoldoende. Dat is voor mij een stimulans om door te doen in Tongeren. We hebben als oudste stad van het land een belangrijk historisch erfgoed en een rijk cultureel verleden. We combineren het deze zomer met hedendaagse kunst in al zijn facetten, waardoor we een nieuw hoofdstuk toevoegen aan onze geschiedenis. Cultuur wordt zo ons kompas in onze zoektocht naar een nieuwe identiteit.”

Patrick Dewael heeft het over het zomerfestival “Moment” dat loopt van het begin tot het einde van de zomertijd en waarin het begrip “tijd” de verbindende factor is tussen alle mogelijke kunstvormen. Daarbij is er veel ruimte voor nieuwe creaties. Alle info daarover vindt u op de website van de stad.